Leo Neels

Incident ‘De Afspraak’: ‘Dit zegt iets over leiderschap binnen de openbare omroep’

Leo Neels Advocaat en Prof. (em.) Mediarecht KULeuven en UAntwerpen

‘De groteske veelheid aan VRT-directies, managementniveau’s, cheffen en bazen inspireert niet altijd beleid en professioneel handelen’, schrijft Leo Neels.

Het woord kwaliteit staat vier keer in de decretale omschrijving van de opdracht van de openbare omroep. Kwaliteit en hoge kwaliteit. Recente elementen rechtvaardigen de vraag of daar voldoende aandacht voor is; bij de polemiek rond de opvoering van Michaël Deleforterie in De afspraak stond de notie kwaliteit niet erg centraal – om het voorzichtig uit te drukken.

Deleforterie mag zijn mening hebben en uiten. Onze meningsvrijheid is fundamenteel, ze vrijwaart ook de uiting van meningen die schokkeren, verontrusten of zelfs kunnen beledigen. Tegelijk is uitingsvrijheid niet absoluut. Sommige meningen zijn strafbaar en genieten dus niet van uitingsvrijheid, zoals bijvoorbeeld strafbaar racisme. De drempel van strafbaarheid ligt in onze samenleving hoog, we doen niet aan goede smaak of fijngevoeligheid via het strafrecht. Ook onrechtmatige meningen zijn sanctioneerbaar, zoals onrechtmatig toebrengen van reputatieschade. Dat kan onder omstandigheiden burgerrechtelijk worden veroordeeld en leiden tot een schadevergoeding aan de benadeelde personen. Ook daarvoor ligt de civielrechtelijke lat vandaag hoog, soms zo hoog dat de indruk ontstaat dat het recht op eer en goede naam geen fundamenteel recht meer zou zijn.

Incident ‘De Afspraak’: ‘Dit zegt iets over leiderschap binnen de openbare omroep’

De opinies van Deleforterie zijn schokkend; hij verdedigt het concept ‘Islamic State’, en vergoelijkt er de stuitende handelingen van. Die zijn regelrecht strijdig met de verworvenheden van een lange emancipatie van willekeur en terreur naar democratie en fundamentele rechten en vrijheden, bij ons geïnitieerd in de periode van de Verlichting, en sedertdien met moeite verworven.

De complete negatie ervan, gekoppeld aan het gebruik van extreem geweld, waarvoor het IS-kalifaat staat, staat buiten de internationale rechtsorde. Maar eenieder mag bij ons tot uitdrukking brengen dat hij een aanhanger is van dat regime. De contradictie in Deleforterie’s zienswijze is dat hij zijn obsolete mening in onze samenleving vrij kan uiten, terwijl hij een terreurbewind verdedigt waar elke afwijkende opinie met extreem geweld of standrechtelijke executie wordt beantwoord. Dat maakt hem niet tot een opinieheld, tot een persoon van wie we kunnen leren, tot iemand die sereen kan bijdragen tot het publiek debat, tot iemand die inzicht kan bijbrengen in complexe kwesties. Wie de uitzending zag, zag ook de geëtaleerde intellectuele en spirituele leegte.

‘Bij de openbare omroep werd klungelig gehandeld. Men schoot publiek op de presentator van u003cemu003eDe afspraak.u003c/emu003eTen onrechte, vermits het interview in de lijn lag van het format van het programma.’

Bij de openbare omroep werd klungelig gehandeld. Men schoot publiek op de presentator van De afspraak. Ten onrechte, vermits nu eenmaal de lijn van dit soort infotainment niet is om goede journalistiek te brengen op basis van gedegen onderzoek en inzicht, doch slechts om empatische praatjes te maken en formats te vullen op een rustig kabbelende wijze. Zo luidt het beleid van de openbare omroep.

Dit is wat de presentator ook hier deed, en verklaart allicht waarom hij, na eerst – met een tweet (sic!) – in de rug te zijn geschoten, opnieuw werd gerehabiliteerd. De échte vraag is waarom men flarden van redacties en goede professionals, die degelijk journalistiek werk aankunnen, inzet voor verstrooiing en pret.

De gevolgde werkwijze zegt iets over leiderschap in de openbare omroep. De groteske veelheid aan VRT-directies, managementniveau’s, cheffen en bazen inspireert niet altijd beleid en professioneel handelen.

Cultuur van een te grote organisatie die de leidraad kwijt is

Zo konden we lezen dat alles op het laatste moment en met te weinig voorbereiding in elkaar geschroefd werd. Kwaliteit? Zo zijn er een Redactiestatuut en een Deontologische Code, een Programmacharter, en een Programmacharter voor non-fictieprogramma’s, met lijnverantwoordelijkheid, managers, charterraden e tutti quanti.

Terwijl men doelbewust de domeinen vervaagt en de termen infotainment en fait-divers gebruikt, rust de organisatie nog op schema’s van een voorbij tijdperk, met een complexiteit en vergaderbehoefte die onproductief zijn. Dat is nog de cultuur van een veel te grote organisatie die de leidraad kwijt is, wat meebrengt dat er geen tijd is voor de eenvoudige vragen van gezond verstand.

