‘Dat er in een speelstraat altijd kinderen aan het spelen moeten zijn, is niet de bedoeling’

© iStock

Speelstraten zijn in opmars, maar krijgen ook kritiek. ‘Geen kind te bespeuren’, is een veelgehoorde klacht. Maar wie zoals Sara D’Haese aandachtiger toekijkt, ziet positieve aspecten die de vluchtige passant ontgaan.

Vroeger kregen kinderen de kans om vrij rond te trekken en de wereld te verkennen, met als orders ‘niets doen wat niet mag’ en ‘op tijd terug thuis’. In 1911 ging George, 8 jaar oud, 10 kilometer verderop vissen. Te voet en in zijn eentje. In 1950 mocht zijn 8-jarige zoon Jack in zijn eentje 2 kilometer van huis in de bossen spelen. 1979: Vicky, de 8-jarige dochter van Jack, mag nog naar het zwembad stappen, 800 meter van huis.

In 2017 mogen veel Vlaamse kinderen niet meer in hun eentje weg. Rond de tuin staat een hek om de hond binnen en dieven buiten te houden. De kinderen zitten binnen, vast aan huis en de beeldbuis. Veel van hen willen wat graag meer vrijheid, bijvoorbeeld met de fiets naar vriendjes of naar school, maar mogen niet van hun ouders.

Speelstraten kunnen op dat vlak een leemte invullen. Sinds de jaren 70 bestaat er in ons land een wettelijk kader voor. Aanvankelijk was het succes beperkt, maar de laatste jaren neemt het fenomeen een hoge vlucht. Antwerpen telde er in 2016 167, Gent 103, Leuven 81, Kortrijk 30, Halle 20.

In 2017 mogen veel Vlaamse kinderen niet meer in hun eentje weg. Rond de tuin staat een hek om de hond binnen en dieven buiten te houden. De kinderen zitten binnen, vast aan huis en de beeldbuis.

Momentopname

Samen met hun succes nam het aantal klachten toe. De kans wordt groter dat je met de auto een blokje om moet rijden. En critici mopperen dat er in veel speelstraten geen kind te zien is. Sara D’Haese (VIGeZ), bestudeerde enkele jaren geleden als lid van de onderzoeksgroep Fysieke Activiteit en Gezondheid van de Universiteit Gent het effect van speelstraten op kinderen. Ze heeft bedenkingen bij de kritiek en is wel te vinden voor het initiatief. Ze stelde vast dat de kinderen meer bewogen, meer buiten speelden en minder zaten. Allemaal positieve effecten. Daarnaast gaven de kinderen aan dat ze meer vriendjes maakten en de ouders dat ze meer contact hadden met de buren.

'Dat er in een speelstraat altijd kinderen aan het spelen moeten zijn, is niet de bedoeling'
© BELGAIMAGE

Dat lege speelstraten ergernis opwekken, is te begrijpen, maar D’Haese wijst op belangrijke vervormingen in het beeld van passanten. Bijvoorbeeld dat er in een speelstraat altijd kinderen aan het spelen moeten zijn. Dat is niet de bedoeling. De straat is voor de kinderen vooral een extra speelterrein waarover ze vrij kunnen rondzwerven, maar dat hen ook de mogelijkheid biedt naar de tuin van een vriendje te trekken, wat te fietsen of te voetballen in de straat, in een hoekje bijeen te kruipen als het regent. Passanten zien ook maar een momentopname. Van wat er zich de rest van de tijd afspeelt, hebben ze geen benul. Dat zijn best mooie verhalen. Zoals dat van kinderen in Marke met een kleine tuin die in de speelstraat een ‘Ronde van Frankrijk’ organiseerden. Zien hoe zij zich konden uitleven, maakte hun vader intens gelukkig.

Samenhorigheid

‘Dat er in een speelstraat altijd kinderen aan het spelen moeten zijn, is niet de bedoeling.’

Sara D’Haese, Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie

In sommige speelstraten hoeven initiatiefnemers bij wijze van spreken niet meer te doen dan de vader in Marke: de straat ’s morgens afsluiten en ’s avonds weer vrijgeven. De rest kunnen ze overlaten aan de fantasie van de kinderen. Andere ouders zetten allerhande initiatieven op. Zoals de 3 jonge moeders in Malle die afvalhout bijeenzochten waarmee de kinderen banken en zetels timmerden, maar die ook T-shirts verfden en koekjes bakten. ’s Avonds organiseerden ze onder meer een wijndegustatie en een afsluitende barbecue, waarbij het zelf getimmerde meubilair een dankbare rol speelde. Ze mikten ook op de 50-plussers, zodat die zich meer bij de speelstraat betrokken voelden. Een buurman met het syndroom van Usher, een combinatie van doofheid en tunnelzicht, gaf er op een avond uitleg over gebarentaal en ontwierp een knappe flyer voor de speelstraat. De straat wordt zo veel meer dan een speelterrein. Ze draagt bij tot een intenser gevoel van samenhorigheid.

De speelstraat die uitgroeit tot leefstraat is een evolutie die zich op een aantal plaatsen effectief heeft voltrokken. In New York zijn sommige straten omgevormd tot speelplaatsen voor scholen met te weinig ruimte. In Londen zijn er permanente leefstraten gekomen met vast straatmeubilair, extra groen en geen doorgaand verkeer. Gent en Antwerpen volgden dat voorbeeld.

De leefbaarheid van de stad kan er alleen maar op verbeteren – D’Haese wijst in dat verband graag op de verminderde luchtvervuiling in de speelstraten, door de afname van het doorgaand verkeer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content