Opioïdencrisis in de VS: ‘Farmabedrijven moeten geld ophoesten’
In de Verenigde Staten veroorzaken opioïde pijnpillen, heroïne en het dodelijke fentanyl bijna honderd doden per dag: het is zonet een noodtoestand voor de volksgezondheid verklaard. ‘Het is bijzonder goedkoop geworden om hele sterke dope te maken en er hopen geld mee te verdienen’, zegt journalist Sam Quinones.
‘Deze crisis van druggebruik, verslaving en dodelijke overdosis zit er al lang aan te komen’, speechte Donald Trump in het Witte Huis op donderdag. ‘Het probleem aanpakken zal onze grootste inspanning vragen.’
De Amerikaanse president verklaarde de zogenaamde opioïdencrisis een noodtoestand voor de volksgezondheid: misbruik van morfinegebaseerde pijnstillers, heroïne en de nieuwere sterke synthetische drug fentanyl – allen opioïden – eist in de Verenigde Staten (VS) meer dan 100 doden per dag. Drugsoverdosis is nu de belangrijkste oorzaak van accidenteel overlijden voor mensen onder de 50 jaar oud.
Een noodtoestand voor de volksgezondheid verklaren is echter niet voldoende, zeggen waarnemers. Zo maakt de maatregel eigenlijk geen extra middelen vrij om de crisis te bevechten. Een algemene noodtoestand verklaren, zoals Trump eerder had beloofd, zou dan weer wel meteen fondsen vrijmaken van het Federal Emergency Management Agency (FEMA), dat momenteel belast is met heropbouw in Texas, Florida en Puerto Rico na de doortocht van een aantal orkanen.
‘In 2016 kwamen meer dan 64.000 Amerikanen om door een overdosis’, vervolgde Trump. ‘Ofwel zeven verloren levens per uur.’ Nog enkele cijfers: sinds 2000 stierven meer dan 200.000 Amerikanen van een overdosis pijnpillen. Elk half uur wordt een baby geboren die verslaafd is aan opioïden. In Huntington, West Virginia, een van de zwaarst getroffen gebieden, is één op de tien pasgeborenen verslaafd.
De Amerikaanse journalist Sam Quinones, lange tijd verslaggever bij de Los Angeles Times, publiceerde in 2015 een diepgravend en gelauwerd boek over de opioïdencrisis, Dreamland. Sindsdien reist hij onvermoeibaar de VS rond voor lezingen, speeches en panelgesprekken over de epidemie die Amerika in z’n greep houdt.
In uw boek Dreamland uit 2015 beschrijft u de motor van de huidige opioïdencrisis. Mensen beginnen met pijnpillen, die jarenlang erg kwistig voorgeschreven zijn, worden verslaafd en schakelen uiteindelijk over op heroïne omdat het veel goedkoper is. Gebeurt het ook vandaag nog op die manier?
SAM QUINONES: Ja, maar ondertussen zijn ook fentanyl en carfentanyl ( synthetische drugs die 100 keer sterker zijn dan morfine, worden illegaal geproduceerd in Mexico en China, nvdr.) een groot deel van het verhaal.
Maar bijna iedereen begint met de pijnpillen – op voorschrift of recreatief.
Heel wat verslaafden sterven vandaag omdat ze niet weten dat hun heroïne is versneden met veel sterkere en dodelijke fentanyl. Waarom doet een dealer dat?
QUINONES: Omdat fentanyl veel goedkoper is dan heroïne. Er zijn immers geen plantages nodig voor de productie ervan. Het is nu bijzonder goedkoop om heel sterke dope te maken en er valt een hoop geld mee te verdienen.
Voor een dealer is het goede reclame als een paar gebruikers omkomen. Verslaafden willen sterke dope en komen daar zelfs op af.
Het is zelfs goede reclame als een paar mensen omkomen. Verslaafden willen sterke dope en komen daar net op af, dat gaat als een lopend vuurtje. Ze redeneren: ik ga vast niet sterven, daar ben ik te slim voor. Maar ze sterven allemaal wél. Verslaafden vragen zelfs om fentanyl, dat hoor ik vaak.
Beschouw wat vandaag gebeurt gerust als het derde stadium in het verhaal. Het begon met pijnpillen, voorgeschreven door dokters. Daarna kwam de heroïne uit Mexico. Ten derde kwam de democratisering van fentanyl: iedereen kan nu fentanyl maken, kopen en verkopen. Het is ook heel makkelijk verkrijgbaar op het dark web ( onderdeel van het internet dat niet via zoekmachines vindbaar is, waar talrijke sites onder meer drugs verkopen, nvdr.).
Fentanyl haalt nu de krantenkoppen, maar het misbruik zou niet ontstaan zijn zonder de pijnpillen die alles hebben aangestoken en ook vandaag nog veel verslaafden creëren.
