Marleen Finoulst
‘Opioïde pijnstillers worden ook bij ons te vlot voorgeschreven’
Amerikaans president Donald Trump roept een noodtoestand uit omdat dagelijks tientallen Amerikanen sterven aan een overdosis opioïde pijnstillers. Prince en Michael Jackson zijn ongetwijfeld de bekendste slachtoffers van overconsumptie van opioïde pijnstillers. Maar ook in België neemt het gebruik zorgwekkend toe, zegt Marleen Finoulst.
Opioïde pijnstillers zijn in de Verenigde Staten de tweede meest gebruikte drug na marihuana. Tot deze groep behoren morfine, codeïne en synthetische afgeleiden zoals methadon, fentanyl, hydromorfon, oxycodon, pethidine en tramadol.
Opioïde pijnstillers worden ook bij ons te vlot voorgeschreven.
In de voorbije twintig jaar is het gebruik van deze producten in het land meer dan vertienvoudigd. Mogelijk schrijven Amerikaanse artsen deze pijnstillers sneller voor uit vrees voor juridische vervolging door patiënten die vinden dat hun pijn onvoldoende bestreden werd.
In Europa en België loopt het niet zo’n vaart, maar ook in ons land neemt het gebruik zorgwekkend toe. Uit cijfers van het Riziv blijkt dat het gebruik in België in bijna tien jaar (tussen 2005 en 2014) verdubbelde. Vooral fentanyl en tramadol zitten in de lift.
De stijging wordt toegeschreven aan de toegenomen aandacht voor pijnbestrijding en het minimaliseren van de risico’s. Vroeger werden te weinig opioïden voorgeschreven uit vrees voor verslaving. Nu is de slinger in de andere richting doorgeslagen.
Naar schatting 8% van de patiënten die opioïden krijgen voorgeschreven, evolueert naar een problematisch gebruiker. Vlaamse drughulpverleningscentra kunnen hierover nog geen officiële cijfers voorleggen, maar hulpverleners in de sector zien wel degelijk een stijging van het aantal mensen dat zich aanmeldt met een probleem van verslaving aan opioïde pijnstillers. Er bestaat ook een welige zwarte markt voor vooral fentanyl-pleisters.
Te vlot voorgeschreven
Vroeger waren artsen terughoudend om opioïden voor te schrijven, uit angst dat patiënten eraan verslaafd zouden geraken. In de jaren tachtig werden deze middelen slechts aarzelend aangewend voor de behandeling van ernstige kankerpijn in de laatste levensfase. Er was een ‘opiofobie’ bij artsen die leidde tot onderbehandeling en onnodig pijn lijden. Bij correct medisch gebruik is het verslavingsrisico echter minimaal. Veel studies wezen op een laag verslavingsrisico, met als resultaat dat artsen het steeds vlotter in de pen kregen.
Naar schatting 8% van de patiënten die opioïden krijgen voorgeschreven, evolueert naar een problematisch gebruiker.
Kankerpatiënten met ernstige pijn staan vandaag niet langer in de kou, maar ook niet-kankerpatiënten met chronische pijn worden steeds vaker met opioïden behandeld. In de Verenigde Staten steeg het aantal voorschriften in vijftien jaar met 154% en in Canada verdrievoudigde het aantal voorschriften tussen 2001-2003 en 2010-2012.
Parallel nam ook het niet-medisch gebruik van opioïde pijnstillers er een vlucht. In de Verenigde Staten neemt misbruik van opioïde pijnstillers bij adolescenten en jongvolwassenen de tweede plaats in na marihuana. Vermoedelijk werkt het vlottere voorschrijfgedrag dit misbruik in de hand (doorverkopen van opioïden, meerdere artsen raadplegen, online kopen…).
Wie geen ernstige pijn heeft, slikt opioïden om high te worden of te ontspannen. Deze middelen zijn ook geliefd bij heroïne-gebruikers omdat ze veel makkelijker te krijgen zijn en de naam hebben ‘veiliger’ te zijn.
Verslavend
Opioïden zijn zeer efficiënte, krachtige pijnstillers, maar herhaald gebruik resulteert bij iedereen in tolerantie: je hebt steeds meer nodig voor hetzelfde effect.
Bovendien kunnen ontwenningsverschijnselen optreden bij het stoppen na langdurig gebruik. Deze verschijnselen verdwijnen meestal na een paar weken stopzetting en kunnen vermeden worden door langzaam af te bouwen. Helaas maken ze de kans dat men opnieuw gaat slikken groter.
Van verslaving is enkel sprake wanneer ook psychische afhankelijkheid optreedt en dat gebeurt omdat opioïden een euforiserend gevoel kunnen opwekken. Hoeveel mensen echt verslaafd raken, is niet duidelijk. De schattingen lopen zeer ver uiteen: van minder dan 1% tot meer dan 26%.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier