Hendrik Vuye & Veerle Wouters

‘Het debat over het Vlaanderen van morgen is meer dan een islamdebat’

Hendrik Vuye & Veerle Wouters Hoogleraar (UNamur) en lector (Hogeschool PXL), voormalige V-Kamerleden

‘Door het debat over de plaats van de religie in onze maatschappij te herleiden tot een islamdebat doen de V-partijen zichzelf de das om. Het Vlaamsnationale verdwijnt zo onder de korenmaat’, stellen Veerle Wouters en Hendrik Vuye.

De Leuvense socioloog Luc Huyse inspireert reeds vele jaren de politieke analyses. Zijn sterkte is dat hij er in slaagt verklarende rasters op de Belgische politiek te leggen. Een van deze rasters zijn de breuklijnen tussen Vlamingen en Franstaligen, gelovigen en vrijzinnigen of tussen arbeiders en kapitaal.

De breuklijnen

In zijn De gewapende vrede (1980, herwerkt in 1986) legt Huyse uit hoe de grote politieke crisissen verlopen langs deze assen. De breuklijn tussen Vlamingen en Franstaligen drijft België tot zes staatshervormingen. De breuklijn tussen gelovigen en vrijzinnigen leidt tot een bitse schoolstrijd, afgerond met een Schoolpact (1958). De breuklijn tussen arbeid en kapitaal zorgt voor de winterstaking (1960) tegen de Eenheidswet, nog versterkt door de tegenstelling tussen stakende Walen en werkwillige Vlamingen.

Het debat over het Vlaanderen van morgen is meer dan een islamdebat.

Hoe tekenen deze breuklijnen zich de laatste decennia af? Met de BHV-saga is het communautaire eerst prominent aanwezig, komt er een zesde staatshervorming (2011-’14), om vervolgens naar de achtergrond te verdwijnen met de vorming van de regering-Michel (2014). De breuklijn tussen arbeid en kapitaal verdwijnt naar de achtergrond met de vorming van de paarsgroene regering-Verhofstadt (1999). De combinatie tussen rood en blauw is maar mogelijk in tijden dat de tegenstellingen tussen arbeid en kapitaal minimaal zijn. De breuklijn komt even terug op de voorgrond met de vorming van de centrumrechtse regering-Michel (2014) en de vakbondsstakingen. Ze breekt echter niet door omwille van de diepe crisis binnen de socialistische partijen.

De breuklijn tussen katholieken en vrijzinnigen is verdwenen. Eind vorige eeuw is onze maatschappij langzaam geseculariseerd. Dit laat zich voelen. In Franstalig België vervelt de Parti social chrétien (PSC) in 2002 tot Centre démocrate humaniste (cdH) en profileert de partij zich niet langer als christelijke partij. Er zijn in die periode nauwelijks debatten over de scheiding tussen kerk en staat. In het Vlaams Parlement voorspelt minister van Binnenlandse Aangelegenheden Paul Van Grembergen (Spirit, ex-VU) in 2003 zelfs dat religieuze symbolen uit de publieke ruimte zullen verdwijnen: ‘De natuur der dingen zal bewijzen dat over 10 jaar de neutrale houding bijna overal wordt aangenomen’. Maar plots duikt deze breuklijn terug op in een nieuw kleedje en beheerst ze prominent het politieke debat. Het islamdebat is geboren.

Het antwoord van de Verlichting op de religieuze renaissance

De geseculariseerde samenleving van begin deze eeuw is niet meer. Het religieuze is opnieuw prominent aanwezig in de publieke ruimte. Hoofddoeken op school, boerka’s in het straatbeeld, boerkini’s in zwembaden, onverdoofd slachten, rituele besnijdenis, halal in de winkelrekken, religieus geïnspireerd onderwijs (islamscholen, joodse scholen…), weigeren een hand te geven om religieuze redenen, een man die tijdens een debat weigert een vrouw aan te kijken… Het zijn thema’s die velen bezig houden.

Gaan we onze omgangsvormen laten bepalen door wat geschreven staat in eeuwenoude boeken?

