In Frankrijk leven bijna twee miljoen mensen in buurten die steeds meer geïsoleerd raken. Les Pyramides in de Parijse voorstad Evry is zo’n wijk. Eerder dit jaar werd er per ongeluk een vrouw vermoord, wijn en varkensvlees zijn er niet langer te koop.

Afgelopen zomer lekte een geheim rapport van de inlichtingendienst van het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken naar de krant Le Monde. Daaruit blijkt dat ongeveer 1,8 miljoen bewoners van een driehonderdtal ‘gevoelige wijken’ ( quartiers sensibles) beschouwd worden als gettobewoners. Zij raken steeds verder geïsoleerd van de (Franse) buitenwereld.

Intussen weigert het ministerie openbaar te maken om welke wijken het precies gaat. Dat is vreemd, want ook potentiële nieuwe huurders of huizenkopers mogen niet weten of hun nieuwe woning in een van die wijken staat.

Een stadsdeel behoort tot de ‘geïsoleerde buurten’ als het voldoet aan de meeste van de volgende criteria: er is een grote allochtone bevolking bij wie polygamie voorkomt, het verenigingsleven verloopt volgens etnische scheidslijnen, er zijn etnische winkels en meerdere gebedsplaatsen voor moslims, bewoners dragen niet-westerse en religieuze kleding, je vindt er antisemitische en antiwesterse graffiti terug, op scholen zitten leerlingen die net in Frankrijk zijn aangekomen en de taal nog niet spreken, en er is slechts een geringe motivatie voor blanke Fransen om er te blijven wonen.

De wijk Les Pyramides in de ‘nieuwe stad’ Evry voldoet aan vrijwel alle voorwaarden en staat waarschijnlijk op de geheime lijst. En dat terwijl de buurt pas dertig jaar oud is en aanvankelijk een modern leefparadijs moest worden.

In de jaren zestig besloot de regering tot de bouw van Evry en vier andere Villes Nouvelles in een straal van dertig kilometer rondom Parijs. Het doel was de Franse hoofdstad te ontlasten. Evry zou betaalbare, relatief grote huizen en appartementen krijgen, goede trein- en snelwegverbindingen met de hoofdstad, vrije busbanen en moderne architectuur. En tegelijk moest het met gunstige fiscale voorwaarden bedrijven en banen aantrekken: het zou geen slaapstad worden. Rijk en arm moesten bovendien naast elkaar leven, waardoor er geen achterbuurten zouden ontstaan.

Helemaal nieuw was Evry niet. Het plaatsje bestond al, maar heette Evry-Petit-Bourg. ‘Haal dat achtervoegsel “klein dorp” maar weg’, zei de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken destijds tegen de burgemeester. Een aantal gemeenten werd samengevoegd en de bevolking zou binnen enkele decennia stijgen tot 120.000 inwoners. Bovendien werd Evry hoofdstad van het departement Essonne.

‘Jong en dynamisch’

Het plan slaagde gedeeltelijk. De nieuwe wijken werden uit de grond gestampt en de bedrijven kwamen. De grote hotelketen Accor (van onder meer Ibis en Novotel) vestigde zijn hoofdkantoor in Evry, net als Carrefour, bekend van de hypermarchés. Ook computergiganten Hewlett-Packard en IBM kochten er bureaus. De bewoners lieten niet op zich wachten. Met vijfduizend per jaar kwamen ze. Veel Parijzenaars maakten de overstap, al is de bevolking tot op vandaag nog steeds een derde kleiner dan gepland en wordt er nauwelijks nog gebouwd.

De stad bereikte een van haar belangrijkste doelstellingen: onafhankelijkheid ten opzichte van Parijs. Wie wil, kan in Evry werken, wonen en leven en hoeft niet naar Parijs voor praktische zaken of vertier. Mede dankzij de benoeming tot streekhoofdstad heeft de stad een grote universiteit en tal van andere goede voorzieningen. Het weekblad L’Express noemt de stad in een woningspecial ‘jong, groen en dynamisch’. Er zijn weinig soortgelijke steden, met meer banen dan werkende inwoners, en de gemiddelde woningprijzen in Evry stegen in 2003 met 20 procent.

