Ze is journaliste, dichteres, schrijfster én een van de belangrijkste stemmen uit Zuid-Afrika. ‘Ik moet schrijven’, zegt Antjie Krog. ‘In mijn land kun je niet aan de zijlijn blijven staan.’

‘Een andere tongval,’ Antjie Krog (vertaling Robert Dorsman), Contact, Amsterdam, 432 blz., euro 29,90.

Straks moet ze een performance geven met Tom Lanoye, in Antwerpen . Zij in het Afrikaans, hij vertaalt in het Nederlands. ‘Ik ken Tom al jaren’, zegt ze. ‘Het eerste wat me opviel toen ik hem zag, was zijn onwaarschijnlijk modieus brilmontuur . Bijzonder fascinerend.’ Lachje.

Of ze zenuwachtig is? ‘Nee, helemaal niet’, antwoordt ze ietwat verbaasd. ‘Waarom zou ik nu zenuwachtig zijn? Voor iets wat ik graag doe?’

’t Zijn drukke dagen voor de schrijfster. Ze komt recht uit Kaapstad. Morgenvroeg vertrekt ze alweer naar Berlijn. ‘Elke keer als ik in Europa ben, denk ik: jullie zien er zo verdomd wit uit.’ (lacht) Het is een heel vreemde ervaring voor een Zuid-Afrikaanse: zo’n homogene groep witte mensen bij elkaar zien. Ik liep daarjuist door Antwerpen… Man, ik ben jaloers op jouw stad! De cafés! De boekenwinkels! Maar tegelijkertijd had ik een heel beklemmend gevoel. Iedereen was aan het gsm’en, had mooie kleren en schoenen aan… Ik dacht: jullie, Europeanen, hebben alles te danken aan de meedogenloosheid van jullie voorvaders. Aan een verleden waarin geplunderd is, waarin volkeren gebruikt en misbruikt zijn. Misschien denk je nu: wat heb ik daarmee te maken? Ik heb alles zelf gedaan: een leven opgebouwd, een carrière… Het privilege zit gewoon in je knoken, in je beenderen, in de diepste vezel van je lijf. Ik vind dat je je daar als Europeaan zeer bewust van moet zijn. Het zet aan tot deemoed. En: het verandert ook je houding tegenover je omgeving.’

Ze slurpt van haar koffie. ‘Weet je, als buitenstaander merk je heel sterk hoe de dingen in een land veranderen. Elke keer ik in België kom, voel ik een conservatieve wind waaien. Vandaag zijn jullie bezig met kwesties waar wij twintig, dertig jaar geleden mee worstelden. Ik herinner mij nog heel goed de eerste keer dat ik hier kwam. Het is zeker tien, vijftien jaar geleden. Ik kocht een krant… en dat was mind-blowing. De wereld leek hier zo anders, zo vooruitstrevend. Helemaal anders dan Zuid-Afrika. Op straat vroeg ik iemand: “Ben je bang dat een Turk of Marokkaan aan het hoofd van jullie land zou staan?” “Nee,” antwoordde hij, “mensen zijn mensen.” Ik schrok enorm van dat antwoord. In positieve zin – hoe vooruitstrevend kun je zijn? Nu weet ik: het is makkelijk om zoiets te antwoorden als het geen optie is. En jaren geleden was het géén optie. Ik vraag mij wel eens af: als ik die man vandaag zou tegenkomen, zou hij nog altijd hetzelfde antwoorden?’

Mijn kleine revolutie

Antjie Krog is een van de belangrijkste stemmen uit Zuid-Afrika. Journaliste, schrijfster, dichteres – misschien wel een van de beste van het zwarte continent . Ze heeft net een nieuw boek uit: Een andere tongval. Een samenvatting van de dromen en teleurstellingen van Zuid-Afrika. Ze vertelt hoe het land veranderd is, tien jaar na het afschaffen van de apartheid. Hoe zij veranderd is, ook. Een andere tongval is verschroeiend mooi, maar het doet pijn, het verwart. Zoals de waarheid – als die al bestaat – ook pijn doet, en verwart.

