Chris De Stoop
Chris De Stoop Chris De Stoop is redacteur van Knack.

Het UNHCR vroeg humanitaire corridors. Maar moesten die nu eigenlijk dienen om het voedsel naar de vluchtelingen te bren- gen of de vluchtelingen naar het voedsel ?

DE GIGANTISCHE vluchtelingenkampen in Kivu werden de voorbije jaren beheerd door het VN-Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen (UNHCR), dat daarmee in feite aan het hoofd stond van een kleine natie met 1,2 miljoen inwoners. Omdat er altijd uitgegaan werd van het volstrekt onrealistische beeld dat die mensen snel en massaal zouden terugkeren, zijn de kampen daar twee jaar, als een tijdbom, pal op de grens blijven staan. Zelfs toen de kampen beschoten werden, stoven de mensen in alle richtingen uiteen, behalve die van Rwanda. Het gevolg was de unieke situatie dat het UNHCR, dat al zijn personeel ijlings terugtrok, ruim een miljoen mensen moest opgeven als zijnde ?vermist?.

Desondanks vindt het UNHCR ook dat eventuele ?humanitaire corridors? op de eerste plaats moeten dienen om de mensen zo snel mogelijk te doen terugkeren naar Rwanda. Hoog Commissaris Sadaka Ogata sprak vorige donderdag, toen ze in Brussel de Europese ministerraad bijwoonde en zich met de pers onderhield, praktisch uitsluitend over ?terugkeercorridors? en niet over ?bevoorradingsroutes?. Toen Zaïre vorig jaar zo’n 15.000 mensen manu militari deporteerde, sprak het UNHCR zich nog hevig uit tégen gedwongen terugkeer. Dat standpunt lijkt nu veranderd te zijn. De terugkeer van tienduizenden Rwandezen uit Burundi, eerder dit jaar, was ook al duidelijk onder dwang en bedreiging door het Burundese leger doorgevoerd.

De onduidelijkheid of de corridors op de eerste plaats moeten dienen om het voedsel naar de mensen te brengen, of de mensen naar het voedsel, compliceerde vorige week de logistieke voorbereiding van de humanitaire operatie ; want in het laatste geval moeten de voorraden niet naar Kivu maar naar Rwanda gebracht worden, als een soort lokaas. Over humanitaire corridors was er eind de jaren tachtig al sprake toen in Sudan de Operatie Lifeline werd opgezet, maar dat gebeurde nog op basis van afspraken tussen de vechtende partijen, en niet op basis van militaire inmenging. In de jaren negentig werden in Iraaks Koerdistan, Bosnië (de ?enclaves?), en Rwanda (de Franse Zone Turquoise), wel met militaire middelen zones of corridors bepaald, waar vluchtelingen konden geholpen worden.

OGATA : Wij hopen dat de huidige problemen de Rwandese vluchtelingen zullen aanzetten om terug te keren. Dat zal niet echt vrijwillig zijn, maar ook niet echt gedwongen. Er is gewoon niet veel keuze meer. Maar zelfs als het mogelijk zou zijn terug te keren tot de toestand van voor het huidige conflict, zou ik dat niet willen. Het beheer van die kampen was niet bepaald bevredigend. De aanwezige machtsstructuren konden de uitzichtloze toestand van de mensen daar nog jaren verlengen. Nu de vluchtelingen zo verspreid zijn, en dus minder in de greep van die machtsstructuren zitten, zullen ze makkelijker kunnen beslissen om terug te gaan.

We hadden ons al voorbereid om een aantal kampen stap voor stap te sluiten. Een eerste poging daartoe in februari was nog mislukt, maar nu liggen de kaarten helemaal anders. In Rwanda zullen we hen in tijdelijke opvangkampen onderbrengen, om hen dan naar hun gemeenten te repatriëren. Op het niveau van de gemeenten willen we ook aan verzoening werken : de mensen met elkaar in contact brengen in concrete projecten, rond een schooltje, een ziekenhuis… Het Rwandese regime waarborgt tegenover ons hun veiligheid, en zelf zullen we met zoveel mogelijk internationale waarnemers daarop toezien. Noorwegen heeft alvast vierhonderd monitors toegezegd. Van de ongeveer vierhonderdduizend mensen die de voorbije twee jaar uit Burundi, Tanzania en Zaïre zijn teruggekeerd, kwamen, ondanks een aantal arrestaties, de meesten toch goed terecht.

Is de invloed van de vluchtelingenkampen op de lokale omgeving onderschat ?

