DE GODDELOZE

AVIVA DAVID Sinds kort weet ze ook dat ze hoofdpijn krijgt van twee glazen rode wijn. © Amit Shabi/laif

Aviva David was 18 toen ze trouwde en het leven van een ultraorthodoxe Joodse echtgenote begon te leiden. Toen ontdekte ze het internet, en daarmee ook een nieuwe wereld. Ze wrikte zich los en begon een nieuw leven. Alleen, want haar kinderen is ze kwijt. ‘Mama, ben jij een heks?’

Django Unchained is haar favoriete film, tot nu toe. Ze moet nog altijd lachen als ze denkt aan de wiebelende reuzentand op het dak van de koets van Dr. Schultz, zelfs de slachtpartij in het salon van acteur Leonardo DiCaprio vond ze niet te bloedig. Tot voor kort kende Aviva David DiCaprio niet eens. Quentin Tarantino? Nooit van gehoord. Django Unchained uit 2012 was de eerste film die ze ooit zag.

Aviva David is 33 jaar, werd geboren in Jeruzalem, groeide op in een wereld die geen bioscopen en geen filmsterren kent. ‘Een wereld in zwart-wit’, zegt ze zelf. Tot voor kort leidde ze een leven dat zich ook in de negentiende eeuw had kunnen afspelen. Ze zit in een café in Jeruzalem, niet ver van haar nieuwe woning. Bleke huid met zomersproeten, blauwe ogen, zwart haar. Een beschroomd lachje wanneer ze zich herinnert hoe ze schrok toen in de bioscoopzaal plots het licht uitging. Hoe ze naar de hand greep van haar vriendin, die haar zei: ‘Maak je geen zorgen, dat is heel normaal.’ Hoe ze zich er de hele tijd over verbaasde dat vrouwen naast mannen zaten.

Enkele maanden geleden zette Aviva een punt achter haar vorige leven om een nieuw te beginnen. Ze veranderde van wereld. In de oude, vertrouwde wereld trouwde ze toen ze 18 was en schonk ze haar man zes zonen. In die wereld zorgde ze overdag voor de kinderen, waste, maakte schoon en kookte, tussendoor bad ze en ’s nachts bevredigde ze haar man. Ze had nooit een bioscoop gezien, nooit een theater, niet-liturgische muziek en romans waren verboden. Eenmaal per dag trok ze met de jongste kinderen naar de speeltuin. Ze leidde het leven van een ultraorthodoxe vrouw.

Met die wereld heeft ze gebroken, ook omdat die wereld haar verstoten heeft. Aviva was namelijk beginnen te twijfelen aan wat die wereld samenhoudt: God. ‘Misschien was ik gewoon te nieuwsgierig’, zegt ze. En nieuwsgierigheid past niet goed bij een leven dat wordt bepaald door eeuwenoude zeden en gewoonten. In de nieuwe wereld is ze op zichzelf aangewezen – ‘Ik leef nu op aarde’, zegt ze. Maar de codes die hier gelden, zijn haar vreemd. Op straat kijkt ze naar andere vrouwen om te weten wat ze zou kunnen aantrekken. Ze houdt van korte rokken in felle kleuren, maar ze wil ‘er niet uitzien als een prostituee’. Vandaag op café draagt ze een jeansrok die net haar knieën bedekt, en een T-shirt. Sinds kort lakt ze haar nagels, donkerpaars voor de gelegenheid. Sinds kort weet ze ook dat ze hoofdpijn krijgt van twee glazen rode wijn.

Sinds Aviva van wereld veranderde, mag ze haar zes kinderen niet meer zien. Haar jongste zoon is net drie jaar geworden, maar op zijn verjaardag was ze er niet bij. Ze was ook niet bij de bar mitswa van haar oudste zoon. Ze wist niets van het feest, want zij, de moeder, was niet uitgenodigd. Nadat ze door haar familie was verstoten, huurde ze een kleine woning, op twee straten van haar vroegere huis.

Haar echtgenoot Schai eiste voor de beit din, het rabbijnse gerecht, het exclusieve hoederecht voor de zonen op. Hij beweerde dat ze ontoerekeningsvatbaar was, drugsverslaafd, lid van een sekte. Hij nam een privédetective in dienst, die bewijzen moest verzamelen dat Aviva verantwoordelijk was voor het mislukken van haar huwelijk. De detective vond geen affaire, geen drugs, hij vond iets veel ergers: ‘Uw vrouw’, zo schreef hij aan Aviva’s echtgenoot, ‘heeft zich afgekeerd van God.’

