Dirk Draulans

‘De Vlaamse natuur wordt opgeofferd aan biefstukken voor het buitenland’

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

De Boerenbond heeft nog altijd niet door dat de wereld fundamenteel aan het veranderen is, zegt bioloog en Knack-journalist Dirk Draulans.

De vroeger zo almachtige Boerenbond voelt zich geviseerd. Hij spartelt als een duivel in het wijwatervat van de CD&V om toch maar niet aan impact te moeten inboeten. Maar hij speelt al jaren hoog boven zijn tanende maatschappelijk gewicht. Bovendien lijkt hij niet te beseffen dat de wereld fundamenteel aan het veranderen is.

De tijd dat ons landschap biologisch uitgekleed kon worden ten behoeve van een hogere landbouwproductie is voorbij. De goegemeente pikt het niet meer dat alleen de boer de toon zet in het buitengebied. De gevolgen zijn namelijk desastreus gebleken. Nergens in Europa is beschermde natuur er erger aan toe dan in Vlaanderen. Amper drie van de 48 Europees te beschermen habitattypes zijn bij ons geschikt om biodiversiteitsdoelstellingen in te kunnen vullen.

Nergens in West-Europa wordt er meer geworsteld met waterbevoorradingsproblemen als gevolg van onder meer het massaal opofferen van moerasgebieden aan landbouwgrond en het massaal afwateren van landbouwgebieden met hun door allerlei gerief keihard gereden bodems dan bij ons.

De Vlaamse natuur wordt opgeofferd aan biefstukken voor het buitenland.

Daarbovenop komt nu de acute stikstofproblematiek, die al vele jaren onder de mat van ‘we willen ze niet zien, want we weten niet wat we eraan moeten doen’ geschoven werd. Na de onvolprezen Vera Dua, die van 1999 tot 2003 Vlaams minister van Landbouw en Leefmilieu was en daar hard voor werd aangepakt, heeft de CD&V de landbouwbevoegdheid nooit meer uit handen gegeven. De gevolgen zijn merkbaar. De CD&V bleef haar handen in onschuld wassen en de Boerenbond en andere aanhangers van een vervuilend landbouwmodel alle mogelijke faciliteiten bieden. Het stond in de sterren geschreven dat het ergens mis zou lopen.

Want vooral op Europees niveau, waar landbouw nochtans ook sterk doorweegt, kwam er aandacht voor andere landschappelijke waarden. Natuurwaarden kwamen steeds meer in de spotlichten. Het belang ervan wordt steeds duidelijker. Natte natuur kan een ernstige buffer vormen tegen zowel uitdroging als een verdere opwarming van het aardklimaat door het vastleggen van zowel water als het broeikasgas CO2. Het is ook glashelder dat natuur een groeiend toeristisch potentieel heeft. Bovendien heeft de coronacrisis vlijmscherp aangetoond wat de risico’s zijn van een mensheid die meent dat ze ongestraft kan doordringen in de leefgebieden van andere dieren. Natuur heeft velen in onze, als gevolg van de coronacrisis lamgelegde maatschappij wel soelaas gebracht als bron van rust en ontspanning.

De Vlaamse landbouw staat topmodel voor de oogkleppenaanpak die uitsluitend het eigen zielenheil ziet. Hij heeft een halve eeuw tijd en ruimte gekregen om ons landschap en onze natuurwaarden om zeep te helpen. Pioniers als de onlangs overleden conservator van het Kempense natuurgebied De Zegge Marcel Verbruggen hebben hun leven lang gewaarschuwd voor wat ons te wachten stond als ruilverkavelingen en megastallen de norm zouden worden en blijven. De landbouw dreigt daarmee zelfs in eigen voet te schieten, want onder meer door overmatig pesticidegebruik crashen populaties van nuttige insecten en bodembewoners. Insectenetende vogels als zwaluwen, die veel mensen mentaal genot bezorgen, delen in de klappen.

Boeren willen hun eigen vervuiling zelden onder ogen zien. Ik sprak onlangs een boer in mijn buurt aan op de rommel die van zijn erf in de beek naast zijn bedrijf belandde: lange plastic slierten, grote stukken schuimrubber, hele en halve autobanden… Hij bekeek mij alsof ik een stuk stront was. Terwijl boeren wel regelmatig hun beklag doen over door wandelaars en wielertoeristen weggegooide drankblikjes die in het voeder voor hun vee belanden. Het is een terechte bezorgdheid, maar het zou de boeren sieren mochten zij meer zien dan de problemen die anderen voor hún bedrijfsvoering veroorzaken.

Want het is zonneklaar dat de landbouw de grootste verantwoordelijkheid draagt voor de stikstofproblematiek die onze natuur sluipend aan het vernietigen is. De cijfers van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) liegen niet: twee derden van de stikstofvervuiling van het Vlaamse landschap is afkomstig van landbouw. De landbouwsector is ook de enige waarvoor de cijfers niet afnemen – transport, woningen en industrie tonen al lang dalende en veel lagere cijfers. Dat heeft veel te maken met het lakse vergunningenbeleid dat sinds Vera Dua is gevoerd. Als het om een boer ging, was bijna alles mogelijk, zelfs als het duidelijk werd dat er milieuhinder zou komen. Dan werd er wel een mouw gepast aan de procedure.