Er zijn inmiddels een aantal maatregelen genomen om de crisis in te dijken. Toch blijft het aantal overdosissen nog steeds stijgen. Ligt dat aan fentanyl?
QUINONES: Zeker, al is het ook zo dat lijkschouwers en gezondheidsexperts vandaag veel beter overdosissen herkennen. Vroeger wisten lijkschouwers niet waar ze op moesten letten. In hun kleine landelijke county’s (een bestuurlijk gebied tussen de stad en de grotere staat in, nvdr.) hadden ze er nooit mee te maken gekregen. Veel drugsdoden passeerden zo onder de radar. Na vijftien jaar ervaring met opioïden zijn ze inmiddels experts. Dat verklaart ook deels de stijging van het aantal overdosissen.
De crisis treft bijna uitsluitend blanken, mogelijk omdat dokters zwarten en latino’s geen pillen wilden voorschrijven uit een soort racistische vrees dat ze ze zouden misbruiken.
Hoe komt het dat de opioïdencrisis blanken veel harder heeft getroffen dan zwarte gemeenschappen?
QUINONES: De opioïdencrisis treft inderdaad bijna uitsluitend blanken, en dit is het meest blanke drugsprobleem dat de Verenigde Staten ooit gekend heeft.
Waarom? Er is geen eenduidig antwoord. Mogelijk wilden dokters lange tijd geen pillen voorschrijven aan zwarten en latino’s uit een soort racistische vrees dat ze die zouden gaan misbruiken. Voornamelijk blanken kregen de pillen dus voorgeschreven, en wat bleek? Blanken zijn de pillen gaan misbruiken.
Ook herinneren zwarten en latino’s zich dat heroïne lelijk heeft huisgehouden in hun wijken in de jaren zeventig. Hun gemeenschappen zijn toen het zwaarst getroffen. Veel zwarten en latino’s blijven bijgevolg liever weg van opioïden. New York, Baltimore, Washington DC en Philadelphia zijn de uitzondering: daar zijn zwarte gemeenschappen sinds de jaren zestig eigenlijk nooit van hun heroïneprobleem af geraakt. In andere zwarte gemeenschappen in de Verenigde Staten daarentegen is er van een opioïdencrisis geen sprake.
Ik interviewde onlangs een hoogleraar die een boek heeft geschreven over de teloorgang, in de Verenigde Staten en elders, van expertise. Samengevat: men heeft geen vertrouwen meer in experts, met inbegrip van dokters. Iedereen denkt het beter te weten. Speelt dit mee?
QUINONES: Ja, Amerikanen denken het recht te hebben de dokter te vertellen welke behandeling ze willen. Dokters zijn hun autoriteit kwijtgeraakt, hun vermogen om mensen te zeggen wat ze moeten doen. Dat is zeker het geval wanneer iemand de consultatiekamer binnenkomt met een sterk verlangen naar pillen. Zij gaan echt aandringen.
Farmabedrijven hebben ervoor gelobbyd om televisiespotjes te mogen uitzenden voor pijnstillers. Schandelijk is dat. Zo wordt de merknaam van die pillen in het brein van mensen gebrand. ‘Ik denk dat ik die pillen nodig heb’, zegt een patiënt dan. Waarom? Omdat ze het op televisie gehoord hebben. Dokters zijn dan heel mak: ‘Natuurlijk.’
Pillen zijn makkelijk, snel. Soms zijn het de dokters die pillen opdringen, ondanks protest van de patiënt.
De opioïdencrisis haalt nu al een tijdje de krantenkoppen. Toch worden de zogenaamde morfine-equivalenten volgens het Amerikaanse Center for Disease Control nog steeds vier keer zo vaak voorgeschreven als in Europa. Hoe komt dat?
QUINONES: Mensen willen nog steeds behandeling voor pijn. Pillen zijn makkelijk, snel. Soms zijn het de dokters die pillen opdringen. Dat vertelt men mij weleens: mensen die pillen weigeren, en dat de dokter toch aandringt. Over een periode van twintig jaar is zo een hele pillencultuur gecreëerd. Geneeskundestudenten krijgen te horen dat dit the way to go is. Uiteindelijk wordt dat dé manier om met pijn om te gaan. Pillen voorschrijven maakt iedereen gelukkig.
Beweging speelt een belangrijke rol bij pijntherapie. Maar dat is moeilijk en kost moeite, mensen willen er niet van weten. Het is hard werk om met pijn om te gaan. Dokters hebben ook geen tijd meer voor hun patiënten: een huisarts spendeert gemiddeld dertien minuten met een patiënt. Dat is niet voldoende voor mensen met ernstige pijnproblemen.
Er is ook wat te doen om de medicalisering van armoede. Wat is dat?