Op straat, waar het gezin vroeger woonde, verschenen plots opschriften. ‘Dood aan de ketterin in ons midden’, stond erop. De rabbijnen en Aviva’s echtgenoot waren het eens: een vrouw die niet meer in God gelooft, dient Satan. Daarmee had ze haar legitimiteit als moeder verbeurd. Aviva zocht een advocaat, ze eiste het gemeenschappelijke hoederecht. Ze leverde urinestalen om te bewijzen dat ze niet drugsverslaafd was. Het hielp niets, het gerecht stelde de uitspraak telkens weer uit. Intussen moesten de jongens bij hun vader blijven, ‘voor het welzijn van de kinderen’.

De beit din is geen normale rechtbank, het is een religieuze instelling – en die beslist over bekering, adoptie, huwelijk en scheiding van alle in Israël levende Joden. De rechters zijn rabbijnen, ze volgen orthodoxe principes.

In Israël bestaat er geen burgerlijk huwelijk, elke religieuze gemeenschap bepaalt zelf wie met wie mag trouwen. Joodse vrouwen moeten voor het huwelijk een ritueel bad nemen, en men vraagt haar naar het tijdstip van haar regels en het laatste geslachtsverkeer. De data worden vergeleken, want seks tijdens de menstruatie geldt als onrein: gehandicapte kinderen of doodgeboortes zouden volgens de rabbijnen het gevolg kunnen zijn.

Wil een koppel, gelovig of niet, scheiden, dan kan alleen de echtgenoot de scheiding van zijn vrouw laten bekrachtigen. Slechts door de get, een scheidingsbrief, wordt de scheiding rechtsgeldig. Vrouwen aan wie de ‘get’ wordt geweigerd, zijn ‘geboeid’. Krijgen ze daarna nog kinderen met een andere partner, dan gelden die officieel als mamserim, bastaards, en die krijgen in Israël later zelf geen toelating om te trouwen omdat ze niet als Joden erkend worden.

Achteraan in de bus

‘Dat orthodoxen beslissen over het samenleven van man en vrouw, dat ze het rechterlijke monopolie bezitten over huwelijk en scheiding, is absurd in een democratie’, zegt Tomer Persiko, godsdienstonderzoeker aan de universiteit van Tel Aviv.

Israël is een land van contradicties. Enkele maanden geleden riep een Amerikaanse krant Tel Aviv uit tot de tweede meest innovatieve stad ter wereld. En toch wonen hier mensen die geen computer, televisie of radio hebben ‘omdat de apparaten indruisen tegen het goddelijke zuiverheidsgebod’. Kennisgevingen worden op posters aan de muren geprikt zoals in de schtetl in de negentiende eeuw.

Israël is een democratie, maar het is ook een land waar de rabbijnen beslissen welke vorm gevulde bladerdeegkoekjes moeten hebben. Een land waarin je tot twee jaar gevangenis kunt krijgen wanneer je een huwelijksceremonie in traditionele stijl maar zonder toelating van het rabbinaat houdt (die bruiloft heeft dan wel geen wettelijk effect, maar wordt gevierd door koppels die al voor de wet in het buitenland getrouwd zijn maar niet willen verzaken aan de traditionele rituelen). Die wet werd uitgevaardigd in het jaar 2013.

Aviva David kent het leven in de streng religieuze gemeenschap sinds haar kindertijd. Haar moeder kwam uit Frankrijk, met het jaar werd ze godsdienstiger in het Heilig Land. Aviva ging naar een ultraorthodoxe meisjesschool. Toen ze 18 jaar was, arrangeerden haar ouders haar huwelijk met Schai. Een rabbijnse huwelijksleraar bracht haar bij wat er in het echtelijke bed moest gebeuren. Vanzelfsprekend alleen wanneer haar man geen andere wensen zou hebben. Tweemaal ontmoette ze Schai in een café, dan trouwden ze. Ze hielden niet van elkaar, ze kenden elkaar niet.

‘We trouwen niet met de persoon die we graag zien, maar we zien degene graag met wie we trouwen’, zegt Aviva. ‘En dat hoeft niet altijd slecht te zijn.’ Bij haar was het alvast niet goed. Schai bestudeerde 14 uur per dag de Thora, ’s morgens vertrok hij thuis en hij kwam nooit terug voor 11 uur ’s avonds. Ze vond hem ontoegankelijk, koel en liefdeloos. Ze voelde zich vaak eenzaam, zij had ook graag gestudeerd. Negen maanden na hun huwelijk kreeg Aviva haar eerste zoon, vijf anderen volgden, tussen haar zwangerschappen lagen nooit meer dan 18 maanden.

