Het Westerschelde-dossier koppelen aan dat van de HST-lijn zou de zaken er niet noodzakelijk op vereenvoudigen.

Vlaams minister-president Yves Leterme (CD&V) kreeg vorige week in Den Haag van de Nederlandse premier Jan Peter Balkenende de mondelinge garantie dat zijn regering de verdieping van de Westerschelde binnenkort zal goedkeuren. Net zoals enkele andere gemeenschappelijke infrastructuurdossiers, zit de uitdieping van de vaargeul al jaren in het slop. Een van de problemen is dat het Nederlandse parlement de toezegging voor de Westerschelde wil koppelen aan Belgische beloftes over de hogesnelheidslijn voor de trein tussen Amsterdam en Brussel, een dossier waarover federaal minister van Overheidsbedrijven Johan Vande Lanotte (SP.A) deze week overlegt met zijn Nederlandse collega Karla Peijs.

Balkenende zei nu te beseffen dat de dossiers in het federale België niet te combineren vallen. Volgens Jan Wouters, gewoon hoogleraar Internationaal Recht aan de KU Leuven, zijn de verschillende Belgische beleidsniveaus niet noodzakelijk nefast voor de onderhandelingen. ‘Na de vorige verdieping van de Westerschelde verklaarden de onderhandelaars dat juist de aparte Vlaamse positie het verdrag mogelijk had gemaakt. Doordat Wallonië relatief weinig belang had bij een uitgediepte vaargeul naar de Antwerpse haven en de akkoorden een zware last legden op België, verschenen de Belgische vertegenwoordigers altijd gehandicapt aan de onderhandelingstafel.’

Zowel de uitdieping van de Westerschelde als de komst van de HST-lijn sleept al jaren aan. Had een koppeling die dossiers niet kunnen versnellen?

jan WOUTERS: Het verleden heeft uitgewezen dat een koppeling niet noodzakelijk de gang van zaken versnelt, net zomin als het de sfeer van de onderhandelingen ten goede komt. Zeker niet als het gaat over thema’s die niet aan elkaar gerelateerd zijn. Beide dossiers zijn bovendien anders van aard: bij de HST-lijn gaat het over de implementatie van gemaakte afspraken, terwijl er voor de verdieping van de Westerschelde een nieuw akkoord moet komen. Dat maakt een koppeling nog minder vanzelfsprekend.

Is er voldoende overleg tussen het Vlaamse en het federale niveau?

WOUTERS: Er bestaat een interministeriële conferentie voor buitenlands beleid, maar dat is geen ideaal forum voor deze problematiek door de aanwezigheid van niet-betrokken overheden zoals de Brusselse en de Franstalige. Het lijkt me echter voor de hand te liggen dat zowel de ministers als de topambtenaren daarover informele gesprekken voeren.

H.C.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content