Het is hoog tijd voor een maatschappelijk debat over de plaats van de religie in de maatschappij. Dit debat is geen debat over de religies. Religie is een privéaangelegenheid en eenieder gelooft wat hij wil geloven. Het wordt pas problematisch wanneer religies een plaats opeisen in het maatschappelijk verkeer en al zeker wanneer ze zich uiten als politieke doctrine. Dit is het debat dat we moeten voeren. Gaan we onze omgangsvormen laten bepalen door wat geschreven staat in eeuwenoude boeken? De burgerlijke wet moet primeren op religieuze voorschriften. Het is een evidentie van de Verlichting, maar deze evidentie wordt steeds meer in vraag gesteld.

Malaise bij de V-partijen en de Vlaamse bewegers

De malaise bij de V-partijen is groot. N-VA geniet met volle teugen van de machtsdeelname en van het tricolore cordon dat deze regeringsparticipatie met zich meebrengt: communautaire stilstand. Vlaams belang zoekt al te graag het comfort op van het cordon sanitaire. En V&W, wij zijn inderdaad zoals voorzitter Wim De Wit het stelt op de IJzerwake, ‘een fractie zonder partij’ met een onzekere toekomst.

Deze malaise treft ook de niet-partijpolitieke Vlaamse beweging. Reeds vele jaren kondigt de Vlaamse Volksbeweging (VVB) een Witboek aan dat de Vlamingen moet overtuigen voor onafhankelijkheid te kiezen. Het Witboek zou er komen voor de verkiezingen van 2019. Enkele weken geleden wordt echter aangekondigd dat dit Witboek er niet komt. Het is niet klaar. Men maakt zich er dan maar van af met de smoes dat het er komt na de regeringsonderhandelingen, als het stof is gaan liggen. Precies alsof het Witboek dan nog enige impact zal hebben. Het Witboek is een Zwartboek geworden.

Deze malaise is geen toeval. De breuklijn tussen Vlamingen en Franstaligen is naar de achtergrond verdreven net omdat twee V-partijen het debat over de plaats van de religie in onze maatschappij herleiden tot een islamdebat. Het echte debat gaat over de plaats van de religies in een modern Vlaanderen.

Hoe de Antwerpse verkiezingen het debat vertekenen

Om Antwerpse electorale redenen herleiden kopstukken van Vlaams belang en N-VA dit debat tot een debat voor of tegen de islam. Het neemt potsierlijke proporties aan. Zo bijvoorbeeld tweet Theo Francken (N-VA) ‘Geen sharia, nu niet, nooit’. Op de 150 kamerleden is er niet één die een voorstel steunt om de sharia in te voeren. Deze dreiging bestaat gewoonweg niet, ze is een zoveelste creatie van de spindoctors.

Staat vrijheid van religie boven het gelijkheidsbeginsel, het ideaal van de Verlichting? Wat ons betreft alvast niet.

Antwerps Vlaams Belang-kopstuk Filip Dewinter herleidt reeds jaren het debat tot een islamdebat. Recent nodigt Filip Dewinter PVV-voorzitter Geert Wilders uit te Antwerpen. Wat heeft Wilders in godsnaam te maken met Vlaamsnationalisme? Wilders is wel de anti-islam-politicus bij uitstek. In de buurt van Wilders en Dewinter duikt plots een orthodoxe jood op, die zijn steun betuigt aan de Antwerpse lijsttrekker. Is de orthodoxe joodse gemeenschap dan een toonbeeld van integratie? Burgemeester Bart De Wever (N-VA) geeft dezelfde boodschap mee. Joden die weigeren handen te geven en zo een van onze elementaire omgangsvormen afwijzen, zijn voor hem geen probleem. Dat ze in afzondering leven al evenmin. Segregatie rijmt hier blijkbaar op integratie. Meer nog, De Wever stelt zelfs dat de chassidische gemeenschap ‘een heel subtiele cultuur is’. Een subtiele cultuur die zich met hand en tand verzet tegen het verbod op onverdoofd slachten, nochtans een belangrijk punt uit het N-VA-partijprogramma. Wat een spagaat.