De streng religieuzen maken meer dan 10 procent van de Joodse bevolking uit, en hun aantal neemt gestaag toe. Het is niet bekend hoeveel er, zoals Aviva, uitstappen maar het zijn er weinig. Ultraorthodoxe vrouwen krijgen gemiddeld meer dan zes kinderen; één leerling op de drie aan de basisschool komt uit een religieus gezin. Seculiere Israëli’s vrezen in een niet al te verre toekomst door hen gedomineerd te worden. Nu al zijn in Jeruzalem reclameborden die vrouwen tonen, verboden; er zijn bussen waarin vrouwen achteraan en mannen vooraan moeten zitten. Wijken van de ultraorthodoxen bezoek je als vrouw het best niet in jeans en T-shirt.

Die parallelle wereld wordt gefinancierd door de Israëlische staat – en dus door de belastingbetalende burgers. De vrome families worden onderhouden, zodat de mannen zich uitsluitend aan de studie van de Thora kunnen wijden. Het was David Ben-Gurion, Israëls eerste regeringsleider, die dit besluit uitvaardigde. Voor hem waren de haredim, de ultrareligieuzen, een uitstervend fenomeen, hij wilde ze beschermen.

Bij de parlementsverkiezingen in januari 2013 kreeg Jair Lapid, de huidige minister van Financiën, veel stemmen omdat zijn partij de privileges van de ultraorthodoxen wou terugschroeven. ‘Zij horen evengoed legerdienst te doen en te gaan werken als alles Israëli’s’, aldus Lapid. Intussen zit hij in de regering, en heeft hij gemerkt dat het niet simpel is om aan de vromen te zeggen hoe ze moeten leven. Zij hebben heftig betoogd tegen de dienstplicht, en de aangekondigde hervorming is een compromis met zó veel uitzonderingen dat er niet meer ultraorthodoxen onder de wapens worden geroepen dan voorheen.

Aviva David werkte ondanks haar kinderen enkele uren per week in een kleine winkel voor elektrobenodigdheden, voor vijf euro per uur deed ze de boekhouding – voor alles wat niet met de studie van de heilige schrift te maken heeft, zijn bij de ultraorthodoxen de vrouwen bevoegd. Vaak zorgen ze alleen voor de vele kinderen, velen werken daarnaast nog als schoonmaakster of secretaresse. Betere jobs zitten er vaak niet in bij gebrek aan een opleiding – waar alleen God en religie tellen, is er weinig plaats voor wiskunde of vreemde talen. Maar in de winkel stond een computer met internettoegang. Daar begon Aviva te lezen. Ze wilde weten hoe de zaken stonden, met haar geloof, met God die haar zo veel oplegde. Waarom mocht ze niet studeren, waarom mocht ze alleen schoonmaken? Hoe kon God goed zijn, maar tegelijk zo onrechtvaardig? Op het internet zag ze voor het eerst die andere wereld. Voor het eerst zag ze een wereld in kleur.

Leven op Facebook

‘Misschien is mijn nieuwsgierigheid inderdaad de schuld van alles’, zegt ze, onder het zonnescherm van het café. Haar huwelijk was nooit goed, maar het werd met de jaren slechter. Met haar man Schai was ze het gelukkigst toen ze hem voor zijn examens aan de jeshiva, de Bijbelschool, mocht opvragen. Samen lazen ze de Joodse filosoof Maimonides, bij wie het ook gaat om de vraag hoe geloof en rede met elkaar verzoend kunnen worden. Aviva worstelde met die vraag, omdat het geloof haar leven dicteerde. En tegelijk zat het verstand in de weg, en het zei haar dat er nog een ander bestaan was. Waarom schreef God haar dan dat soort leven voor? Ze vroeg het aan haar man.

‘Je bent gek!’ riep Schai. Hij nam haar de werken van Maimonides af.

Wie zijn dochter de Thora onderwijst, die onderwijst haar de lichtzinnigheid, zo staat het in de Talmoed. Ze mocht hem niet langer opvragen. In plaats daarvan las ze nog meer op het internet. Daar vond ze een forum waar mensen die vroeger zeer religieus waren over hun twijfels aan God schreven. Velen hadden alleen het geloof achter zich gelaten, anderen hun hele familie. Aviva las alle reacties in het archief.

Rond die tijd raakte ze voor de zesde keer zwanger. Na vijf zonen: een dochter. Ze was gelukkig. De zwangerschap verliep zonder verwikkelingen. Ze had nu een computer thuis, zodat ze van daaruit kon werken. Onder een andere naam registreerde ze zich op Facebook. Wanneer Schai in de synagoge of in de jeshiva was, ontmoette ze soms mensen die ze op de sociaalnetwerksite had leren kennen. Mensen die twijfelden aan God en religie, mensen zoals zij.

