Marleen Teugels
Marleen Teugels Marleen Teugels is onderzoeksjournalist en auteur. Haar onderzoeksartikelen verschijnen hoofdzakelijk in het tijdschrift Knack. De voorbije zes jaar is ze als docent onderzoeksjournalistiek verbonden aan meerdere journalistieke opleidingen.

Hoe vertel je een patiënte dat zij kanker heeft? Artsen moeten leren omgaan met hun eigen gevoelens van machteloosheid.

“Onderzoek in de Verenigde Staten toont aan dat patiënten van artsen die een empathietraining gekregen hebben, tevredener zijn. Ze zullen ook vlugger geneigd zijn over persoonlijke dingen te praten”, vertelt professor Van Houdenhove. “De artsen zelf scoren ook beter op het vlak van behandelingsresultaten. Het komt er dus op aan de aankomende artsen te leren zich empathisch in te leven in de situatie van de patiënt. Door het stellen van, bijvoorbeeld, open vragen, geeft de arts de patiënt de kans zijn probleem zelf in al zijn aspecten te verwoorden. Dit is geen onbelangrijk detail, want uit onderzoek blijkt dat artsen gemiddeld amper achttien seconden na het stellen van de eerste vraag, de patiënt onderbreken en dus veel te vroeg de diagnose in een bepaalde richting sturen.”

Ook duidelijke informatie over de therapie is essentieel. Van Houdenhove: “Ongeveer de helft van de patiënten is geneigd doktersadviezen niet of maar gedeeltelijk op te volgen. Hoe groter het vertrouwen in de arts, hoe groter de kans dat de patiënt therapietrouw is. Er bestaan bovendien speciale technieken om, bijvoorbeeld, chronische patiënten ervan te overtuigen dat de behandeling de beste kans op slagen biedt als ze zelf actief meewerken.”

Toekomstige artsen krijgen al in de eerste jaren van hun opleiding een aantal basisvaardigheden aangeleerd. Van Houdenhove: “Ze leren bijvoorbeeld hoe ze een slecht-nieuwsgesprek moeten aanpakken. Non-directiviteit en omgaan met emoties zijn hier voorname aspecten. Artsen zijn opgeleid om voortdurend in actie te treden en hebben het erg moeilijk met gevoelens van machteloosheid.”

Hoe vertel je iemand dat ze borstkanker heeft? Dat is ook een ethische kwestie, zegt Van Houdenhove. “Vrijwel iedereen is het erover eens dat de patiënt over een diagnose moet worden ingelicht. Maar wat doe je als het om een prognose gaat? Hoe lang moet je het gesprek daarover uitstellen? Ik ken een koppel, waarvan de man tot op het eind geweigerd heeft zijn vrouw over de slechte prognose van haar ziektebeeld in te lichten. Op die manier trokken ze ongewild een muur op tussen elkaar, terwijl ze elkaar juist dan het meest nodig hadden.”

De communicatie met patiënten met psychosociale of psychosomatische klachten, verdient speciale aandacht. “Als een klacht te maken heeft met te veel stress op het werk, moet de arts proberen de patiënt tot zelfwerkzaamheid aan te sporen, zodat iets aan de oorzaak van de kwaal wordt gedaan”, vertelt Boudewijn Van Houdenhove. “Ernstige en langer durende psychosomatische klachten hebben nogal eens te maken met traumatische ervaringen in de jeugd. Aankomende artsen moeten leren hoe ze daar kunnen naar vragen.”

Als het nodig is, moet de arts een patiënt kunnen verwijzen naar een psychisch hulpverlener. “Dat vraagt natuurlijk enig Fingerspitzengefühl. Artsen zijn vandaag nog onvoldoende gewapend om over seksuele en relationele problemen te praten. Dat heeft gevolgen, want heel wat medicijnen hebben seksuele nevenwerkingen, die de patiënten zelf tijdens de consultatie nauwelijks ter sprake durven brengen.”

Marleen Teugels

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content