Het echte debat is veel ruimer en omvat alle religies. De christelijke denktank Logia probeert de christelijke waarden op de kaart te zetten. ‘De vrijheid van godsdienst in gevaar in België’ is de titel van een opiniestuk. De denktank verdedigt het recht op gewetensbezwaar: ‘Het recht op rebellie of ongehoorzaamheid wanneer een staat (dictator, regime, regering) mij dwingt tot daden die ik niet met mijn geweten kan verantwoorden’. Logia pleit hier voor het recht om buiten de maatschappij te treden, om democratisch gestemde rechtsregels naast zich neer te leggen. Vrijheid van religie als de rechtvaardiging om rechten te bekomen die andere burgers niet hebben. Hier moet het debat over gaan. Aanvaarden we dit of niet? Staat vrijheid van religie boven het gelijkheidsbeginsel, het ideaal van de Verlichting? Wat ons betreft alvast niet.

Bondgenoten zoeken

Door het debat te herleiden tot een debat voor of tegen islam schoffeert men moslimgelovigen voor wie religie wel een privéaangelegenheid is. Zij moeten bondgenoten zijn. Maar men zoekt geen bondgenoten, wel integendeel, men polariseert want zo wint men verkiezingen. Linkse partijen worden afgeschilderd als pro-islam, terwijl net die partijen ook bondgenoten zijn in het debat over de plaats van de religie in de maatschappij. En dat zijn ze ook. Wij hebben een voorstel ingediend om in de Grondwet in te schrijven dat de burgerlijke wetten primeren op de religieuze. We krijgen de steun van Laurette Onkelinx (PS), maar N-VA is in de Kamer geen vragende partij. De Kamer en twitter, dat zijn inderdaad twee verschillende werelden. Het probleem op de kaart zetten, dat doet men. Oplossingen, die zoekt men niet.

Durven we het debat aan over de plaats van de religie in het Vlaanderen van morgen?

Door eenzijdig de nadruk te leggen op islam komt het Vlaamsnationale onder druk te staan. Dit is geen toeval. Ook de Franstaligen zijn tegen onverdoofd slachten. Walen zijn plots als het ware bondgenoten. Over onze al te ingewikkelde staatsstructuren en over de transfers spreekt men niet meer. Het islamdebat schuift de breuklijn tussen Vlamingen en Franstaligen onder de korenmaat. N-VA-politici zijn plots razend populair in Franstalig België. Vier jaar geleden waren ze er nog de aartsvijand: ‘les séparatistes‘. Vier jaar geleden gingen de verkiezingen nog over confederalisme, nu over islam. Het debat gaat niet meer over het Vlaanderen van de toekomst, het gaat over één godsdienst.

N-VA en Vlaams Belang, in hun kielzog gevolgd door een significant deel van de Vlaamse beweging, voeren het verkeerde debat. De islam is ongetwijfeld de meest strijdbare religie op dit ogenblik. Hier is het maatschappelijk probleem het meest zichtbaar. Aanslagen gepleegd in naam van de islam maken het ook tastbaar. We schreven reeds herhaaldelijk dat dit een probleem is ‘van’ de islam en niet zomaar ‘in’ de islam. Men kan dus echt niet stellen dat wij dit negeren.

Toch is het echte debat veel ruimer en betreft het alle religies. Durven we het debat aan over de plaats van de religie in het Vlaanderen van morgen? Durven we onze normen en waarden te affirmeren ten opzichte van alle religies? Door deze vragen te stellen kunnen we ook tot oplossingen komen. Of is er iemand die denkt dat het juridisch haalbaar is andere regels uit te vaardigen voor de islam dan voor de andere religies? Wat we wel kunnen is de plaats van het religieuze in onze maatschappij bepalen. Wij vinden het alvast niet gewenst dat men op grond van de vrijheid van religie rechten bekomt die andere burgers niet hebben. Dit botst met het gelijkheidsbeginsel, de basiswaarde van onze maatschappij.

Partner Content