Kathleen Van Brempt (Vooruit)

‘Het drama van Antwerpen: stad wordt bestuurd door een partijvoorzitter, niet door een burgemeester’

Kathleen Van Brempt (Vooruit) Europarlementslid voor Vooruit

‘De grootste stad van Vlaanderen wordt geleid door een burgemeester die bang is van zijn eigen stad’, schrijft Kathleen Van Brempt van de Antwerpse SP.A. Ze heeft vragen bij hoe Bart De Wever de functies van burgemeester en partijvoorzitter combineert.

‘Het drama van Antwerpen: stad wordt bestuurd door een partijvoorzitter, niet door een burgemeester’

Vlaamse en Franstalige kranten barsten uit hun voegen door de analyses van het gastcollege dat N-VA-voorzitter Bart De Wever aan de Gentse universiteit gaf. Dat was ook precies de bedoeling van mediastrateeg De Wever. Waar camera’s en microfoons staan, bevindt zich ook de spreekbuis naar de brede publieke opinie die de voorzitter moet voeden met wat die al lang denkt. Waar aan oplossingen moet gewerkt worden, is De Wever helaas afwezig.

Het toeval wil immers dat diezelfde Bart De Wever de avond voordien in de Antwerpse gemeenteraad het actualiteitsdebat voorzat over de vluchtelingencrisis en hoe een stad daarmee moet omgaan. Daar, op de plek waar de democratie aan het werk is, zweeg De Wever oorverdovend en liet hij het werk opknappen door schepen Fons ‘een-nee-aan-vluchtelingen-is-de-enige-juiste-keuze’ Duchateau. De Wever hulde zich weliswaar in stilzwijgen, maar zijn lichaamstaal sprak boekdelen. Tijdens mijn interventie staarde hij ostentatief lang naar de plafondschilderingen van de historische raadszaal. De boodschap kon niet duidelijker zijn: wat u zegt over hoe we in de echte wereld moeten omgaan met de vluchtelingencrisis interesseert me niet. Het typeert de politieke strategie die De Wever hanteert: geen daden maar woorden. Inderdaad, hij staat daarmee lijnrecht tegenover de door hem zo verguisde socialisten.

‘De N-VA blaast over de vluchtelingencrisis voortdurend warm en koud’

Zoals ik tijdens dat actualiteitsdebat in Antwerpen al opmerkte, is het zinloos het debat aan te gaan met de N-VA voorzitter, mocht hij al toestaan dat iemand met hem in debat gaat. Zijn partij blaast over de hele vluchtelingenproblematiek voortdurend warm en koud. Zo is in ons land N-VA rabiaat voorstander van een verplicht Europees spreidingsplan, maar stemmen hun vertegenwoordigers in het Europees parlement daar tekens tégen. In Antwerpen wil N-VA geen noodopvang organiseren, maar federaal roept haar staatssecretaris voor asiel en migratie de OCMW’s op om dat wel te doen. De partij zegt dat vluchtelingen in hun regio moeten opgevangen worden, maar is sterkmaker in een regering die weigert daar bijdragen voor te storten aan het Europese hulpfonds voor het Midden Oosten.

N-VA profileert zich als een law-and-order-partij, maar lapt zelf internationale verdragen en internationale rechtsregels aan haar laars. Zo herleidt De Wever oorlogsvluchtelingen tot economische migranten en verwijst hij de Conventie van Genève naar de prullenmand. Over die Conventie zei hij drie jaar geleden overigens krek het omgekeerde: de afbouw van de Conventie van Genève “daar gaan wij nooit aan meedoen; dat zijn mensenrechten hé”. De Wever ridiculiseert uitspraken van het hoogste Europese rechtscollege dat de pushback van vluchtelingen verbiedt of brengt de door internationale afspraken gewaarborgde gelijkheid van kinderen in gevaar met zijn voorstel om het kindergeld voor minderjarige vluchtelingen af te pakken. Maar als in Antwerpen een voetganger het zebrapad niet gebruikt, holaba, dan is een zerotolerantiebeleid aan de orde.

De reden voor die ‘strategie van de gespleten tong’ is duidelijk: de N-VA is nu een partij van het establishment geworden en moet dus gewoon de wet naleven.

De reden voor die ‘strategie van de gespleten tong’ is duidelijk: de N-VA is nu een partij van het establishment geworden en moet dus gewoon de wet naleven. Dat wil zeggen oorlogsvluchtelingen opvangen, zoals voorzien in de Conventie van Genève. Punt. Maar de voorzitter weet uiteraard wat er leeft bij zijn achterban en gebruikt daarom in de publieke fora een anti-establismentrethoriek die slechts tot doel heeft zijn electoraat aan zich te binden. Dat het gevolg daarvan is, dat er in zijn stad helemaal géén beleid wordt gevoerd, is helaas collateral damage voor de Sinjoren.

