De curatoren van Sabena gunnen opvolger DAT een kans. Maar veel hoopgevende signalen zijn er niet. Of het zouden de geheime onderhandelingen met American Airlines en Singapore Airlines moeten zijn.
Curator Christian van Buggenhout van het failliete Sabena betreurt het pessimisme over de slaagkansen van opvolger Delta Air Transport (DAT). Maar hij heeft zelf bitter weinig goed nieuws te brengen. Zo kon de handelsrechtbank nog geen oplossing vinden voor het probleem van het Sabena Interservice Center (SIC). Dat coördinatiecentrum, dat voor driekwart eigenaar is van zijn failliete luchtvaartmaatschappij en voor twintig procent van dochter DAT, draait onder concordaat. Het SIC torst een schuldenlast van 14,04 miljard frank (348 miljoen euro) bij banken en privé-investeerders, en heeft voor 21,94 miljard frank twijfelachtige vorderingen (543 miljoen euro) bij het failliete Sabena zelf en bij sukkelaars als DAT (4,53 miljard frank, 112 miljoen euro) en Sabena Technics. Het theoretisch eigen vermogen bedraagt slechts 9,96 miljard frank (246 miljoen euro) en de kas bevat niet meer dan 1,2 miljard frank (29 miljoen euro).
Het SIC probeert vooral de banken ervan te overtuigen de schuld in aandelen om te zetten. Bovenop die getrapte investering in DAT zouden zij nog 4 miljard frank (100 miljoen euro) moeten bijpassen op het investeringsbedrag van het consortium Lippens-Davignon. Als de schuldeisers op 30 november het herstelplan niet aanvaarden, gaat het SIC failliet en volgen DAT en Sabena Technics.
Over de deelnemers aan het consortium dat 8 miljard frank (200 miljoen euro) klaar heeft voor DAT-plus, bestaat grote onduidelijkheid. De privé-investeerders lijken het daglicht een beetje te schuwen. De Vlaamse regering, die met 1 miljard frank (25 miljoen euro) de grootste ‘privébijdrage’ levert, is zelfs ronduit argwanend. Zij eist bijkomende waarborgen en een snelle uitstapmogelijkheid. De regering houdt het investeringsgezelschap fiscale voordelen voor. Het risico van de investeerders is beperkt omdat zij fiscale verliezen en informeel (fictief) kapitaal mogen afschrijven. De belastingbetaler draagt aldus mee het financiële avontuur van DAT-plus.
Het akkoord van Virgin Express heette een belangrijke stap te zijn voor de nieuwe Belgische luchtvaartmaatschappij. Er is veel goeie wil nodig om dat te geloven, want het slaat op niet meer dan de verkoop van stoelen op elkaars vliegtuigen en slechts voor drie lijnen. Dat was wel nodig, want Sabena levert Virgin natuurlijk geen passagiers meer. DAT zelf, zo bekent het cabinepersoneel, vliegt dezer dagen met weinig passagiers en niet zelden zijn de toestellen helemaal leeg.
Een kruisparticipatie of zelfs fusie tussen Virgin en DAT ligt niet in het verschiet. Er is inderdaad reden om voorzichtig te zijn. Het beursgenoteerde Belgische Virgin (voor 59 procent eigendom van Virgin Travel Limited van Richard Branson) boekte verleden jaar bij een omzet van 11,6 miljard frank (287 miljoen euro) een verlies van 2,6 miljard frank (64 miljoen euro). Op elke verkoop van 100 frank maakt de maatschappij 22,4 frank verlies. Het risico bestaat inderdaad dat alweer een luchtvaartmaatschappij zich met Belgisch reddingsgeld tracht te saneren.
Freddy Van Gaever, de gepensioneerde medeoprichter van de Vlaamse Luchtvaartmaatschappij (VLM), die in de jaren zeventig aan het hoofd stond van DAT, heeft al visitekaartjes voor zijn VG Airlines. Hij liet de televisie aanrukken voor wat een non-event is. Namelijk, de aankondiging dat hij een long haul maatschappij wil oprichten op de Verenigde Staten. Maar Van Gaever heeft geen geld. Zo zou de groep Lippens-Davignon de enige twee Airbussen die Sabena in bezit heeft moeten kopen van de curatoren en ze aan hem verhuren. En als ze dat weigeren, gaat hij aankloppen bij de Antwerpse ondernemersfamilies Van Thillo en Leysen.
Intussen onderhandelt Christoph Müller, de voormalige topman van Sabena en huidig gedelegeerd bestuurder van DAT, discreet over een nieuwe baan bij zijn vroegere werkgever Lufthansa. Müller lijkt te vrezen dat zijn toekomst in het Belgische luchtvaartbedrijf achter hem ligt. Op den duur zal eerste minister Guy Verhofstadt toch nog zelf moeten vliegen.