QUINONES: Mensen die in plaats van welfare (een soort armoedeuitkering, nvdr.) een invaliditeitsuitkering proberen te verkrijgen omdat die hoger zijn. Ze hebben geen handicap, maar ze zijn arm, werkloos. Om als invalide erkend te worden moet je wel een of andere aandoening aangeven: chronische pijn is vaag genoeg. Er zijn genoeg charlatans die je dan zonder al te veel vragen pijnpillen voorschrijven. Dat komt vaker voor in bepaalde gebieden van de Verenigde Staten, zeker niet overal: de Appalachen, de Rust Belt, sommige delen van het zuiden en zuidwesten die het economisch zwaar te verduren hebben.
In gegoede voorsteden is er een enorm aanbod pillen. Tieners gebruiken ze op feestjes. In veel middelbare scholen zijn pillen echt cool.
Ook gegoede middens delen zwaar in de klappen. Heel wat jongeren raken verslaafd na sporadisch recreatief gebruik. Waarom gaat een gegoede tiener uit de suburbs voor de lol aan de pijnpillen?
QUINONES: Verveling. Er is bovendien een enorm aanbod aan pillen. De dokters schrijven ze voor, dus hoe schadelijk kunnen ze zijn? Op feestjes doen ze de ronde. De footballspelers en cheerleaders gebruiken ze: in veel middelbare scholen zijn pillen echt cool.
De medicijnkastjes thuis bulken van de pillen omdat ze al jaren overvloedig voorgeschreven worden: na het trekken van een wijsheidstand, een kleine operatie, ga zo maar door. Zelfs als je tegenpruttelt, ga je nog pillen mee naar huis krijgen.
Iedereen verwacht oplossingen van het Witte Huis. U hebt betoogd dat de federale overheid niet zoveel kan doen?
QUINONES: De federale overheid alleen kan dit niet oplossen. De counties staan in de loopgraven in deze crisis. In de Verenigde Staten gaat een county over de lijkschouwers, gevangenissen, gezondheid, de sheriff, het countyziekenhuis en de rechtbank. Die hebben allemaal met deze epidemie te maken: in een county is nauwe samenwerking mogelijk om het probleem ten gronde aan te pakken.
De counties hebben het grootste economisch belang bij een oplossing omdat ze door de jaren heen echt weggeblazen zijn door deze epidemie, ze moeten er vandaag onvoorstelbaar veel geld aan spenderen. Via talrijke rechtszaken proberen ze nu wat geld terug te krijgen van farmabedrijven, maar dat kan nog jaren aanslepen. Wél is de federale overheid belangrijk voor financiering. Er is ook véél meer onderzoek nodig door overheidsinstellingen.
Wat met de verantwoordelijkheid van de farmabedrijven? Wat zouden zij moeten of kunnen doen?
QUINONES: Geld ophoesten, voor de behandeling van verslaving bijvoorbeeld. Maar ook om geneeskundeopleidingen te hervormen. Ik ben er zelfs niet zeker van of ze daarvoor wel voldoende geld hebben: de kost om de opioïdencrisis op te lossen is astronomisch, het gaat om honderden miljarden dollar.
Gaat een muur op de grens met Mexico drugs buiten houden?
QUINONES: Neen. Heroïne en fentanyl zijn het makkelijkst te smokkelen. Er staan bovendien vandaag al vele stukken muur op de grens met Mexico. Heroïne komt daar eenvoudig door. Mensen lopen niet door de woestijn of zwemmen niet over een rivier met een pak heroïne op de rug. Het komt door grensposten, verstopt in vrachtwagens en zo meer. Muren gaan niets doen aan de opioïdencrisis.
We beweren dat het allemaal de schuld is van Mexico, alsof wij geen lakse wapenwetten hebben waardoor die bloeddorstige kartels zich kunnen bewapenen.
Wat we écht nodig hebben is een nauw partnerschap met Mexico, dat hebben we nu niet. We beweren dat het allemaal de schuld is van Mexico, alsof wij geen lakse wapenwetten hebben waardoor die bloeddorstige kartels zich kunnen bewapenen. Het is hun probleem, niet dat van ons, klinkt het altijd maar. Mexico heeft dezelfde attitude: het is het probleem van de Amerikanen. Bullshit. We moeten het bekijken als een binationaal probleem.
De Verenigde Staten vormen veruit de belangrijkste markt voor drugs uit Mexico. Zonder Amerikaanse vraag geen 100.000 slachtoffers van de Mexicaanse drugsoorlog, gaat de redenering. Dat klopt niet, hebt u betoogd. Leg uit.
QUINONES: Mijn berichtgeving over de opioïdencrisis heeft me van het tegendeel overtuigd. Vandaag denk ik dat het aanbod het probleem is. Vraag komt uit aanbod. Aanbod is in deze veruit het belangrijkst denk ik. De opioïdencrisis is daarvan het beste voorbeeld: het is allemaal begonnen door een overaanbod van pijnpillen door de farmabedrijven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier