Probiotica zinloos tegen allergie?

Er is geen flard wetenschappelijk bewijs dat probiotica zin hebben in de strijd tegen allergie. En dat voor geen enkel probiotisch element. Zo luidt het harde standpunt van de World Allergy Organisation.

Probiotica zijn natuurlijke micro-organismen, meestal bacteriën, waarvan aangenomen wordt dat ze een positieve bijdrage leveren aan de gezondheid. De voedingsindustrie zag een gat in de markt, nam patenten op een aantal micro-organismen en zwengelde een publicitaire machine op gang.

Jarenlang werden specifieke melkzuurbacteriën de hemel in geprezen als gezonde, natuurlijke en efficiënte beschermers van gezondheid en geluk voor de mens. Tenminste als je de wervelende en stralende vrouwen in de televisiespots mag geloven.

Probiotica zouden goed zijn bij onder meer eczema, verkoudheden en aanverwanten, maag- en darmklachten, voedselallergieën en astma.

De laatste tijd is de publiciteit voor probiotica wel wat aan banden gelegd door de Europese Gemeenschap die voor elke gezondheidsclaim wetenschappelijk bewijs eist. Maar de industrie is handig in creatieve oplossingen wanneer het op publiciteit en verkopen aankomt.

Veel onderzoek bij dieren
Maar voor de wetenschappelijke ondersteuning van het effect van probiotica in de strijd tegen allergie bij de mens worstelt de industrie met een gigantisch probleem. Omdat er zo goed als niets over bestaat.

Het aantal publicaties over de effecten bij dieren is nauwelijks te tellen en ze lijken ook interessant. Maar dat brengt ons geen stap verder voor hun nut in de strijd bij de mens. En daar komt het op aan.

“Het onderzoek van probiotica (bij de mens, JE) staat nog in zijn kinderschoenen,” schrijft de World Allergy Organization – WAO in haar rapport dat ze recent uitbracht en dat je gratis kan downloaden.

De WAO raadt mensen niet af om probiotica te gebruiken, maar stelt “Er is geen bewijs voor een rol voor probiotica in de preventie of behandeling van allergie. Voor geen enkel afzonderlijk probiotisch supplement of klasse van supplementen werd bewezen dat ze een efficiënte invloed uitoefenen op de evolutie van enige allergische klacht of op de evolutie van de aandoening op lange termijn.”

Rijk darmleven
In de slijmvliezen van onder meer de neus, mond, ademhalingswegen, maag, darm en vagina nestelt zich een rijke flora van vooral bacteriën, maar ook andere micro-organismen. Geen reden echter op “jakkes” te roepen, want we mogen ons gelukkig prijzen met hun aanwezigheid. Zonder al deze beestjes redden we het immers niet meer.

In de miljoenen jaren van onze ontwikkeling hebben we namelijk een uitstekende verstandhouding met hen opgebouwd. Zij breken bepaalde stoffen af die in ons lichaam circuleren, tot nuttige voedingsstoffen. In ruil bieden wij hen een veilig onderdak.

Ze bezorgen ons dus geen kruimeltje last en leveren zelfs ruim voordelen op.

Tot een 20 jaar geleden was er nauwelijks aandacht voor deze dierlijke zoo in onze grote lichaamsopeningen. Volgens voorzichtige schattingen van toen leefden er slechts enkele honderden verschillende bacteriesoorten in ons spijsverteringsstelsel. Wie hogere aantallen opperde werd voor gek versleten.

Ondertussen zijn we de 40.000 echter al ruim voorbij. En dat alleen voor ons darmstelsel. Bovendien gaat het daar om miljarden bacteriën.

Volgens schattingen ligt het totale aantal bacteriën, eencelligen, virussen, gisten, schimmels, enz. in ons lichaam zelfs 10 maal hoger dan het aantal eigen lichaamscellen: rond 1014 (een 10 met 14 nullen of 10.000 miljard; onvatbaar veel).

Tegenover die gigantische wriemelende massa lijkt een bekertje yoghurt klein bier. Maar misschien vergissen we ons.

Jan Etienne, Bodytalk www.bodytalk.be