In de veertiende week van haar zwangerschap kreeg ze hevige buikpijnen. Ze voelde haar dochter, die trapte en bokste. Alles in orde, zeiden de artsen. De pijnen werden erger. Aviva kon zich amper nog bewegen. Dagen later bracht ze haar dode dochter ter wereld. Nu wist ze het zeker: er was geen God. Zij en Schai maakten vaker ruzie. Ze vroeg haar rabbi toelating om voorbehoedsmiddelen te gebruiken. God zal u belonen, de messias zal komen, meer zei hij niet. Vele maanden na de doodgeboorte werd Aviva opnieuw zwanger; op haar dertigste kreeg ze haar zesde zoon. Het alledaagse leven werd onverdraaglijk, er was niemand die ze in vertrouwen kon nemen. ‘Hou je aan God, verwoest je gezin niet’, zei haar moeder. Maar ze hield het niet meer uit.

Alles uitproberen

Als niet-religieuze mens kun je je de wereld waarin de ultraorthodoxen leven amper voorstellen, zegt Amos Sofer, en hij probeert het met een beeld: ‘Stel je voor dat je in de jungle wordt gedropt. Zonder geweer, zonder water of gaskomfoor. En je hebt nog nooit een van die overleven-in-het-oerwoud-films gezien.’ De weg die je moet afleggen om van wereld te verwisselen, is enorm. Sofer (49) groeide zelf op in een ultraorthodox gezin. De organisatie waarvoor hij sinds jaren onbezoldigd werkt, huurde een woning in een flatgebouw in het noorden van Tel Aviv. Ze helpt religieuze drop-outs, de zogenoemde twijfelaars, om vat te krijgen op het leven van elke dag buiten hun gemeenschap. Hillel, zo heet de vereniging, naar de gelijknamige liberale Joodse filosoof en rabbijn. Hillel helpt vooral jongere ultraorthodoxen bij het zoeken naar een job en een woonst, bij hun pogingen om een normaal leven te leiden.

Niet ver van Aviva Davids vroegere huis, waar haar man met de kinderen woont, hangen affiches waarop voor Hillel wordt gewaarschuwd: ze zullen je dwingen om varkensvlees te eten; ze zullen je dwingen om je te prostitueren; ze zullen je in de hel dwingen.

De weg terug uit het fundamentalisme is zo pijnlijk en zwaar dat Sofer iedereen eerst aanraadt om, als het enigszins mogelijk is, ‘in zijn wereld te blijven’. Het zelfmoordcijfer bij ex-gelovigen is driemaal hoger dan het Israëlische gemiddelde. Het nieuwe leven is in het begin een reusachtige leegte. Zonder God blijft er niet veel meer over: geen opleiding, geen inkomen, grote eenzaamheid. De families verstoten hun zonen en dochters, ze doen alsof ze gestorven zijn. De ultraorthodoxe gemeenschap stelt afvalligheid gelijk aan zelfmoord, zegt Sofer.

Elke drop-out krijgt bij Hillel psychologische bijstand en een mentor. Die moet de klok rond aanspreekbaar zijn. ‘Ze willen alles uitproberen wat vroeger verboden was’, zegt Sofer. Hij somt op. Drugs, valschermspringen, homoseksualiteit, bordeelbezoek. Toen er nog geen gsm-forfait was, staken velen zich in de schulden.

De dag dat Aviva haar man verliet, spuwde een bekende op straat voor haar voeten. ‘Loop naar de hel’, schreeuwde ze. ‘Maar je kinderen zul je niet meenemen!’

Andere vrouwen zorgen nu voor de kleinsten. Soms gaat Aviva stiekem naar het speelplein. Dan draagt ze haar oude kleren: lange mouwen, lange rok, dikke kousen. In plaats van de pruik die ze vroeger droeg, draagt ze nu een hoofddoek. Ze wil haar kinderen niet nog meer schrik aanjagen. ‘Mama, ben jij een heks?’ vroeg haar oudste zoon, nu 13, toen hij haar onlangs zag.

In de weekends neemt ze af en toe de bus naar Tel Aviv, daar joggen de mensen zelfs op de sabbat. Ze ziet graag hoe de zon in de zee verdwijnt. Op haar Facebookpagina staat nu haar echte naam. Daar heeft ze een videoclip van zangeres Rihanna gepost: We Found Love.

Onlangs kenden de rabbijnen haar man het exclusieve hoederecht toe. Zij, de moeder, mag haar kinderen tweemaal per week twee uur zien.

Ze heeft zich voorgenomen om eindelijk te leren fietsen.

DOOR JULIA AMALIA HEYER; © Der Spiegel

De detective vond geen affaire, geen drugs, hij vond iets veel ergers: ‘Uw vrouw’, zo schreef hij aan Aviva’s echtgenoot, ‘heeft zich afgekeerd van God.’

Seculiere Israëli’s vrezen door ultraorthodoxen gedomineerd te worden. Nu al zijn in Jeruzalem reclameborden die vrouwen tonen, verboden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content