Johan Vande Lanotte

‘In de strijd tegen terreur moeten we geen proefballonnetjes oplaten maar gewoon de wet toepassen’

Johan Vande Lanotte Minister van staat en advocaat

‘In plaats van bij de eerste slag of stoot angstig de rechtstaat en de vrijheid overboord te kieperen, zouden sommige bestuurders beter gewoon alles doen wat er binnen de grondwet mogelijk is’, schrijft Johan Vande Lanotte (SP.A) naar aanleiding van de voorstellen die de afgelopen weken gedaan werden in de strijd tegen terrorisme.

De voorbije weken werden nogal wat proefballonnetjes opgelaten: wie sympathiseert met IS en dat bekend maakt, is een collaborateur en moet gestraft worden; als de burgemeester denkt dat iemand gevaarlijk zou kunnen zijn, dan moeten we hem preventief kunnen opsluiten. Vreemde voorstellen vind ik dat. Omdat er regels bestaan die én efficiënt kunnen zijn als ze goed worden toegepast én toch een aantal fundamentele grondwettelijke principes hoog houden.

‘In de strijd tegen terreur moeten we geen proefballonnetjes oplaten maar gewoon de wet toepassen’

En vooral omdat we nu geen slogans en ballonnen nodig hebben om op te treden, maar gewoon het toepassen van de wet.

Mogen we vandaag het uiten van een mening bestraffen? Het antwoord is: ja. Als het uiten van de mening nadelig is voor anderen, mag dat gestraft worden. Zo hebben we de bekende vorm van laster en eerroof. Door het uiten van een mening wordt iemand in zijn eer of zijn goede naam geraakt: dan kan dat gestraft worden. Ook oproepen tot geweld kunnen gestraft worden; oproepen tot racisme en haat kunnen gestraft worden.

Kan oproepen tot terrorisme gestraft worden? Ja, want tot nader order houdt terrorisme ook geweld in. Meer nog: Sharia4Belgium is precies daarvoor gestraft. Anderen aanzetten tot terrorisme, tot ronselen voor Syrië of voor de Jihad zijn allemaal uitingen die vandaag strafbaar zijn.

‘Ik ben zelf burgemeester, ik zou het soms wel willen dat alleen mijn mening telde. Maar gelukkig werkt het niet zo in een rechtstaat.’

Maar er is bij al die misdrijven 1 grote regel: alles moet proportioneel zijn. Wanneer op café een dronken aftakelende man van 90 tegenover twee jonge sterke caféhangers een fysieke bedreiging uit, dan zal hij niet gestraft worden. Wanneer een sterk uitgebouwde organisatie via sociale media een grote groep volgelingen tot terreur oproept, dan zal die groep én de verantwoordelijken wél gestraft worden.

Alles is een kwestie van de juiste verhoudingen. Wie oordeelt daarover? De rechter. Want alleen hij of zij heeft een voldoende onafhankelijke positie om in redelijkheid te beslissen.

Mogen we verhinderen dat mensen een misdrijf plegen? Ja. Moeten we wachten tot het misdrijf al gepleegd is? Helemaal niet. Gebeurt dit? ja. Vandaag zitten verschillende mensen in Belgische gevangenissen omdat ze ervan verdacht werden een aanslag voor te bereiden, jongeren te ronselen of andere misdrijven voor te bereiden.

Dat kan alleen als er voldoende elementen zijn om die verdenking aannemelijk te maken. Alleen de mening van een burgemeester of een politieman volstaat niet. En gelukkig maar. Ik ben zelf burgemeester, ik zou het soms wel willen dat alleen mijn mening telde. Maar gelukkig werkt het niet zo in een rechtstaat.

‘Als de burgemeester denkt dat iemand gevaarlijk zou kunnen zijn, dan moet hij het volgende doen: via de politie het parket verwittigen.’

Als de burgemeester denkt dat iemand gevaarlijk zou kunnen zijn, dan moet hij het volgende doen: via de politie het parket verwittigen. In de praktijk gebeurt dat vaak. Het veronderstelt wel dat zowel de bestuurlijke overheid (de burgemeester in de eerste plaats), de politie en het gerecht goed samen werken, met respect voor elkaars bevoegdheden én bezorgdheden. In de stad waar ik burgemeester, gebeurt dat in elk geval. En wie beslist er uiteindelijk of iemand in de gevangenis gaat? De rechter, die alleen aanhoudt als er een ernstige aanwijzingen van schuld bestaan. Dat zijn de regels van de rechtstaat die wij willen verdedigen tegen de terroristen.

Behoedzaam en proportioneel

Sinds de aanslagen in Parijs en Brussel en ook na al de vreselijke aanslagen van deze zomer; dreigen deze regels in de vergeethoek te raken. Het is goed ze opnieuw op te rakelen. Want al kookt ons bloed over van woede en willen wij veiligheid, enkel rechter kan behoedzaam en proportioneel reageren. Behoedzaam en proportioneel: het zijn geen spectaculaire woorden in een oververhit debat dat in termen van oorlog en collaborateurs gevoerd wordt. Maar het zijn wel de enige die er echt toe doen.

We hebben geen nieuwe proefballonnetjes nodig, wel daadwerkelijke actie op basis van al de wetten die bestaan, en samenwerking tussen alle onderdelen van de overheid. Kunnen we zo 100 procent veiligheid bieden? Neen. Maar zou iedereen opsluiten waarvan we denken dat ze gevaarlijk zijn, wel die 100 procent leveren? Neen. De man die in Nice 80 mensen doodde, zou net hetzelfde gedaan hebben. Als daarentegen alle diensten de informatie over Salah Abdeslam ernstig genomen hadden en goed onderling gecommuniceerd hadden, zou dat een levensgroot verschil gemaakt hebben.

Paniekerig zeepbellen blazen

Het is een vreemd zicht. Na elke aanslag die ons of onze buurlanden teistert, roepen sommige bestuurders in ons land in paniek uit: wir schaffen das nicht! En stellen snel allerlei draconische nieuwe maatregelen voor zoals preventieve arrestaties en het vergaand beperken van de vrijheid van meningsuiting.

In plaats van bij de eerste slag en stoot angstig de rechtstaat en de vrijheid overboord te kieperen, zouden ze beter binnen de grenzen van de grondwet alles doen wat er vandaag door sterke bestuurders mogelijk is. In plaats van bij elke aanslag paniekerig een nieuwe zeepbel te blazen, zouden ze beter de terroristen de volle kracht van de wet laten voelen. Terroristen bestrijd je niet in de gazet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content