Bart Cornand

Zes maanden na zijn overlijden wordt Freddie Hubbard (1938-2008) in ere hersteld dankzijeen liveopname uit 1969.

‘Wat denk je? Vind je het goed?’ Trompettist Freddie Hubbard leek wel een jongetje, ook al was hij die ochtend in 2001 al 63. ‘Ik voel me de laatste tijd niet meer zo zeker van mijn techniek, maar de producer zei dat ik vooral moest doorgaan. Maarreuh, vind jij het een goed idee dat ik deze plaat heb opgenomen?’

Wat zeg je op zo’n moment tegen een man die van het eind van de jaren vijftig tot midden jaren zeventig op concerten als ‘The King of the Trumpet’ werd aangekondigd? ‘Nee, mijnheer. New Colors is een stinker’? Zijn lippen waren zodanig kapotgespeeld dat zijn embouchure eraan was, en dat wist hij zelf maar al te goed. Het gesprekje en de bijbehorende cd waren het begin van een aangekondigde dood, die uiteindelijk in december 2008 werd voltrokken. Een pijnlijk einde van een man die op zijn 22e zijn solodebuut op Blue Note maakte met Open Sesame (op voorspraak van Miles David, nog wel), en in de daaropvolgende veertien maanden ook nog de klassiekers Goin’ Up en Ready for Freddie opnam. Nog datzelfde jaar, 1961, verving hij Lee Morgan bij Art Blakeys Jazz Messengers, waar hij uitgroeide tot dé jonge leeuw van de hardbop. Stond later mee aan de weg van de free bij Ornette Coleman en John Coltrane. En díé oude leeuw vroeg of ik zijn nieuwe plaat wel goed genoeg vond. Ik moet een put in de hotelvloer hebben gestaard.

Een half jaar na Hubbards dood brengt Blue Note onuitgegeven materiaal uit, en dat mag absoluut als eerherstel worden beschouwd. Withouta Song – Live in Europe 1969 is een kloppend, ademend, ogenknipperend getuigenis van de meester-technicus. Hub nam in dat jaar deel aan een Europese jazzrevue, een package tour met onder meer het Thad Jones/Mel Lewis Orchestra en gitarist Kenny Burrell, en kreeg ongeveer 35 minuten tijd per avond. De zeven tracks op Without a Song werden opgenomen in Londen, Bristol en ‘ergens’ in Duitsland, en zijn een mix van felle bop, ballads en avant-garde.

Het titelnummer knipt een lekker eind weg, drijvend op Hubbards aangebrande toon, maar plooit zich halfweg helemaal terug op de minimalis-tische pianist Roland Hanna, een heerlijk idiosyncratische ziel met een zware linkerhand. Alleen zijn lange solo rechtvaardigt de aankoop van deze cd al. A Night in Tunisia krijgt een quasi-nonchalant gespeeld thema mee, maar neemt een geweldige vaart dankzij Hanna, bassist Ron Carter en drummer Louis Hayes. Afsluiter Hub-Tones is een schaamteloos bravourestuk – maar waarvoor zouden deze heren zich moeten schamen? Toch zijn het vooral de trage stukken, Body & Soul en met name The Things We Did Last Summer, die beklijven. Weg is de vechtjastoon, ten voordele van een omfloerst geluid dat liefhebbers van Bert Joris zo weten te appreciëren.

Er zit sinds enkele dagen een put in de vloer van de redactie. Net iets te hard zitten meetappen, vrees ik.

FREDDIE HUBBARD, WITHOUT A SONG – LIVE IN EUROPE 1969, BLUE NOTE/EMI

Bart Cornand

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content