Met het onderzoek van de zaken-Dutroux en -Cools kan alvast schoon schip gemaakt worden in een paar hoven en rechtbanken.

ER WORDT DUS voort gegraven, gesnuffeld, gesnoven en geanalyseerd. Verdachten worden nogmaals ondervraagd en met elkaar geconfronteerd. Anderen worden zo mogelijk geïdentificeerd ; bijvoorbeeld op de weerzinwekkende videobanden die al eerder in beslag werden genomen. Niet alleen Marc Dutroux maar ook andere nog onbekende daders en even onbekende slachtoffertjes zijn namelijk te zien in pornoscènes van het hardste soort. Het is (nog) niet meteen duidelijk waar die opnamen gedraaid werden, waar de gebruikte foltertuigen liggen, wie eventueel de camera bediende, wie ook achter de camera aan die seances deelnam en of de cassettes, niettegenstaande de slechte beeldkwaliteit, ook verhandeld of minstens verspreid werden.

Intussen leveren het in beslag genomen materiaal, de uiterst delicate gesprekken met de twee overlevende meisjes, Laetitia en Sabine, de lijkschouwingen van andere slachtoffers en de ondervragingen een steeds duidelijker profiel op van de hoofdverdachte. Dutroux komt duidelijk naar voren als een perfide en perverse machtswellusteling, die niet alleen fysieke maar ook morele brutaliteiten pleegt en die zich verlustigde in de kolk van geweld, waarin hij zichzelf en zijn handlangers had gestort. Vandaar dat hij wellicht nog andere slachtoffers maakte. Vermoed wordt namelijk dat hij almaar driester tewerk ging en dat hij sinds zijn (psychisch nooit verwerkte) veroordeling door het Hof van Beroep van Bergen op 26 april 1989 tot dertien jaar en zes maanden cel wegens verkrachting en foltering van vijf meisjes en jonge vrouwen , besloten heeft géén getuigen meer in leven te laten ; of dan toch geen getuigen over wie hij geen almacht had.

Precies daarom vermoordde hij niet alleen de inmiddels opgegraven meisjes, maar ook zijn handlanger Bernard Weinstein en misschien zelfs Bruno Tagliaferro, een schroothandelaar die in november 1995 dood werd aangetroffen in zijn caravan in Wanfercée-Baulet, een ander vergeten dorpje in de streek van Charleroi, dat nu geschiedenis maakt. Die man werd eind vorige week opgegraven en blijkt (omwille van een voor Dutroux bezwarende namenlijst ?) destijds vergiftigd te zijn. Een toxicologisch onderzoek moet nu uitwijzen met welk gif en of het misschien dezelfde barbituraten betreft, die Dutroux bij de Brusselse psychiater Dumont tijdens zijn routinebezoeken voorgeschreven kreeg maar die hij in werkelijkheid gebruikte om zijn slachtoffers mee te verdoven en te doden.

In die optiek maakte het dan ook weinig uit of Dutroux en zijn gezellen één of twee slachtoffers tegelijk ontvoerden. Integendeel. Hun sekwestratie en de behandelingen waaraan zij werden onderworpen, konden slechts voor des te meer kicks zorgen. Tot de slachtoffers opgebruikt, ondervoed en gedrogeerd begraven werden. Behoudens Julie en Mélissa en Ann en Eefje zijn er nog tal van meisjes, die verdwenen toen Dutroux (met penitentiair verlof en sinds 8 april 1992 voor goed) vrij rond liep. En er zijn ook de jonge vrouwen van wie het stoffelijk overschot wél werd teruggevonden in omstandigheden die aan Dutroux’ werkwijze doen denken. De lijst van het Disaster Victim Identification (DVI-)team van de rijkwacht is langer dan die van de ouders, die het vorstenpaar tot nog toe in audiëntie ontving op het Koninklijk Paleis.