De kern van het debat is immers of de opvattingen van Deleforterie redactionele aandacht verdienden. Wie de man hoorde, kan niet twijfelen aan het negatieve antwoord, hij brengt werkelijk niets in het publiek debat dat enige aandacht rechtvaardigt, niets. In ‘zijn’ kringen, zo werd gepleit tijdens het Sharia-proces, is hij geïsoleerd, en daarbuiten is hij een anonieme jongeman die moeite heeft zijn weg te vinden, een veroordeeld misdadiger ook in het Sharia4Belgiumproces. Niéts rechtvaardigde deze keuze. Zou niemand dat hebben gezien op 20 januari van dit jaar, toen Terzake al tien minuten zendtijd besteedde aan een portret van deze jongen? Waarom gebeurt het dan opnieuw?

De VRT staat midden in de samenleving en is zich bewust van haar impact op de samenleving. (…) Het programmacharter is gebaseerd op een set van ethische en redactionele standaarden die op hun beurt gebaseerd zijn op het beoordelingsvermogen van en overleg tussen mensen met jarenlange ervaring. (…) Het (…) noodzaakt rationeel denken en overleg etc. etc. Allemaal mooie woorden uit VRT-charters, maar die zijn waardeloos zonder praxis.

Spreidstand

Het heeft te maken met ongelukkige keuzen om een bevoorrecht statuut en financiering te willen hebben als openbare omroep, en tegelijk populair te willen zijn. Die spreidstand vraagt om problemen. Men heeft die soms kunnen volhouden, doch langzaam maar zeker is de lat verlaagd, werden concepten als constructieve en empathische journalistiek gelegitimeerd, werd journalistiek talent op tafelspringerij en haardpraatjes gezet, en dilueerden de standaarden.

Kwaliteit? Op vele blogs werden de laatste weken de VRT-actualiteitsprogramma’s vergeleken met Nieuwsuur, het journalistiek formaat op Nederland 2 om 10uur. Dat formaat rust nog op tijd, kennis, alertheid, journalistiek professionalisme en bekwaamheid. Bij ons overheersen protserige decors en repetitieve formattering. Dat ligt niet aan gebrek aan talent – de VRT gonst van talent – maar een tekort aan beleidsvisie en een ondubbelzinnig en concreet kwaliteitsbesef.

Hiërarchische structuren

Nieuwsselectie is altijd al moeilijk en omstreden. Zaken moeten belangrijk zijn en belangwekkend – zo luidt de boutade. Wat IS doet is belangrijk en belangwekkend, maar wat Deleforterie doet of denkt is noch het een noch het ander. Dergelijke keuze moet een grote redactie lucide kunnen maken, zonder grote aarzeling en correct, met gezond verstand en ervaring. In te hiërarchische culturen lijden altijd de factoren gezond verstand, rationaliteit en emotionele intelligentie. Men laat zich snel leiden door verkeerde maatstaven, zoals de vraag wat een concurrent zou doen, of nog, de ijdelheid om te ‘durven’; vaak investeert men dan zijn durf in het verkeerd objectief.

Dit zijn twee thema’s waarover veel wetenschappelijk evidentie is, de zgn. journalistieke selectievoorkeuren (“Media Bias“) en de omstandigheid dat “de journalistieke opinie” zich steeds losser verhoudt tov de publieke opinie (“News Gap“). Op zichzelf is dat niet erg, het is naar mijn mening zelfs nuttig dat er nog zoiets zou zijn als een verantwoordelijke intellectuele voorhoede. Die rust op diepe kennis en inzicht, anders wordt ze moraliserend en fundamentalistisch, en isoleert ze zich in haar parallele universum en eigen gelijk.

‘Interviews zijn een volwaardige journalistieke methode, en een journalist is niet noodzakelijk juridisch en rechtstreeks verantwoordelijk voor de desgevallend racistische praat van een geïnterviewde.’

Interviews zijn een volwaardige journalistieke methode, en een journalist is niet noodzakelijk juridisch en rechtstreeks verantwoordelijk voor de desgevallend racistische praat van een geïnterviewde, noch voor de omstandigheid dat anderen zich door de uitzending van een dergelijk interview beledigd of benadeeld zouden voelen. Zo oordeelde het Hof voor de Rechten van de Mens in een Deense zaak (Jersild vs. Denmark, 1994), doch slechts met een meerderheid van 12 tegen 7. Het Hof legde wel de nadruk – en de rechters van de minderheidsopinie deden dat nog meer – op het belang van een degelijke journalistieke voorbereiding en behandeling. Volgens wat bekend werd, ontbraken die hier evenwel, ingevolge de intrinsieke zwakte van de omgevingsfactoren waarin een presentator zijn plan maar moest trekken.

Openbare omroepopdracht

Ik sluit met een héél ànder voorbeeld van hetzelfde. Niet van journalistiek, maar van marketing, die – laten we de zaken benoemen zoals ze zijn – het onderliggend basisbeginsel is geworden van de VRT.

Canvas scoort opnieuw, ditmaal met een zgn. komische reeks in dialect, Bevergem. Men kan zich de vraag stellen of we daarvoor een openbare omroep nodig hadden, dat is een kernvraag van actueel mediabeleid, maar men gaat daar allemaal snel overheen. Wat er ook van weze, volgens de openbare omroepopdracht wordt het volledig aanbod van de VRT gekenmerkt door de kwaliteit van de programma’s, zowel naar inhoud, naar vorm als naar taalgebruik. De bijna paginagrote advertentie voor de nieuwe serie in DM van 14 oktober luidt als volgt: “Tes woesdag vandoahe. Ton wèt jet wel, njé. Tgoa wére leute zin e betje achter te nehenen ep den televiezje.”

Kwaliteit, het blijft een weerbarstig concept.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content