Patrick Martens

Mirakeloplossingen voor het werkgelegenheidsvraagstuk zijn er niet.

Dit jaar komen er 34.000 nieuwe banen bij en ‘slechts’ 17.000 werklozen omdat de beroepsbevolking met 51.000 mensen toeneemt. Dat stelt de Hoge Raad voor Werkgelegenheid in zijn jaarrapport. Deze ramingen zijn rooskleuriger dan de trends in 2004. Toen groeide het aantal werklozen met 38.000 omdat het aantal arbeidsplaatsen weliswaar met 28.000 steeg, maar de beroepsbevolking ook met 67.000 mensen toenam. Dat de cijfers dit jaar, ondanks een kwakkelende economie, beter ogen dan in 2004 (toen de economie met 2,7 procent groeide), heeft volgens Nationale Bank-directeur en ondervoorzitter van de Hoge Raad, Jan Smets, te maken met ‘een vertraagde reactie van de arbeidsmarkt op de economische conjunctuur’.

Die reactie verandert niets aan het feit dat de werkgelegenheidsgraad dit jaar met moeite boven 60 procent stijgt. Daarmee blijft hij ver verwijderd van het Europese gemiddelde en nog veel verder van de zogeheten Lissabondoelstelling (70 procent in 2010). Dat België die nooit tegen het einde van dit decennium haalt, is een uitgemaakte zaak. De moeilijkheidsgraad van het werkgelegenheidsvraagstuk wordt er ook niet kleiner op door de verschillende economische situatie in de drie regio’s, die maakt dat de activiteitsgraad in Vlaanderen wel het Europese gemiddelde (64 procent) haalt, maar in Brussel en Wallonië dramatisch laag (55 procent) is.

Toch doet de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid opnieuw dapper voorstellen. Hij noemt bijvoorbeeld meer gerichte loonlastenverlagingen, meer werk voor oudere werknemers, minder strakke regels voor uitzendarbeid en meer opleiding, training en activerende begeleiding voor werkenden en werklozen. Maar ook de Hoge Raad zal vaststellen dat die suggesties mondjesmaat en traag door de politiek en de sociale partners worden opgepikt.

Zo legde Paars II al in het najaar van 2003 tijdens een werkgelegenheidsconferentie 1 miljard euro op tafel voor extra lastenverlagingen en nieuwe impulsen voor de sociale economie. Maar de uitvoering sindsdien is vooral moeizaam metselwerk als het gaat over het activeren van werklozen, het scheppen van nieuwe sociale werkplaatsen, het bedenken van alternatieven voor jonge werkzoekenden of het uitwerken van een gunstregime voor ploegenarbeid. Het dossier van het loopbaaneinde zal na de zomer met zekerheid geen ander lot beschoren zijn omdat de vakbonden nu al de hakken in het zand hebben gezet. Voor diverse maatregelen zijn er bovendien verbanden met het regionale beleid, zoals dat onder meer is uitgewerkt in een Vlaams werkgelegenheidsakkoord – en over enkele maanden zichtbaar zou moeten worden in een Waals ‘Marshallplan’.

Behalve een hoger tempo, is een slimme samenhang dan ook een even noodzakelijke voorwaarde om resultaten te boeken.

Patrick Martens

In Vlaanderen haalt de activiteitsgraad wel het Europese gemiddelde, maar in Wallonië en Brussel is hij dramatisch laag.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content