Terwijl de speurders, de misdrijfanalisten, de psychologen en de magistraten op het terrein bewijzen hoe het moet (én kan), wordt een groot deel van het onderzoek onvermijdelijk bepaald door de ondervragingen van Marc Dutroux zelf. En daarbij worden de meest bekende ondervragingstechnieken best vergeten. De twee rijkswachters, die de vaak onmenselijke taak op zich genomen hebben om de hoofdverdachte te ondervragen, zijn niet alleen verplicht zijn gruwelverhalen te aanhoren, maar moeten ook proberen om hem kalm en zakelijk in zijn helse logica te volgen, om zo te vernemen wat er zoal gebeurd is. Daarbij vergeleken is de ijzingwekkende scène in de film ?The silence of the lambs?, waar de FBI-agente de betrokken psychopaat ondervraagt, slechts een filmische simplificatie.

ZWENDEL.

Hoewel het onomstotelijk vast staat dat Marc Dutroux al in de jaren tachtig zelden of nooit alleen handelde, is het (nog ?) niet duidelijk of hij zonder meer een kopstuk was van een abjecte bende dan wel meedraaide in een wijdvertakt, misschien zelfs winstgevend netwerk van porno- en mensenhandel. Dutroux en trawanten hebben hoe dan ook niks met pedofilie in de gebruikelijke (zij het ook al ziekelijke) zin van het woord te maken. Het gaat hier integendeel om pedoclasten en sadisten van het ergste soort, zoals er nog actief zijn. Getuige daarvan een aantal onopgeloste aanrandingen, waarvan de modus operandi onderling grote gelijkenissen vertoont.

Intussen valt de Dutroux-bende uiteen in twee fracties, al is de scheiding tussen beide beslist niet absoluut. Enerzijds zijn er Dutroux en de geperverteerden, waartoe ook zijn vrouw Michèle Martin en Michel Lelièvre behoren. Anderzijds zijn er Dutroux en de sjacheraars. Dat het onderscheid tussen beide benden voor de verdachten van belang is, bewijst wel de verdedigingstaktiek van sommigen onder hen. Zo bleef de advocate van Michel ?Jean-Michel? Nihoul, een hoogst dubieus zakenman, eind vorige week nog beweren dat haar cliënt slechts kon verweten worden dat hij zijn auto liet herstellen door Michel Lelièvre, met wie hij samen met Dutroux als bij toeval daags na de ontvoering van Laetitia een afspraak had.

Tijdens de voorbije dagen werd echter duidelijk dat Nihoul zowel tot de eerste als de tweede Dutroux-fractie behoorde. Een getuige beweert dat hij Nihoul op 9 augustus gezien heeft op de plaats in Bertrix, waar Laetitia werd ontvoerd. Een Antwerps meisje houdt vol dat zij Nihoul, die ze op tv zag, ooit echt ontmoet heeft toen zij, net als haar zus, als kind seksueel misbruikt werd door hun stiefvader en door hem ook werd meegenomen naar ?een huis? in Brussel, waar ook Nihoul aanwezig was. Die stiefvader moet binnenkort voor de Antwerpse rechter verschijnen. Intussen gaven de betrokken Antwerpse magistraten hun collega’s in Neufchâteau kennis van het dossier, werden ook andere voor Nihoul bezwarende getuigenissen genoteerd en sloeg zijn ex-vrouw, de al eerder geschorste en wegens oplichting veroordeelde ex-advocate Annie Bouty, aan het praten. Zij werd namelijk vorige week donderdag opnieuw opgepakt en bleef dit keer aangehouden.

Alles wijst erop dat Nihoul, Weinstein, Lelièvre en Dutroux elkaar zeer goed kenden. Volgens sommige getuigenissen zou Nihoul persoonlijk betrokken geweest zijn bij bepaalde video-opnames, bij de verdeling ervan en zelfs bij de ontvoering van enkele meisjes. Kortom, allemaal dingen die niks vandoen hebben met het herstellen van een auto. De vraag rijst trouwens of ook andere van de elf aangehoudenen en de verdachten, van wie de rol vooralsnog beperkt blijft tot het gesjacher met auto’s, op hun beurt betrokken waren bij Dutroux’ gruweldaden, of daar minstens weet van hadden.

