Vrouwen slikken twee keer zoveel antidepressiva als mannen. Logisch, want vrouwen hebben ook dubbel zoveel kans om depressief te zijn. Dat komt door een zwaardere werklast, hoge verwachtingen, trauma’s, stress en ook de vrouwelijke biologie. ‘Psychiaters zeggen te makkelijk: van hormonen ken ik niks, ga maar naar de gynaecoloog. Terwijl die dan weer vinden dat het psychische niet hun domein is. Maar de geestelijke gezondheid stopt niet onder de nek.’
Maar liefst 1,4 miljoen Belgen, of 13,5 procent van de volwassen bevolking, gebruiken antidepressiva, zo blijkt uit cijfers van het Intermutualistisch Agentschap (IMA) voor 2022. Het gebruik stijgt met de leeftijd en ligt bij vrouwen bijna dubbel zo hoog als bij mannen: 17,2 procent van de vrouwen slikt antidepressiva versus 9,2 procent van de mannen.
Dat verschil is niet uniek Belgisch, zegt professor psychiatrie Stephan Claes (Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven). ‘Zowat overal ter wereld gebruiken vrouwen vaker antidepressiva dan mannen.’ Hoe komt dat dan? Zijn dokters meer geneigd om antidepressiva aan vrouwen voor te schrijven? Staan vrouwen meer open voor het gebruik van die medicatie?
Claes kent geen cijfers die een van die hypotheses zouden staven. ‘We weten wel dat vrouwen makkelijker dan mannen naar een dokter stappen met mentale problemen. Maar eigenlijk is de verklaring erg eenvoudig: wereldwijd lijden vrouwen vaker aan depressies dan mannen. Dat blijkt uit cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie. Ongeveer 20 procent van de vrouwen maakt ooit in haar leven een depressie mee, tegenover 10 procent van de mannen.’
Seksueel geweld
Hoe is die kloof te verklaren? ‘Om te beginnen worden vrouwen wereldwijd meer blootgesteld aan maatschappelijke risicofactoren’, zegt Claes. ‘Ze maken, meer dan mannen, psychisch, fysiek en seksueel geweld mee. Wie met jeugdtrauma’s te maken krijgt, in het bijzonder na seksueel misbruik, heeft een verhoogd risico om later psychiatrische problemen zoals depressie te ontwikkelen.’
Vrouwen ervaren ook een zwaardere werklast dan mannen, en werken ook effectief meer dan mannen. ‘Ze presteren niet per se meer uren buitenshuis, maar gemiddeld genomen, als je het huishoudelijk werk erbij rekent, werken vrouwen in totaal 20 procent meer dan mannen’, zegt Claes. ‘Dat is over de hele wereld zo. Door die zwaardere belasting ervaren vrouwen meer stress, en stress kan tot depressie leiden.’
Ook genderdiscriminatie en de loonkloof, waardoor vrouwen vaker in een financieel moeilijke situatie terechtkomen, geven extra stress en dus een grotere kans op depressie. In landen waar de grootste ongelijkheid tussen mannen en vrouwen bestaat zijn de depressiecijfers bij vrouwen het hoogst, zo blijkt uit onderzoek.
Sociale media
Ook professor psychiatrie Livia De Picker (Universitair Psychiatrisch Centrum Duffel en Universiteit Antwerpen) onderzoekt waarom vrouwen meer depressies hebben. Het is de hoofdvraag van een nieuw project dat werd opgestart binnen de door haar opgerichte commissie Women’s Mental Health van The Lancet Psychiatry, het belangrijkste wetenschappelijk tijdschrift in de psychiatrie. ‘We onderzoeken welke factoren bijdragen aan het ontwikkelen van depressie. Het is vooral de bedoeling om de behandeling beter te kunnen afstemmen op de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen’, vertelt De Picker.
‘Een deel van de verklaring voor de genderkloof bij depressies zit in de sociale situatie van vrouwen’, treedt De Picker Claes bij. ‘De situatie van vrouwen is bij ons uiteraard een stuk beter dan in pakweg Afghanistan, maar ook hier zijn er nog altijd genderspecifieke sociale verwachtingen. Zo ervaren vrouwen nog altijd meer druk om een zorgende rol op te nemen, naast al hun andere activiteiten.’ Ook niet te onderschatten, volgens De Picker, is de invloed van sociale media op het zelfbeeld van vrouwen. ‘Vooral jonge meisjes lijken daar erg gevoelig voor.’
Genen en hormonen
Maar het verschil in depressierisico tussen mannen en vrouwen kan niet alleen worden toegeschreven aan socioculturele factoren. ‘Aangezien we werkelijk overal ter wereld meer depressies bij vrouwen dan bij mannen zien, kan het niet anders dan dat ook biologische factoren een rol spelen’, zegt professor Claes.
Het aantal verschillende genen dat betrokken is bij de aanleg voor depressie is een pak groter bij vrouwen dan bij mannen, zo blijkt uit recent Australisch onderzoek van het Berghofer Medical Research Institute, gepubliceerd in Nature Communications. In een studie met 200.000 proefpersonen identificeerden de onderzoekers zestien mogelijke hoogrisicogenen voor depressie bij vrouwen tegenover acht bij mannen. ’Belangrijk onderzoek,’ zegt professor De Picker, ‘maar genetische aanleg biedt slechts een deel van de verklaring. Ook hormonen spelen een belangrijke rol.’
‘Als je naar de cijfers kijkt, zie je dat het risico op depressie bij jongens en meisjes in de kindertijd amper verschilt’, zegt Claes. ‘Pas in de middelbare school, bij de start van de puberteit, begint dat verschil zich duidelijk af te tekenen. Meisjes worden gevoeliger voor angsten en depressie dan jongens, terwijl we er toch van kunnen uitgaan dat de stress en de belasting bij jongens en meisjes in die periode soortgelijk is.’
Het kan dus niet anders of het verschil is voor een belangrijk stuk aan hormonen toe te schrijven, aldus Claes. ‘We zien bij vrouwen ook duidelijke hoogrisicomomenten voor depressie rond zwangerschap en bevalling, periodes met grote hormonale schommelingen. En het is wellicht ook geen toeval dat bij vrouwen tussen 40 en 60 jaar, een periode met grote hormonale veranderingen door de perimenopauze, het depressierisico opnieuw sterk toeneemt, om dan na de overgang weer dichter te komen bij het risiconiveau van mannen.’
‘Oestrogeen en progesteron hebben een impact op de hersenen, maar daarover heb ik in mijn opleiding tot psychiater amper iets gehoord.’
In het onderzoek dat De Picker leidt gaat dan ook veel aandacht naar de link tussen hormonen en depressie. Die is volgens haar nog te weinig onderzocht, terwijl het verband niet ontkend kan worden. ‘Wij zien soms vrouwen die een depressie krijgen nadat ze een hormoonspiraal hebben laten plaatsen, terwijl er verder niets is veranderd in hun leven. En een deel van de vrouwen die door een medische ingreep plots in de menopauze terechtkomen, bijvoorbeeld na het verwijderen van de eierstokken of door medicatie bij een hormoongevoelige borstkanker, ontwikkelt psychiatrische klachten.’
Onder de bikini
‘Er is ondertussen wetenschappelijke evidentie dat de vrouwelijke geslachtshormonen oestrogeen en progesteron niet alleen een impact hebben op de cyclus en de fertiliteit, maar ook op elk orgaan, inclusief de hersenen’, aldus De Picker. ‘Toch heb ik over die invloed op de hersenen in mijn opleiding tot psychiater amper iets gehoord. Dat is een blinde vlek in de geneeskunde. Terwijl we vrouwen wel al decennialang hormonen toedienen via anticonceptie en hormoontherapie. Als we al stilstaan bij de risico’s, dan gaat het over zaken zoals de eventuele kans op borstkanker of bloedklonters, en veel minder over de invloed op wat er in de hersenen gebeurt en hoe dat onze gemoedstoestand of ons concentratievermogen beïnvloedt.’