‘Journalisten vragen mij soms: Antjie, waarom schrijf je? Schrijvers krijgen geen subsidies in Zuid-Afrika. En: er zijn zoveel problemen in jouw land. Nét daarom wil ik schrijven. Er zijn zoveel redenen om schrijver te zijn in Zuid-Afrika. Zeker nu. Mijn land heeft nooit een revolutie gehad. Maar de apartheid heeft het leven van iedereen onvoorstelbaar beïnvloed. Ik ben geboren op een boerderij in de provincie Vrijstaat, midden in Afrikaner land. Apartheid, zo werd mij als kind geleerd, is vanzelfsprekend. Heel mijn jeugd, al mijn herinneringen zijn wit. Ik ging met witte kinderen naar witte scholen, met witte kinderen op vakantie naar witte stranden… Over zwarten hoorde ik alleen vertellen: hoe ze waren, hoe ze dachten. Maar al heel snel had ik het gevoel: er klopt iets niet. Ik herinner mij nog dat ik met mijn zwart vriendinnetje naar huis ging en tegen mijn moeder zei: “Kijk mama, we hebben haar handen gewassen en ze zijn nu wit. Mag ze bij ons blijven logeren?” (lacht).’

Krog deed wat het hardst brandde van binnen: schrijven. ‘Toen Pieter Willem Botha aan de macht was, zeiden we: het zal allemaal veranderen als hij weg is. En toen was hij weg. We zeiden: alles zou goed komen als de apartheid voorbij was. En toen was de apartheid voorbij. Nelson Mandela kwam, en later Thabo Mbeki… Begrijp me niet verkeerd: er is sinds de afschaffing van de apartheid heel wat ten goede veranderd in Zuid-Afrika. De economie doet het, tot spijt van wie ’t benijdt, goed. En vooral: vroeger kenden we de zwarten niet. Nu zijn ze onze politici, lezen ze het nieuws voor, spelen ze mee in soaps… Ook in de kunst en de literatuur: overal duiken er verhalen op. En verhalenvertellers… ik vind dit een ongelofelijk boeiende tijd om in te leven.

‘Maar aan de andere kant heb ik het gevoel dat er nog veel moet veranderen. Vraag aan een zwarte wat zijn gevoelens zijn bij tien jaar freedom en hij zal zeggen: er is niet genoeg veranderd. Hij wordt nog altijd gediscrimineerd, gaat naar minderwaardige scholen… Stel aan een blanke dezelfde vraag en hij zal zeggen: er is veel te veel veranderd. Hij is zijn bevoorrechte positie kwijt, er wordt aan zijn rijkdom geknibbeld… De blanken in Zuid-Afrika zijn bang voor die multiculturele samenleving. Dat maakt mij bang. Ik ben voor dit boek terug naar mijn geboorteplaats Kroonstad geweest. Daar zie je hoe de apartheid in de dorpen is blijven voorbestaan. De armoede is er schrijnend. In zekere zin zijn de problemen van Zuid-Afrika de problemen van de wereld. Als die niet aangepakt worden, zullen de mensen van de dorpen naar de steden stromen. En de blanken zullen – zeer terecht – de schuld krijgen. (verontwaardigd) Ook de internationale gemeenschap treft schuld. Toen Mandela president was, reisde elke staatsleider naar Zuid-Afrika. Om, voor de lenzen van tientallen fotografen, handjes te schudden met de president. Dat was goed voor hun imago, het stond sexy… Daar waren we goed voor: medelijden, maar niemand nam ons ernstig.’

Antjie en Juliette

Antjie Krog werd wereldberoemd toen Hollywood dit jaar haar verhaal verfilmde. Country of my skull heette de film. Juliette Binoche played Antjie Krog. De film was barslecht, maar het verhaal is belangrijk. Midden jaren negentig volgde Krog als journaliste voor de Zuid-Afrikaanse radio de Waarheids- en Verzoeningscommissie. Die werd opgericht om de gruwelen vast te leggen die werden gepleegd tijdens de apartheid. Het waren moeilijke, moeizame maanden voor Krog. Ze kraakte onder de verslaggeving van al die gruwel – net als de andere aanwezige journalisten.