Dat zou des te erger zijn voor hoofdinspecteur Georges Zicot van de gerechtelijke politie bij het parket van Charleroi. Die werd op zondag 25 augustus, twaalf dagen na Dutroux, Lelièvre, Martin en Nihoul, samen met verzekeringsexpert Thierry Dehaan aangehouden onder de verdenking van autozwendel met Dutroux.

AUGIASSTALLEN.

Zicot en Dehaan worden echter ook genoemd in een zaak van verzekeringsfraude. Philippe Demanet, de zoon van de procureur-generaal bij het Hof van Beroep in Bergen Georges Demanet en gerechtsexpert daar, liet eind 1993 in Spanje de diefstal van een Porsche 911 registreren. Hij reed daar wel mee, maar die was eigendom van Bernard Adam, een andere bekende in Charleroi. Op gezag van Dehaan betaalde de verzekering de eigenaar een goeie drie miljoen frank schadevergoeding. Op 23 augustus jongstleden haalde Bernard Adam die Porsche echter onverwacht tevoorschijn en verklaarde dat de zoon Demanet hem destijds gevraagd had te doen alsof die gestolen was. Bernard Adam en Philippe Demanet werden op vrijdag 30 augustus in beschuldiging gesteld. Intussen had vader Demanet echter zijn zoon publiek verdedigd en hoofdinspecteur Zicot bij het opstrijken van een andere premie verdacht gemaakt.

Daarmee toonde de Dutroux-affaire nogmaals aan welke haaienpool het ambtsgebied van procureur-generaal Demanet, met onder andere de parketten van Bergen en Charleroi, wel is. Daarvan getuigden nog de verwijten die de Doornikse procureur des konings Guy Poncelet begin deze maand op de RTBf-radio lanceerde in verband met de moord op zijn zoon Simon, inspecteur bij de gerechtelijke politie bij het parket (GPP) van Bergen. Hij werd op 21 februari neergeschoten met een dienstwapen van de GPP en was een autozwendel op het spoor.

Vorige week dinsdag werd procureur-generaal Demanet, die het overigens sinds geruime tijd moeilijk heeft met zijn parketten, door justitieminister Stefaan De Clerck (CVP) tot twee maanden uitzonderlijk verlof aangezet. In zijn brief schrijft de procureur-generaal dat hij even afstand neemt omwille van het algemeen belang en om ?in dit klimaat van veralgemeende verdachtmaking, une impartialité et une indépendance absolue? te bewaren. Intussen loopt ook het onderzoek dat de procureur-generaal Jacques Velu bij het Hof van Cassatie inspande toen bleek dat bij de aanloop van het Dutroux-onderzoek in Demanets ressort, in casu in Charleroi, wel eens zou geblunderd zijn.

De procureur des konings daar, Thierry Marchandise, staat er voor een bijna onmogelijke taak. Toen de krant Le Soir vorige week woensdag sommige speurders en magistraten verweet van betrokkenheid bij loense affaires, moest de procureur des konings wel reageren. Hij deed dit zeer heftig, maar niet ondubbelzinnig. Marchandise verzocht namelijk de minister van Justitie ? de charger une autorité adéquate de faire la lumière sur ces rumeurs.? Dit is zoveel als een noodkreet om de Augiasstallen te helpen uitmesten. Dit betekent echter ook dat er, na het veelzeggende zinnetje van de procureur des konings van Neufchâteau Michel Bourlet (? Si on me laisse faire..?), de pensionering van de Luikse procureur-generaal Léon Giet en het verlof van zijn collega Demanet, magistraten opstaan die het gekonkel en geknoei in eigen rangen beu zijn en het gerecht een nieuw élan willen geven. Als er al een verband zou bestaan tussen de jongste onderzoeken naar de moord op PS-topman André Cools en de moorden van Marc Dutroux, dan wel dat.

Frank De Moor

Er zijn steeds meer aanwijzingen dat de dubieuze Brusselse zakenman Jean-Michel Nihoul een scharnierfunctie had in de Dutroux-benden.

Procureur Michel Bourlet van Neufchâteau staat model voor de magistraten die het geknoei en gekonkel in eigen rangen beu zijn.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content