Het vrouwelijke brein is het onderzoeksonderwerp van Patricia Clement, postdoctoraal onderzoeker aan het Universitair Ziekenhuis en de Universiteit Gent. Aan de hand van MRI-technieken bestudeert zij de veranderingen in de hersenen van de vrouw in de loop van de menstruele cyclus en van het leven.
‘Vrouwen zijn in de geneeskunde altijd onderbestudeerd geweest. Er werd lang van uitgegaan dat vrouwen en mannen alleen verschillen in de zones onder de bikini. Het grootste verschil zit inderdaad bij borsten en baarmoeder, maar ook ons hart, ons metabolisme en onze hersenen werken anders’, vertelt Clement. ‘We onderschatten de verschillen tussen de hersenen van mannen en vrouwen en we onderschatten ook hoe plastisch onze hersenen zijn. Vaak worden die gezien als een vaste hoeveelheid weefsel, terwijl ze in werkelijkheid continu veranderen als reactie op triggers.’
Dipje tot depressie
‘We weten dat de productie van hormonen wordt gereguleerd in de hersenen, maar omgekeerd hebben hormonen ook weer een invloed op de hersenen’, legt Clement uit. ‘Oestrogeen en progesteron beïnvloeden de aanmaak en de afbraak van stofjes in de hersenen zoals dopamine en serotonine.’
‘Van oestrogeen is bekend dat het een positief effect heeft op de aanmaak van serotonine in de hersenen, een stof die belangrijk is voor het geluksgevoel’, legt De Picker uit. ‘Dat verklaart waarom vrouwen in de week voor de menstruatie, wanneer de hoeveelheid oestrogeen daalt, een verandering in hun stemming voelen. Bij een deel van de vrouwen blijft dat beperkt tot een dipje, terwijl andere vrouwen premenstruele klachten ontwikkelen die sterk aanleunen bij de diagnose depressie.’
‘Psychiaters zeggen te makkelijk: van hormonen ken ik niks, ga maar naar de gynaecoloog. Terwijl die dan weer vinden dat het psychische niet hun domein is.’
Die laatste groep vrouwen, die dus zeer gevoelig lijkt voor die hormonale schommelingen, loopt wellicht ook meer risico op depressieve klachten tijdens de perimenopauze, wanneer de oestrogeenproductie stilvalt. Wanneer zij in die periode depressieve klachten ontwikkelen, zijn ze misschien meer gebaat met hormoontherapie dan met antidepressiva.
‘Helaas zijn veel artsen niet opgeleid om dat te kunnen beoordelen’, aldus De Picker. ‘Psychiaters zeggen nog te makkelijk: van hormonen ken ik niks, ga maar naar de gynaecoloog. Terwijl gynaecologen dan weer vinden dat het psychische niet hun domein is. Maar de geestelijke gezondheid stopt niet onder de nek. We hebben dringend een nauwe multidisciplinaire samenwerking nodig tussen psychiaters en gynaecologen, en ook huisdokters. Want 75 à 80 procent van de antidepressiva in ons land wordt door huisdokters voorgeschreven.’
Long covid
‘Sinds enkele jaren gaat er meer aandacht naar de rol van ontstekingen in het lichaam, maar ook in het brein’, vertelt De Picker, die zelf een studie leidt die nagaat of ontstekingsremmers een bijkomende behandeling kunnen zijn bij depressie. ‘We weten dat 80 procent van alle patiënten met auto-immune aandoeningen vrouwen zijn en dat vrouwen anderhalf keer meer kans hebben op long covid, maar ook dat je extra gevoelig kunt zijn voor psychische problemen na een virusinfectie zoals covid-19. Er zijn ook indicaties dat bepaalde ontstekingsprocessen in het brein een rol spelen bij sommige vormen van depressie, maar verder onderzoek daarnaar is nodig.’
Vrouwen mogen dan een hoger risico hebben op depressie, maar genen of hormonen bepalen niet alles. ‘Het goede nieuws is dat ook levensstijlfactoren het risico op depressie beïnvloeden. Je kunt dus zelf ook iets doen. Voldoende slaap, gezonde voeding en sociale contacten helpen om het risico te verkleinen, net als beweging. Vrouwen blijken in het bijzonder baat te hebben bij krachttraining’, benadrukt De Picker. ‘Verder is het een goed idee om ook bij psychische klachten de symptomen over de loop van je cyclus te bekijken en die gegevens mee te nemen naar je arts of therapeut. Die bevatten nuttige informatie over een potentiële hormonale component.’
