Met een conjunctuurbuffer en een investeringscomité kan de Vlaamse regering volgens Frank Vandenbroucke de economische crisis counteren.

Vlaams viceminister-president Frank Vandenbroucke (SP.A) pleit voor een andere rolverdeling tussen de federale overheid, die moet sparen voor de groeiende kosten van de vergrijzing, en de overheden van de deelstaten, die met hun middelen meer moeten investeren. Hij wil dat de Vlaamse regering snel kleur bekent over een aantal voorstellen om te anticiperen op de economische impact van de financiële crisis met ‘een beleid dat tegen de terugval van de conjunctuur ingaat’.

Concreet denkt Vandenbroucke aan een grotere ‘conjunctuurbuffer’ in de Vlaamse begroting van 2009 en de oprichting binnen de Vlaamse regering van een investeringscomité. Dat moet erover waken dat alle geplande investeringen worden uitgevoerd of anders naar ‘reserveprojecten’ worden afgeleid. Daardoor blijven voor ongeveer 400 miljoen euro aan kredieten niet benut. Dat geld kan volgens Vandenbroucke dienen om van vervuilde gronden nieuwe bedrijfsterreinen te maken (er liggen 42 zogenaamde brownfieldprojecten klaar) en om ‘slimme netwerken’ uit te bouwen op het vlak van energie en mobiliteit. Andere suggesties houden verband met de nodige kapitaalsverschaffing aan kmo’s en aan startende en innovatieve ondernemers.

Als deze keynesiaanse aanpak positieve gevolgen heeft voor de Vlaamse economie en werkgelegenheid, levert dat extra belastinginkomsten en sociale bijdragen op voor de federale overheid. Die krijgt daardoor meer finan-ciële ademruimte. Hetzelfde doel heeft de opstelling van de Vlaamse regering om niet zomaar in te gaan op de vraag van federaal premier Yves Letereme (CD&V) om volgend jaar 500 miljoen opzij te zetten voor een globaal evenwicht van de overheidsfinanciën. De Vlaamse regering neemt dan liever uitgaven over die nu al tot haar bevoegdheden behoren, maar nog altijd door de federale regering gedaan worden. Het lijstje is lang: van de fiscale aftrek voor energiebesparing tot het grootstedenbeleid. De weerslag op de Vlaamse begroting – en omgekeerd dus ook op het federale budget – is goed voor 400 miljoen.

Dat Vandenbroucke met zijn initiatief de zichtbaarheid van zijn met zichzelf worstelende partij voor de regionale verkiezingen in juni 2009 wil vergroten, zal ongetwijfeld meespelen. Maar over de zin en de urgentie ervan kan geen discussie bestaan. Het is ook consequent met de ‘nieuwjaarsbrief’, die hij destijds samen met partijgenoot Johan Vande Lanotte schreef over ‘het scharnierjaar 2004’. Gedurende vijf jaar is met die boodschap over de enorme uitdagingen van de vergrijzing echter bitter weinig gedaan. In de paarse periode werd niet of nauwelijks gespaard om de snelle stijging van de uitgaven voor de pensioenen en de medische zorg van een ouder wordende bevolking te financieren. Van de regering-Leterme moet er op dat vlak dit en volgend jaar evenmin iets verwacht worden. Integendeel. De factuur van de vergrijzing wordt steeds doorgeschoven. Maar betaald zal ze moeten worden. Een scherp generatieconflict tussen het actieve en het oudere deel van de bevolking is daarmee in de maak. Veel tijd om de lont uit dat maatschappelijke kruitvat te halen, is er echt niet meer. 2009 is opnieuw een scharnierjaar.

door Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content