OGATA : Niet alleen de exodus van 1994, maar ook de vluchtelingenstromen van de vorige decennia hebben voor instabiliteit en lokale conflicten in Oost-Zaïre gezorgd. Als de vluchtelingen nu dieper het binnenland intrekken, betekent dat dat de regio nog verder gedestabiliseerd zal worden. Daarom heb ik meteen gepleit voor humanitaire terugkeercorridors.

Er moet nu ontwikkelingshulp voor die regio komen. Vorig jaar heb ik daarvoor een oproep tot de internationale gemeenschap gedaan, maar de respons was erg lauw. Na de exodus van 1994 heeft de wereld massaal gereageerd met geld en hulp. Toen de kampen daarna omstreden werden, is dat stilgevallen. Pas de laatste weken is men weer actief geworden.

Hoe is het mogelijk dat honderdduizenden mensen ?vermist? worden ? Zijn er geen systemen van monitoring om zoiets te volgen ? In Goma in ’94 waren jullie ook volledig verrast. Heeft het UNHCR geen nieuws meer van lokale medewerkers op het terrein ?

JAN BRIGOU (van de Belgische afdeling van het VN-Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen) : In Goma hadden wij in 1994 een team en strategische stocks klaarstaan, maar enkele weken voor de grote exodus hebben wij alles overgebracht naar Tanzania, waar toen ook 250.000 mensen toekwamen. Op dit moment had het UNHCR zo’n 150 mensen in de Kivu, van wie de meesten internationale medewerkers zijn, dus die zijn geëvacueerd. De weinige lokale medewerkers moeten natuurlijk zichzelf in veiligheid brengen, dus met hen hebben we geen contact meer. We hebben de Amerikaanse inlichtingendienst om satellietbeelden gevraagd, maar daar valt niets op te zien, omdat het daar overal jungle is. Aangezien er maar een paar tienduizend in de buurlanden zijn aangekomen, zitten de mensen daar nog in de bergen of zijn ze landinwaarts getrokken. Het cruciale probleem is zuiver drinkwater en het gevaar voor epidemies.

Vorige week kwam een VN-onderzoekscommissie met een rapport over de illegale wapenhandel in de kampen. Die wapens werden betaald door een oorlogsbelasting te vragen aan medewerkers van hulporganisaties en door voedselhulp gewoon te verkopen.

BRIGOU : Wij hebben van in het begin gewezen op de moeilijkheden met de enkele tienduizenden ex-militairen en militieleden in de kampen. Er zijn pogingen geweest om hen van de burgers af te zonderen of om hen te ontwapenen, maar zonder resultaat. Wat moesten wij dan doen ? Alle hulp stopzetten en honderdduizenden onschuldigen honger doen lijden ? In alle vluchtelingenkampen ter wereld wordt voedselhulp gemanipuleerd. Daarom weigeren vluchtelingen zo vaak om zich te laten tellen, om zo meer hulp in de wacht te slepen. Maar door de militaire aanwezigheid in de kampen in Zaïre, gebeurde de manipulatie daar natuurlijk wel op een agressievere en meer georganiseerde wijze.

De mensen wilden niet terug naar Rwanda, of hun vrees gegrond was of niet. Waarom zouden ze nu, in een staat van lichamelijke uitputting en paniek, dan wél snel teruggaan ?

BRIGOU : Ik denk dat velen nu zullen teruggaan, zij het niet met volle zin, maar omdat er in Kivu oorlog is en in Rwanda niet. Maar de corridors kunnen in beide richtingen werken.

Wordt voedsel, rechtstreeks of onrechtstreeks, als lokaas gebruikt ?

BRIGOU : Een aantal regeringen en internationale organisaties heeft dat zo cru gesteld, maar wij zeker niet. Als vluchtelingen niet teruggaan, zullen wij de eersten zijn om hen te gaan helpen. Ook al weten wij dat hulp alleen niets oplost. Maar het is het internationale schaamlapje van deze tijd. En het oogt goed op televisie. Het probleem zal nu zijn om de vermoeidheid en het fatalisme bij zowel het grote publiek als de donorlanden te doorbreken.þ

Chris De Stoop

Hoog VN-Commissaris voor de Vluchtelingen Sadaka Ogata (hier tussen de Europese Commissarissen voor Ontwikkeling en Humanitaire Hulp Joao De Pinheiro en Emma Bonino) : terugkeercorridors.

Mensen op de vlucht : de corridors kunnen in beide richtingen werken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content