Hubert van Humbeeck

Als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Het is een aloude wetenschap dat grote momenten in de Belgische geschiedenis worden voorafgegaan door grote crisissen. De bekende pactenpolitiek, die tot voor kort als versleten en voorbijgestreefd werd verketterd, leverde vorig weekend een akkoord op over de hervorming van justitie en politie, dat door de eerste minister historisch werd genoemd.

Laten we het erop houden dat de overeenkomst, zoals ze voorligt, op zijn minst opmerkelijk is. Als een groep politici zich over de grens van meerderheid en oppositie heen om de tafel zet voor overleg op dit niveau, is het doorgaans de bedoeling dat ze daarna ook samen in een coalitie stappen om datgene wat ze hebben afgesproken, ook uit te voeren; aan dezelfde kant van de barrière. Nu werden luttele maanden voor de verkiezingen de contouren van een hervorming op papier gezet, die maakt dat de partijen van de meerderheid en het grootste deel van de oppositie eigenlijk geen campagne meer kunnen voeren over datgene wat de mensen, alvast tijdens deze legislatuur, het meeste heeft bezig gehouden: de manier waarop de politiediensten en de magistratuur hun werk doen. Ze zitten, wat dit betreft, nu in hetzelfde bad. Wat meer is: de gesprekken verliepen wel onder de leiding van de premier, maar het initiatief ging uit van de oppositie – zodat geen enkele partij in feite meer pluimen op de hoed kan steken dan de andere.

Dat er op brede basis naar een oplossing werd gezocht, was hoe dan ook onvermijdelijk geworden. De bevolking zou het van, bijvoorbeeld, de liberale partijen niet hebben geaccepteerd dat ze christen-democraten en socialisten niet aan de vereiste meerderheid zouden hebben geholpen om de justitie te hervormen – waarvoor in het parlement een tweederde meerderheid nodig is. Door de politie in een georganiseerd overleg aan justitie te koppelen, konden ze ook op dat vlak hun ideeën kwijt. De meerderheid van haar kant wist dat samenwerken met de oppositie de enige mogelijkheid was om niet met lege handen naar de kiezer te moeten. Ze maakte het overleg wel mogelijk omdat ze haar eigen teksten opnieuw ter bespreking op tafel legde. Het aanbod van de oppositie kwam de regering overigens ook om een andere reden goed uit: ze was namelijk zelf over de hervorming van de politie hopeloos verdeeld; de participatie van de oppositie aan het overleg hielp SP en CVP wellicht vlotter over hun geschillen heen dan anders het geval was geweest.

Zo vielen de kaarten dus aan alle kanten goed. Dermate dat ook de partijen die niet meededen, het Vlaams Blok en het duo Agalev/Ecolo, snel lieten weten dat ze zich in het parlement constructief zullen opstellen. Het akkoord bevat dus in ieder geval een krachtig politiek signaal.

Maar de zaak is daarmee niet rond. Jean-Luc Dehaene liet zondag weten dat er nu tijd is om te velde te toetsen of de tekst daar kans op slagen maakt. Het heeft weinig zin om een hervorming van de justitie op te zetten als daarmee niet tegelijk de strijdbijl wordt begraven tussen de magistratuur en de politieke overheid. Ervoor zorgen dat het gerecht niet langer een machine is voor politieke benoemingen, is één zaak. Mogelijk maken dat de verschillende machten in het land weer op een meer harmonieuze manier met elkaar omgaan, is er een andere – die net zo belangrijk is.

Dat het hele overleg niet vrij was van politiek eigenbelang bewees de discussie over Brussel. De PRL toonde zich overal een voorstander van lokale samenwerking tussen politiekorpsen, behalve in de hoofdstad – waar het probleem zich wellicht het meest stelt van allemaal. De Brusselse Franstaligen zagen in die coöperatie de voorafbeelding van een nakende fusie van de negentien Brusselse gemeenten, waar ze zich blijven tegen verzetten. Een betere politiewerking was daar plotseling veel minder dringend.

Gegrepen door het moment vergeleek de premier dit akkoord met de grote staatshervormingen uit het verleden. Hij is wellicht niet vergeten dat die vaak in kleine schuifjes tot stand kwamen, met vallen en opstaan en met veel bloed, zweet en tranen. De hervorming van politie en justitie mag pas geslaagd worden genoemd als het gevoel van wantrouwen is weggenomen dat de voorbije decennia is gegroeid. De zaak-Dutroux was namelijk niet het begin van de crisis die we hebben beleefd, maar slechts het hoogtepunt ervan. Er is dus inderdaad een stap gezet, maar de weg is nog lang.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content