Zijn mannen dan psychisch gezonder?
Als vrouwen gevoeliger zijn voor depressies, zijn mannen dan psychisch gezonder dan vrouwen? Zeker niet, benadrukken professoren psychiatrie Stephan Claes en Livia De Picker en postdoctoraal onderzoeker Patricia Clement. ‘Als je de data van de Wereldgezondheidsorganisatie erbij neemt, zie je dat het totale aantal psychiatrische aandoeningen niet verschilt bij mannen en vrouwen’, zegt De Picker. ‘Wel zie je dat vrouwen meer last hebben van angst, depressie en posttraumatische stressstoornis (PTSD), terwijl jongens al in de puberteit meer gevoelig zijn voor drank- en drugsgebruik, andere verslavingen en psychoses.’
Ook bij psychoses is er trouwens een link met hormonen. ‘Er is duidelijke evidentie dat oestrogenen vrouwen beschermen tegen ernstige psychoses. Want naar de menopauze toe, wanneer het beschermende effect van oestrogeen wegvalt, zie je ineens een piek van vrouwen die wel met dergelijke problemen geconfronteerd worden.’
Suïcideparadox
Vrouwen hebben meer depressies dan mannen, maar blijkt dat dan ook uit de zelfmoordcijfers? Liggen die bij mannen niet hoger dan bij vrouwen? ‘Het is iets ingewikkelder’, legt Claes uit. ‘Dat is wat wij de suïcideparadox noemen: er sterven wereldwijd meer mannen dan vrouwen door zelfdoding, terwijl vrouwen wel meer zelfmoordpogingen ondernemen.’
Het aantal geslaagde suïcides bij mannen ligt hoger, en dat verschil is wellicht vooral te verklaren door de gekozen methodes. ‘Mannen kiezen vaker voor agressievere en meer gewelddadige methodes, die meer kans op slagen hebben’, aldus Claes.
‘Het bewijs dat die methodes het verschil verklaren, zien we bij artsen’, voegt De Picker daaraan toe. ‘Zij hebben door hun beroep toegang tot dodelijke middelen, en het aantal geslaagde suïcides is bij vrouwelijke artsen hoger dan bij hun mannelijke collega’s, al zijn er aanzienlijke verschillen tussen landen.’
Wie met vragen zit over zelfdoding kan anoniem en gratis terecht bij de Zelfmoordlijn, op het nummer 1813, of via chat op zelfmoord1813.be.
Wat zijn de symptomen van een depressie?
‘Een klinische depressie is meer dan je even wat somber of triest voelen’, aldus professor psychiatrie Stephan Claes. We spreken van depressie bij een ernstige verstoring in drie verschillende domeinen:
– het emotionele domein: verdrietig zijn, je niet rustig voelen, niet meer genieten van dingen die je doet en die je normaal gezien leuk vindt. Je hebt die symptomen gedurende minstens twee weken.
– op het cognitieve vlak: sombere gedachten, concentratieproblemen, aandachtsstoornissen, soms ook geheugenproblemen.
– het lichamelijke domein: slaapstoornissen, vermoeidheid, verminderde eetlust en soms ook pijnklachten.
‘Dat zijn de voornaamste symptomen die iemand moet hebben om te voldoen aan de diagnose depressie. Ze belemmeren het functioneren op professioneel, relationeel, sociaal en familiaal vlak’, zegt Claes. ‘Wat je bij depressie ook vrij uitgesproken ziet, is een negatief zelfbeeld, schuldgevoelens, zelfdepreciatie. Mensen vinden dat ze alles verkeerd hebben gedaan. Zeker bij meer ernstige vormen van depressie heb je vaak ook zwarte gedachten en zelfs zelfmoordplannen.’
‘Maar het blijft altijd een beetje een kwestie van inschatting, ook voor psychiaters is de diagnose stellen niet altijd evident’, besluit Claes.