Zelf zijn wij nog altijd op zoek naar waar de rubriek Cultuur precies begint, en waar Boeken eindigt, maar het merendeel van de lezers is dolenthousiast over de nieuwe opmaak, waarin zij hun geliefde blad vorige week mochten begroeten. Bloemen, kaarten met gelukwensen, kisten wijn, fruittaarten, ja zelfs een stripogram hebben wij ontvangen. Plus een waslijst suggesties van iemand die beweerde het beter te kunnen, maar die zich verraadde door als eerste tip een gevoelige uitbreiding van de rubriek Economie te bepleiten. En door zijn opmerkingen met de binnenpost te versturen.

We lagen pas een uur in de winkel of Claudia, onze wat speelse receptioniste, kreeg de schrik van haar leven toen twee bebloede kruiers een achterkwartier van een vaars binnen sleepten. Een geschenk van de mannen van het slachthuis, die ons gunstig gezind zijn sinds wij openlijk afstand hebben genomen van een stielbederver als Michel Vandenbosch. Op de koe hing een briefje: “Smakelijk, en veel succes met uw nieuwe lay-out.”

Is de nieuwe vormgeving extern zeer gunstig onthaald, dan gebiedt de waarheid ons te vertellen dat intern op een heel andere wijze is gereageerd. De redactie krijgt het nieuwe nummer meestal onder ogen tijdens de beruchte dinsdagvergaderingen, die in normale omstandigheden al in een veeleer explosief sfeertje verlopen. Vorige week was het een uitslaande brand.

De eerste die een beroerte nabij was, was onze chef-cultuur, die om te beginnen wit wegtrok, vervolgens rood aanliep, en tenslotte met een ruk overeind veerde, een mes van tussen zijn broeksriem trok en dreigend uitvoer: “Wie heeft die foto zo klein afgedrukt?”

Onze chef-opmaak en onze hoofdredacteur gebaarden beiden van krommenaas, en keken zachtjes fluitend een andere richting uit, terwijl onze eindredacteur zich in paniek voor de geest trachtte te halen hoeveel tekens hij uit het artikel had geschrapt. Het was iets meer dan de helft geweest.

Kort samengevat komt het nieuwe concept van Knack namelijk hierop neer: meer foto’s en minder tekst. “We moeten onze sterke punten beter uitspelen, en de zwakke meer verdoezelen”, had onze uitgever, de heer De Nolf, zeer subtiel opgemerkt tijdens een voorbereidende vergadering. Weinigen van ons hadden de draagkracht van die belediging begrepen. Velen meenden dat hun artikels van drie bladzijden in het vervolg over vijf bladzijden zouden worden uitgesmeerd. Dat dit niet zo was, werd pas vorige week duidelijk.

Alleen het interview van onze hoofdredacteur met Johan Vande Lanotte, bleek aanzienlijk ruimer uit te vallen dan was begroot, en werd opgefleurd door een paginagrote en overigens prachtige foto van Vande Lanotte. Op zich nochtans een lelijke mens.

Toen de andere redacteurs ontdekten dat bij hun artikels niet alleen kleinere foto’s stonden, maar ook heel wat minder tekst, brak de hel los. Onze chef-economie begon de pagina’s van zijn rubriek te tellen, en stelde tot zijn afgrijzen vast dat hij er vier minder had dan hij had geëist. En toen hij inzag dat die alle vier waren ingepikt door de rubriek Buitenland, trof hij de nodige voorbereidselen voor een ouderwets man-tegen-man-gevecht. Hij doofde zijn sigaar, hing zijn colbertjasje over een stoel, borg bril en manchetknopen op, en begon aan het oprollen zijner mouwen.

Van dat gevecht kwam niets in huis, omdat onze chef-buitenland tot zijn ongeloof merkte dat het logo “Wereld” was verkleind, zodat een onoplettende had kunnen vermoeden dat zijn reportage tot de rubriek “Modern Leven” behoorde.

Het opgewonden geroezemoes ging langzaamaan over in dreigend geschreeuw, toen onze chef-boeken een cicerolat uit zijn jaszak toverde, en onweerlegbaar bewees dat de namen van de redacteurs in de nieuwe formule anderhalve millimeter kleiner zijn geworden dan in de vorige. Ze zijn ook minder vet afgedrukt.

De een beweerde iets over de kleuren, een ander liet het papier tussen duim en middenvinger glijden om te zien of in zijn rubriek geen mindere kwaliteit was gebruikt dan in die van een collega, een derde protesteerde tegen te veel wit op zijn pagina’s, verloren ruimte die rustig met tekst kon worden volgestouwd. Onze chef-wetenschappen vond zijn stuk niet terug.

Door al dat ongenoegen vormde zich een breed front, dat zich als één man opstelde tegenover onze hoofdredacteur. Die zich vertwijfeld zat af te vragen hoe hij het beste kon meedelen dat iedereen van nu af aan per gepubliceerde regel betaald zou worden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content