Waar staat Roularta voor?

Wanneer in december de Roularta Media Group (RMG) op de beurstabellen verschijnt, heeft Brussel er een eerste mediabedrijf bij. Volgens KBC Securities, een van de zogenaamde “managers” die de beursgang begeleiden, gaat het om “een geïntegreerde onderneming in volle expansie met een unieke marktpositie” gerund door “een dynamisch en evenwichtig managementsteam”. In mensentaal: goed volk, goed bedrijf.

Toen Willy De Nolf er in 1954 mee begon, vormde de nv Roularta niets meer dan een lokale uitgeverij van twee Roeselaarse reclamebladen. Zijn bedrijf voerde een bijzonder agressief acquisitiebeleid en richtte waar niks te kopen viel, zelf lokale huis-aan-huisbladen op. Eerst letterlijk langs de toen nieuwe autosnelweg E3 – de Groep E3 – en later in het ganse land.

De jaren zeventig werden die van de magazines. Op het ogenblik dat Roularta Knack boven de doopvont hield (1971), schatten “mediakenners” de overlevingskansen van dit blad op net iets boven de nul. Maar het nieuwsmagazine maakte het en in hetzelfde decennium doken Trends, Trends-Tendance en – op de valreep – Sport Magazine op. Nog een decennium later kwamen daar Le Vif/L’Expressbij, dan een hele reeks bladen voor doelpublieken, zoals Onze Tijd. Uit deze periode stammen verder de eerste, voorzichtige passen op de buitenlandse markt. Op dit ogenblik is Roularta actief in Nederland (opnieuw bladen voor doelpublieken) en in Portugal. Daar valt – met overigens een merkwaardig succes – elke week een exacte kopie van de Belgische Streekkranten in de brievenbussen van Lissabon. De voor de buitenwereld meest in het oog springende evolutie uit dit tijdvak moet echter het opstarten van VTM zijn geweest.

Hoewel er rond de magazines en VTM een aura van een zekere glamour hangt, vormen de huis-aan-huisbladen (de Streekkranten, Steps…) tot nog toe een van de pijlers van het bedrijf. Zegt Rik De Nolf, uitgever en gedelegeerd bestuurder: “Wij zitten nu op een ideale mix. Onze reclame-inkomsten – alles bij elkaar goed voor twee derde van de omzet – zijn gelijkmatig gespreid over de magazines, televisie en de huis-aan-huisbladen.”

Een van de onmiskenbare verdiensten van De Nolf is dat hij zijn groep evenwichtig uitbouwde. Roularta beperkte zich niet tot uitgeven van titels, maar vlocht een hecht net rond zijn reclamewerving en bleef – dikwijls tegen beter weten in – zwaar investeren in een eigen drukkerij. Daardoor ontstond er een sterke autonomie; de groep hangt niet af van grillen van de reclame-industrie of van de klimatologische omstandigheden in de drukkerswereld. Tegelijkertijd bleef het een soort schoenmaker-blijf-bij-je-leest-show. Wilde diversificatie vormt een van de grootste verlokkingen voor mediaconcerns, maar ontpopt zich door gebrek aan marktkennis dikwijls ook tot de doodgravers van giganten. De groep- De Standaard mocht dat in de jaren zeventig aan den lijve ondervinden.

KBC Securities noemt Roularta “een groeier op een markt met een bepaalde cycliciteit, die zeker geen groeimarkt kan heten”. Toch groter worden dus, in een moeilijke sector. Die groei realiseert Roularta onder andere door alsmaar nieuwe initiatieven. Het leverde overigens Rik De Nolf begin jaren tachtig de titel “Cowboy” op (het vakblad voor de reclamesector Pub Magazine). Anderen zullen hem omschrijven als een typische exponent van expansief West-Vlaams ondernemerschap. De gedelegeerd bestuurder beloofde enkele jaren geleden zijn familiebedrijf “een rustpauze en een periode van consolidatie”. Niemand heeft daar ooit iets van gemerkt.

Op korte termijn staan bijvoorbeeld het opstarten van Kanaal Z, een Engelstalige editie van Trends en een Franstalige van Vacature op het programma. Naast de uitbouw van de cd-fabriek in Kuurne die tegen 2000 één miljard moet omzetten en – misschien – het opstarten van een commercieel radionet. Rik De Nolf praat al lang niet meer over consolidatie. Rust roest. “Stilzitten is blijkbaar iets dat niet in ons systeem past.”

J.G.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content