‘Het was een obsessie: we stonden er ’s morgens mee op en gingen er ’s avonds weer mee slapen. Op den duur konden we over niets anders meer praten. De confrontatie met die moordenaars en hun slachtoffers was bikkelhard. Ik kende hen. Natuurlijk niet persoonlijk, maar ze behoorden wel tot mijn ras. Ik wist hoe ze dachten, hoe ze voelden… (denkt even na) Ik hou niet van het woord “slecht”. Ik vind dat je niet kunt zeggen: wij zijn de goeden en zij de slechten. Vanaf het moment dat je zegt “Het is allemaal Hitlers fout en de rest is niet verantwoordelijk”, lieg je. In elk van ons zit een moordenaar. De verslaggeving over de commissie heeft mijn ogen doen opengaan. Ze heeft mij doen inzien hoe selectief mijn geheugen wel was. Natuurlijk waren wij in de jaren zeventig en tachtig tegen apartheid. Maar misschien was dat ook gemakkelijk, want wij hadden het goed.’ Krog vergelijkt het met het gevoel dat veel overlevenden hadden na de Tweede Wereldoorlog. ‘Hebben we wel genoeg gedaan?’

De vraag ‘Wat is de erfenis van de Waarheidscommissie?’ is haar waarschijnlijk al honderdduizend keer gesteld. Nu, zoveel jaar later, blijkt het antwoord relevanter dan ooit. Krog: ‘De Waarheids- en Verzoeningcommissie heeft het land fundamenteel veranderd. Dat moeten zelfs de felste critici van toen toegeven. Vroeger hoorde ik mensen in mijn vriendenkring zeggen: “Natuurlijk gebeurden er foute dingen, maar het was niet systematisch.” Dat kan niemand nog beweren. Plus: de eindtekst van de commissie was onze tekst, de tekst van het nieuwe Zuid-Afrika. In het verleden hadden we maar één waarheid. Nu bestaan er meerdere. Ik denk dat veel mensen in Zuid-Afrika beseffen dat de manier waarop ze naar de wereld kijken, maar een perspectief is. Dat iemand anders totaal anders tegen de werkelijkheid aankijkt. Daar is niets mis mee, integendeel: de problemen beginnen wanneer iemand zijn waarheid tot dé waarheid bombardeert.’

Ze schenkt nog wat koffie bij. Ziet de wereld dat ook zo?

Ze schudt het hoofd. ‘Weet je wat mij geshockeerd heeft? Een paar maanden geleden zijn er heel wat journalisten naar Zuid-Afrika gekomen, ter gelegenheid van tien jaar freedom. Ik had vaak het gevoel dat het tien-jaar- freedom-verhaal koste wat het kost ontmaskerd moest worden. Het achterliggende idee was: kijk, die zwarten, ze kunnen het niet. Al die journalisten leken niet zozeer aangedaan door de armoede van Zuid-Afrika, maar wel door de vrede in het land. Ik hoorde een Amerikaan zeggen: ” Chapeau dat jullie vergeven. Maar wij zouden er nog niet aan denken om zoiets te doen. Want wij, Amerikanen, hebben de morele plicht om een onderscheid te maken tussen goed en kwaad.” Dat is zo’n typisch westerse reactie: wij worden bewonderd door mensen die er nooit, maar dan ook nooit, aan zouden denken om hetzelfde te doen. Vergelijk het met die politici die vroeger Mandela een handje kwamen schudden. Het was goed voor hun imago, maar… (zucht) De Waarheids- en Verzoeningscommissie was geen eenmalig wonder. Het was een van de grootste morele bijdragen tot de hedendaagse geschiedenis. Dat moeten jullie, westerlingen, maar eens inzien.’

Door Stijn Tormans

‘Vraag aan een zwarte wat zijn gevoelens zijn bij tien jaar ‘freedom’ en hij zal zeggen: er is niet genoeg veranderd. Stel dezelfde vraag aan een blanke en hij zal zeggen: er is veel te veel veranderd.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content