Manu Ruys stak de lont aan. Maar een gepensioneerd Antwerps advocaat, Paul Doevenspeck, brengt met ‘Punt’ een Vlaams-nationalistisch en neoconservatief weekblad op de markt. Vlaanderen moet opnieuw denken en strijden.

Sinds 5 februari is Vlaanderen een nieuw opinieweekblad rijker: Punt, ondertiteld ‘Weekblad voor feiten en duiding’. Er kwamen de jongste jaren wel meer bladen op de markt, waarvan een aantal inmiddels alweer is afgevoerd. Maar Punt komt uit een andere wereld, die van het Vlaams nationaal gedachtegoed. Politiek dus – het eerste omslagverhaal gaat over de VLD -, maar ongebonden en belijdend neoconservatief. Punt groeide niet uit de markt, het stoelt op de onvrede over ‘het gebrek aan Vlaamse strijdbaarheid van de libertaire Vlaamse media’.

Merkwaardig toch, Paul Doevenspeck (69), de stichter, is zakenman noch financier, zelfs geen ‘Vlaamse autoriteit’. De gepensioneerde Antwerpse advocaat is een hobby-uitgever, uit overtuiging, zoals je die vroeger wel meer had toen de pers nog niet gecommercialiseerd was.

In den beginne was er Manu Ruys, de gepensioneerde hoofdredacteur en commentator van De Standaard. Hij schrijft in mei 2000 een bijdrage in Het Verbond, het maandblad van het vrij onbekende Nationalistisch Verbond/Nederlandse Volksbeweging, dat ijvert voor de toenadering tussen Vlaanderen en Nederland. Onder de titel ‘Behoefte aan een speerpunt’ betoogt de éminence grise van de Vlaamse strijd dat er behoefte is aan een politiek opinieblad. De bestaande Vlaams nationalistische publicaties lezen slechts weinigen. Waarom ze niet bundelen in één speerpuntblad?

De Vlaamse verenigingen koesteren hun eigen blaadjes en reageren niet. Maar Paul Doevenspeck leest Ruys aandachtig. Wat in Zeebrugge is geschreven, wordt in Malle begrepen. Doevenspeck, die zich in zijn denken rechts van het centrum bevindt, is erg ontevreden over wat hij te lezen krijgt in de dag- en weekbladen. Waarom het niet zelf proberen? Zijn kaartvrienden gunnen hem de troef.

Al aan de Leuvense rechtsfaculteit trekt Doevenspeck op met Hugo Schiltz (ex-VU). Strijdende flaminganten zijn ze – zelfs letterlijk, op de beruchte verboden amnestiebetoging in Lier. De naoorlogse repressie maakte Doevenspeck mee in eigen familie, onder meer een Verdinaso-oom had het erg moeilijk. Samen met Schiltz voert Doevenspeck een goed beklante advocatenassociatie, en alvorens met pensioen te gaan, leidt hij zijn partner naar het kantoor Puelinckx, Linder, Vrolich. Terwijl Schiltz een blitzcarrière maakt in de Volksunie, het tot voorzitter brengt en zelfs tot vice-premier en minister van Begroting (met het Egmontpact als het begin van de neergang) blijft zijn vriend een lokaal politicus. Zo’n twintig jaar lang is Doevenspeck VU-fractieleider in de Antwerpse provincieraad en in de gemeenteraad van Deurne. Schiltz geniet op het podium, Doevenspeck werkt op de achtergrond. Hij is een innemend en bescheiden man, die er zich zelfs als kersverse mediamagnaat zorgen over maakt met een foto in een blad te komen.

ARGENTA EN DE VLAAMSE STEM

De uitgever in spe sticht een vzw om zijn plan uit te werken. Helemaal in de geest van het nieuwe blad noemt hij die ‘De Vlaamse Stem’. Wanneer Doevenspeck op zoek gaat naar investeerders, komt hij als vanzelf terecht bij Karel Van Rompuy, de ‘baas’ van spaarbank Argenta. De twee zijn al vijftig jaar met elkaar bevriend en de advocaat had aan de bank een goede cliënt. Bovendien is Hugo Schiltz extern bestuurder bij de kredietinstelling. Doevenspeck heeft gemeenschappelijke Vlaamse roots met Van Rompuy, wiens vader Maurice een door de repressie getroffen Kempens onderwijzer is. (Die Van Rompuy’s zijn overigens geen familie van de Brusselse CD&V-broers.) Weliswaar is Argenta geboren uit de Vlaamse beweging om aan Vlaamse kapitaalvorming te doen, maar de baas speelt nooit een rol in die Vlaamse beweging en komt ook niet in die milieus – hij komt bijna nergens, wegens geen interesse voor het society-leven. In interviews praat hij alleen over zijn job, conservatief over bankieren – ‘wij zijn de Colruyt onder de banken’ – en over sociale relaties – ‘in het verleden waren de vakbonden nodig, nu zijn het treiteraars’.

De selfmade man richtte een kleine halve eeuw geleden samen met Frans Kuijpers uit het niets Argenta op. Frans is de broer van Willy Kuijpers (ex-VU); ook al een amnestiegevoelige familie. Zij vonden geld bij de Schrijvers, steenbakkers uit Rijkevorsel. De 72-jarige Karel Van Rompuy, een kordate baas, is nog steeds voorzitter van de raad van bestuur van de Argenta Bank- en Verzekeringsgroep. Hij heeft Argenta tot een successtory gemaakt . In 2002 staat 12,5 miljard euro op de balans, een verzesvoudiging in tien jaar. Een zuinige dividendenpolitiek maakt internationale expansie mogelijk en een beursgang niet dringend – in 2004 misschien.