Dat is het grote drama waarmee mijn stad nu te maken krijgt. Zij wordt geleid door een partijvoorzitter en niet door een burgemeester. De burgemeester van Antwerpen is een man met een indrukwekkend retorisch talent, maar een uiterst zwak beleidsvoerder. Ik begrijp dat Bart De Wever als voorzitter van N-VA een rol te spelen heeft. Het is dus zijn volste recht om zich te keren tégen mensen die de miserie van een oorlog ontvluchten door hen economische migranten te noemen en hen daardoor te herleiden tot ‘illegalen’. Even terzijde: Ook Marine Le Pen is van mening dat deze oorlogsvluchtelingen economische migranten zijn.

Maar als burgemeester – als burgervader! – van de grootste stad van Vlaanderen heeft De Wever een andere rol te spelen. Een burgemeester polariseert niet, maar verzoent. Een burgemeester jaagt geen angst aan, maar stelt gerust. Een burgemeester doet niet alsof een probleem weggeblaft kan worden, maar legt aan zijn bevolking uit hoe het zal opgelost worden.

‘De stad is niet vol, de stad zal groeien’

Zou de burgemeester zich ooit al hebben afgevraagd welk effect zijn uitspraken hebben op al die burgers van zijn stad die zich dagelijks inzetten om vluchtelingen op te vangen of les te geven aan hun kinderen? Hoe moeten al die leraars zich voelen die het uiterste van zichzelf geven om jongeren met taalachterstand Nederlands bij te brengen, als ze te horen krijgen van hun burgemeester dat ze zinloos werk verrichten? Wat moeten de medewerkers van Moeders voor Moeders of Al Ikram wel voelen, als een door mijn partij ingediende motie om hen bij te staan met extra middelen door de meerderheid weggestemd wordt? Wekelijks krijgen die twee NGO’s tot 80 gezinnen over de vloer. Zij kunnen het werk nu al niet meer aan. En ze worden geconfronteerd met een burgemeester die hen de rug toekeert.

Een burgemeester had ook de ‘vol is vol’-retoriek van schepen van sociale zaken Duchateau kunnen ontkrachten. Hij zou kunnen zeggen dat binnen dit en vijftien jaar de bevolking van de stad Antwerpen sowieso zal toenemen met een kleine 100.000 inwoners. De stad is dus niet vol, de stad zal groeien. De burgemeester zou zijn bevolking kunnen gerust stellen en uitleggen hoe het college die verwachte bevolkingsgroei zal opvangen. De realiteit is dat zijn college niet de intentie heeft om daar werk van te maken en de toekomstige generaties in mijn stad zal opzadelen met een indrukwekkend probleem.

‘Vraag om het even waar op de planeet aan de inwoners van een landelijke gemeente wat ze van de stad denken en ze reageren angstig’

De grootste stad van Vlaanderen wordt geleid door een burgemeester die schrik heeft van zijn eigen stad. Tijdens zijn gastcollege in Gent zei hij: “Ik ben eergisteren gaan spreken in Langemark en daar sprak men mij aan over het aanzicht van onze stad. ‘Wa je daar allemaal ziet. t’Is om schrik van te krijgen’. De mensen zien dat wel.” Ook dit is een verfoeilijke, retorische truc. Vraag om het even waar op de planeet aan de inwoners van een landelijke gemeente wat ze van de stad denken en ze reageren angstig. Het onbekende is altijd beangstigend. Dat gebruiken als bewijs dat een stad in werkelijkheid écht een angstaanjagend oord is, is van de pot gerukt.

De werkelijkheid is dat volgens de VN de helft van alle vluchtelingen wereldwijd in steden worden opgevangen. Ze worden er aangetrokken door de hoop op tewerkstelling, huisvesting én reeds bestaande gemeenschappen met een migratieachtergrond. Steden hebben bovendien, veel meer dan landelijke gebieden, de mogelijkheid om die uitdaging aan te gaan, precies omdat ze ervaringsdeskundige zijn als het over migratie gaat, een ruime dienstverleningen én heel wat ervaren NGO’s hebben die kunnen helpen, beschikken over een geconcentreerd economisch netwerk waarmee kan samengewerkt worden, direct op de bal kunnen spelen en de resultaten van hun inspanningen snel kunnen evalueren. Er bestaan heel wat best practice voorbeelden van steden die successen boeken, zowel op het vlak van integratie als bij het wegnemen van de bezorgdheid bij hun eigen bewoners.

Succesvolle steden

Succesvolle steden hebben een lokaal stedelijk actieplan rond diversiteit en migratie en ontwikkelen netwerken met partners zoals NGO’s en het bedrijfsleven. Uiteraard investeren ze in taalonderricht, onderwijs en gezondheidszorg, voeren ze een huisvestingsbeleid dat rekening houdt met een groeiende en diverse bevolking. Ze ontwikkelen een tewerkstellingsbeleid op maat en een ondersteuningsbeleid voor bedrijfsleiders met een migratieachtergrond.

Burgemeesters van dergelijke succesvolle steden werken aan de toekomst, zoeken naar oplossingen en stellen hun bevolking gerust. Zij voeren, net zoals mijn partij dat in Antwerpen wil doen, een beleid dat verbindt en verbetert, niet een beleid dat verdeling zaait en afbouwt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content