Dat is nu definitief gedaan met het veelbesproken arrest van de Vlaamse Raad voor Vergunningsbetwistingen die onlangs de vergunning voor een uitbreiding van een megakippenstal in het Limburgse Kortessem vernietigde op basis van Europese regelgeving rond de stikstofbelasting van natuurgebieden. In plaats van mee na te denken over echte oplossingen schreeuwt de Boerenbond moord en brand. De natuur staat de vooruitgang weer in de weg. De groenen willen het comfort van de mensen verminderen. Het is zo voorspelbaar en zo contraproductief.

Schadelijke stikstofverbindingen zie je natuurlijk niet. Veel mensen zien hun effect ook niet, of willen het niet zien. Maar de wetenschap is duidelijk: als we stikstof blijven lossen zoals we nu bezig zijn, kunnen we beter ineens ons hele natuurbeleid op de schop doen, want dan heeft het geen enkele zin om natuurgebieden te beschermen. Ze zullen allemaal verworden tot banale stukjes land vol netels en bramen en wat cultuurvolgers die zich overal goed voelen in het zog van de vervuilende mens.

De Boerenbond staat in deze niet alleen model voor de laksheid waarmee de mensheid altijd naar milieuproblemen gekeken heeft, maar ook voor de hoogmoed waarmee wij gemeend hebben alles op de aarde ongestraft naar onze hand te kunnen zetten. We hebben een halve eeuw lang zo zwaar boven onze stand geleefd dat we nu de rekening gepresenteerd krijgen, op vele fronten. De houding van de Boerenbond, die zich vooral verdedigt door te wijzen op de vervuiling van anderen en op het feit dat het tegenwoordig hip is om boeren te bashen, illustreert ten voeten uit hoe je zo’n ernstig probleem zeker niet moet aanpakken.

Boeren die het anders en beter willen, kunnen amper opboksen tegen grote concurrenten die ons landschap vervuilen voor een verdienmodel dat vooral op export mikt.

Boeren worden gebasht omdat ze een groot probleem zijn en blijven, en dat dikwijls niet willen zien. Boeren die het anders en beter willen, kunnen amper opboksen tegen grote concurrenten die ons landschap vervuilen voor een verdienmodel dat vooral op export mikt. Onze Vlaamse natuur wordt opgeofferd aan biefstukken en koteletten voor het buitenland. Een groeiend aantal mensen pikt dat niet meer, en terecht. Ook de aandacht voor natuur-, dier- en klantvriendelijkere landbouw wint aan belang, tot spijt van een organisatie als de Boerenbond die daar veel minder greep op heeft en minder mee te winnen heeft.

Sinds kort heeft Vlaanderen eindelijk weer een minister voor Omgeving die de natuur laat primeren in haar beleid. Zuhal Demir (N-VA) is het puin aan het ruimen dat haar voorgangers in ons landschap hebben gegooid of laten liggen. Het zal een werk van lange adem worden. De landbouwbevoegdheid ligt wel nog bij CD&V-coryfee Hilde Crevits, maar het zal zeer de vraag zijn in welke mate zij het been stijf zal houden in milieudossiers die onder zware Europese druk staan. Het is niet uit te sluiten dat de stikstofproblematiek uitgroeit tot een splijtzwam in de Vlaamse regering als er geen werkbaar compromis wordt gevonden.

De Vlaamse boeren voelen de nattigheid komen en lijken steeds meer uit te wijken richting Vlaams Belang: die vergaarbak van vooral misnoegden die alles wat er misloopt uitsluitend in de schoenen van anderen willen schuiven. Als ik dat zo lees, voel ik aan mijn water dat ook de Boerenbond dat best een aantrekkelijk politiek model zou kunnen vinden.

De stikstofproblematiek kan alleen ontmanteld worden als er vervuilende bronnen worden weggewerkt. In Nederland heeft men daartoe al een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur op snelwegen ingevoerd – zo wordt er wat stikstofvervuiling uitgespaard. Het lijkt echter evident dat er vooral oplossingen uit het landbouwmilieu zelf moeten komen. De vleesproductie moet drastisch omlaag. Het zou daarbij helpen mocht ook de vleesconsumptie verminderen, in afwachting van de komst van commercieel haalbaar kweekvlees waarvoor amper nog vee nodig zal zijn. Helaas kunnen we daar niet op wachten als we onze natuur willen redden.

De stikstofcrisis kan ook model staan voor onze lakse houding ten opzichte van de klimaatcrisis. Ook daarin schuiven verantwoordelijken de hete brij almaar voor zich uit. Ook daarin worden vooral mooie woorden gespuid, maar als er concrete daden moeten komen geeft men niet thuis. Tot het nog eens fundamenteel te laat zal blijken te zijn, en het nog moeilijker zal zijn om met elegante oplossingen een duurzame toekomst te blijven garanderen. Misschien kan de starre houding van de Boerenbond in het stikstofdossier op die manier een positief effect hebben: hij zal ons geleerd hebben dat het geen pas geeft van te lang te wachten, want ooit barst toch de bom. We kunnen er dus maar beter op tijd aan beginnen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content