Karel Van Rompuy heeft een punt om in Punt te investeren. Investar, de familieholding, die ook Argenta overkoepelt, nam eerder al media-initiatieven. Zij participeert onder meer in de Koopjeskrant/J’Annonce en de TV-themazender Vitaya.

Daarmee is Paul Doevenspeck halfweg. Op zoek naar de andere helft van het startkapitaal dweilt hij heel Vlaanderen af, van Rik De Nolf van Roularta tot René De Feyter, de voormalig gedelegeerd bestuurder van het Vlaams Economisch Verbond en ex-voorzitter van DeFinancieel-Economische Tijd. Het lijkt hem even te lukken met uitgeverij Biblo.

Na een groot aantal njets komt hij, een beetje ten einde raad, bij Dirk Melkebeek uit Schellebelle terecht. Deze motorfanaat vond dat er geen goed magazine over zijn hobby bestond en bracht dan maar zelf het tijdschrift Motoren & Toerisme op de markt. Vandaag is zijn Meta Media Groep een fikse kmo met een veertigtal werknemers, die een omzet draait van pakweg vijf miljoen euro. Bij een winst nul, omdat het geld naar overnames gaat. De niche-uitgever MMG maakt ook nog Motorweek en diversifieerde met bladen als Modelspoormagazine en de Vlaamse Maxim, een mannenblad. Hij redde het failliete Het Vrije Waasland, dat St.-Niklaas’ burgemeester Freddy Willockx (SP.A) zo na aan het hart lag, maar vormde het om tot een gratis huis-aan-huisblad.

KLOOF TUSSEN BURGER EN PERS

Melkebeek is een buitenbeetje in het gezelschap van de flaminganten rond Punt. Van hem zijn geen Vlaamse gevoeligheden bekend, al weet hij nu wel ‘dat er een kloof bestaat tussen de burger en de pers’ en dat het nieuwe magazine die zal helpen dichten. Voor Meta Media gaat het vooral om expansie. De uitgeverij verzorgt het logistieke en commerciële werk voor het nieuwe blad. Voor het grote werk moet zij bij de drukkerij van de Vlaamse Uitgeversmaatschappij ( DeStandaard…) terecht.

Op 22 mei 2001 stichten Investar en Meta Media Groep een naamloze vennootschap. De Vlaamse Media Groep bezit een kapitaal van 1,24 miljoen euro. Doevenspeck is voorzitter van de raad van bestuur, Dirk Melkebeek, de MMG-financier, is gedelegeerd bestuurder. De redactie is gevestigd in de Uitbreidingsstraat in Antwerpen, aan de voorzijde van Berchem Station (aan de andere kant zit De Financieel-Economische Tijd).

Uiteindelijk is Peter De Roover hoofdredacteur van Punt geworden, nadat een rist professionals had geweigerd (Mark Plattel wegens te VU-gebonden en te duur, Paul Beliën wegens gehuwd met Vlaams Blokster Alexandra Coolen, ex- De Standaard-man Rolf Falter verkoos te werken bij eerste minister Guy Verhofstadt, Marc Grammens had geen zin…). Als leraar toegepaste wetenschappen met vakantie zonder wedde is Peter De Roover journalistiek een neofiet. In het Vlaams nationalisme heeft hij zijn sporen wel verdiend. Hij was lange tijd lid van de Volksunie, maar verliet de partij na de verruimingsoperatie van 1989. Hij restaureerde de Vlaamse Volksbeweging, toen hij er voorzitter van was. En onlangs nam hij, uit journalistieke deontologie, ontslag als voorzitter van het Overlegcentrum van de Vlaamse Verenigingen.

De redactie van Punt beschikt over een redactioneel charter dat de autonomie waarborgt. Paul Doevenspeck, de geestelijke vader van het blad, zegt zich terug te trekken, maar de bestuursvoorzitter houdt nog dagelijkse contacten met de schrijvers. Een autocraat als Karel Van Rompuy in de raad van bestuur heeft niet de gewoonte te passen. En algemeen directeur Melkebeek zal er wel over waken dat de redactionele inhoud het businessplan van 20.000 tot 30.000 verkochte nummers niet schaadt.

Zoals Paul Doevenspeck het heeft bedacht, zal Punt een ambachtelijk persproduct zijn, zonder fast-journalistiek. Het is een flamingant weekblad – ‘zo flamingant als Le Soir francofiel is’ – dat ethisch neoconservatieve standpunten inneemt en rechts van het politieke centrum staat. Geen cordon sanitaire rond het Vlaams Blok in het redactionele charter. In Antwerpen fluisteren ze zelfs dat als ook maar 10 procent van de 600.000 Blokkiezers Punt koopt, het blad een florissante toekomst wacht. Manu Ruys, die Doevenspeck op de gedachte bracht een nieuw opinieblad op te starten, schrijft als occasioneel medewerker een bijdrage in het eerste nummer. ‘Durven vooruit denken’, kopt hij boven zijn stuk waarin hij betoogt dat Franstalig België de uitbreiding van de Vlaamse bevoegdheden blokkeert, zodat Vlaanderen op zichzelf is aangewezen.

Guido Despiegelaere

‘Punt’ is een flamingant weekblad rechts van het politieke centrum.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content