In de wijk Les Pyramides echter kelderden de prijzen. Ook die buurt is op het eerste gezicht niet onaantrekkelijk: bijna nergens in Frankrijk krijgen voetganger en fiets zo veel ruimte en de busbaan garandeert een snelle doorstroming. En hoewel de piramidevormige appartementsgebouwen die de buurt zijn naam gaven, in slechte staat verkeren, zijn ze niet onaantrekkelijk. Meestal tellen ze twaalf à veertien etages zonder evenwel de naargeestigheid van hoge flats uit te stralen. Door de getrapte vorm heeft vrijwel ieder appartement een groot balkon en tussen de gebouwen is veel groen.

Toch is de wijk een achterbuurt geworden. Wanneer de schrijver Michel Houellebecq Evry en omstreken beschrijft in Platform (2001), heeft hij het over ‘de hoogste criminaliteitscijfers van heel Frankrijk’. Een van de hoofdpersonen werkt in Evry bij Accor (dat hij ‘Aurore’ noemt). Houellebecq: ‘Elke week werden er bussen, politieauto’s en brandweerwagens overvallen. Over straatgeweld en diefstal waren niet eens nauwkeurige cijfers beschikbaar; volgens sommige schattingen moest het aantal ingediende aanklachten met vijf worden vermenigvuldigd om het juiste getal te verkrijgen. De bedrijfsgebouwen [van Aurore] werden dag en nacht bewaakt door een gewapende beveiligingsploeg. Een interne notitie raadde het personeel aan vanaf een bepaalde tijd het openbaar vervoer te mijden.’

Hoewel bekend is dat Houellebecq graag provoceert en overdrijft, liegen de feiten in de achterbuurten van Evry er niet om. Afgelopen zomer beleefde Les Pyramides, dat vlak bij het centrum ligt, een nieuw dieptepunt toen een 18-jarige jongen per ongeluk een 33-jarige vrouw doodschoot. Hij had ruzie met een andere jongen, die hem nog 800 euro schuldig was voor een scooter. Toen de nieuwe bezitter weigerde te betalen, schoot de jongen hem als waarschuwing in zijn been. Er volgde nog een schot. Mis, zo leek het. Bij aankomst van de ambulance bleek echter dat de jongen een vrouw in haar huis aan de overkant had doodgeschoten. Eerder vielen er al dodelijke slachtoffers bij schietpartijen tussen rivaliserende bendes.

Les Pyramides behoort overigens niet tot de meest gewelddadige wijken van Frankrijk. Ze komt niet voor op een lijst van de politie met 23 probleembuurten waar de openbare veiligheid in gevaar is, doordat er bijvoorbeeld regelmatig politieagenten worden aangevallen of auto’s in de brand gestoken. Het kan blijkbaar nog erger.

Toch heeft de buurt te maken met regelmatig terugkerende incidenten, zoals garagebranden, handel in gestolen goed en voortdurend vandalisme. Groepsverkrachtingen, een fenomeen waarmee voorsteden rond Parijs de afgelopen jaren geregeld te maken kregen, zijn er niet gemeld, maar prostitutie in de garages is er volgens de non Annie des te meer. Zij doet al 25 jaar vrijwilligerswerk voor een katholieke hulppost die voor weinig geld voedsel en kleren verkoopt. Verantwoordelijk zijn in vrijwel alle gevallen groepjes hangjongeren.

Annie beklaagt zich ook over de smerigheid. ‘Vlak na een schoonmaakbeurt is alles al weer vies. Als een vuilniszak openscheurt in een trappenhuis, blijft het afval vaak dagenlang liggen.’

Het is Annie en de hoofdverantwoordelijke van de hulppost, Marie-France, opgevallen hoe snel de buurt de laatste tien jaar is achteruitgegaan. Ze zagen de armoede en de noodzaak van hun hulp toenemen. ‘De blanke gezinnen met kinderen trokken weg uit angst voor het toenemende geweld. Daar kwamen vrijwel uitsluitend immigranten voor in de plaats, vaak illegalen’, zegt Marie-France.

Gedaan was het met het ideaal van arm en rijk in één wijk. Ze vertelt over busjes vol Afrikanen of – de laatste tijd vooral – Oost-Europeanen, die ’s nachts in de buurt worden afgezet om een woning te kraken. ‘Sommige vrouwen zorgen dat ze vlug zwanger raken, waardoor ze het recht hebben te blijven’, zegt ze.

Annie en Marie-France zijn in Les Pyramides gebleven, maar ook zij waren liever verhuisd. Marie-France: ‘Maar toen kwam ik erachter dat de waarde van mijn huis in tien jaar gehalveerd was.’ Nu maken ze beiden een statement van hun aanwezigheid: ‘Het is aan ons om te blijven als we de gettovorming willen tegengaan.’

Smerig geld

Twee jaar geleden besteedden de nationale en zelfs de internationale pers aandacht aan Les Pyramides toen een filiaal van de supermarktketen Franprix besloot niet langer alcohol en varkensvlees te verkopen. Manager Jewad Djaziri had de slechtlopende winkel overgenomen en wilde zich beter richten op de lokale clientèle, in meerderheid moslim. Bovendien was er veel overlast door consumenten die hun bierblikken op het plein voor de winkel opdronken. ‘Mijn voorganger was failliet gegaan’, zegt Djaziri. ‘Ik moest het op een andere manier proberen als ik niet hetzelfde lot wilde ondergaan.’

Zijn halal-winkel leidde tot grote ophef. De socialistische burgemeester Manuel Valls eiste alcohol en varkensvlees terug in de winkel. Toen dat niet gebeurde, liet hij de winkel sluiten op grond van hygiënische tekortkomingen, wat later is teruggedraaid door de rechter. Volgens Djaziri ging het om pure treiterij. Inmiddels is hij weer open zonder het logo van de keten en met een extra grote afdeling exotische groenten en fruit.

‘Wijn verkopen levert mij argent sale op’, zegt hij. ‘Smerig geld’, vergelijkbaar met inkomsten uit de handel in gestolen goederen, die volgens een artikel in Le Monde welig tiert in Evry. ‘De bakker op de hoek wilde laatst een jongen aannemen, maar toen die hoorde wat hij maandelijks zou gaan verdienen, antwoordde hij: “Dat verdien ik op een halve dag.” Le business noemen ze dat’, zegt Djaziri. Gloednieuwe Nike-schoenen voor 60 euro, dito mobiele telefoons voor ongeveer 30 euro: in Evry hoef je alleen maar de juiste mensen te kennen.

Onder leiding van Valls onderzoekt de gemeente of een spreidingsbeleid een oplossing zou kunnen bieden. Ook moeten de probleemjongeren meer uitzicht krijgen op een baan. Uit steekproeven van antiracismeorganisaties blijkt dat kandidaten met Arabische achternamen veel minder kans maken op werk dan hun even hoog opgeleide concurrenten met Franse namen. Supermarkthouder Djaziri is het daar op zich mee eens, maar vindt de hoge werkloosheid ook de schuld van veel jongeren zelf. ‘Als ze echt zouden willen, kunnen ze best iets vinden’, zegt hij.

Ook de regering neemt de problemen serieus. Vorige zomer besloot toenmalig minister van Stadszaken Jean- Louis Borloo – dit voorjaar promoveerde hij naar Sociale Zaken – tot een groot reddingsplan voor de slechte buurten, dat door sommigen een ‘Mar- shallplan’ is genoemd. Dertig miljard euro moet het kosten. Een aantal speerpunten zijn fiscale voordelen voor bedrijven in de achterstandsbuurten, grootschalige renovatie van de woningen en kwijtschelding van schulden voor de allerarmsten. Er is nog hoop voor Les Pyramides.

Olivier van Beemen

‘Ik kwam erachter dat de waarde van mijn huis in tien jaar gehalveerd was.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content