Rechtspraak en theater: Claire-Marie Lievens laat haar twee passies samenvloeien in ‘On va où, maman?’

© Philippe Drecq-Espargelière
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Tijdens het Festival van de Vrijheid in het Théâtre National nodigt Claire-Marie Lievens u uit om in On va où, maman? te oordelen als een jeugdrechter.

‘Als kind droomde ik ervan theatermaker en schrijver te worden’, zegt advocate en kunstenaar Claire-Marie Lievens. Haar twee passies, rechtspraak en theater, vloeien perfect samen in haar regie van zogeheten fictieve processen, waarbij het publiek als een rechter moet oordelen. In 2019 toonde ze in La violence en procès hoe geweld berecht wordt. In 2021 volgde Qui a tué Mamie? Dit jaar zet ze voor de derde keer zo’n fictief proces op tijdens het Festival van de Vrijheid in het Théâtre National in Brussel. ‘Een rechtszaak ís theater. Ze vindt plaats in een spectaculair decor, met mensen die kostuums dragen, en taal en vertelkunst spelen daarbij een cruciale rol.’

Hoe is dit initiatief ontstaan?

Claire-Marie Lievens: De Brusselse Liga voor Mensenrechten vroeg me in 2019 een fictief proces te ensceneren rond geweldpleging. Theater kan entertainend zijn, maar het kan ook een educatieve kracht hebben. In het theater kun je grote vragen stellen en mensen inzicht geven. Het is een laagdrempelige manier om mensen te doen nadenken en hen, bijvoorbeeld, wegwijs te maken in de complexe werking van het hof van assisen.

Het publiek beslist of het kind geplaatst wordt.

Dit derde fictieve proces heet On va où, Maman? Waarom?

Lievens: Het idee ontstond uit Qui a tué Mamie? In dat fictieve proces moest het publiek vorig jaar oordelen of een rusthuis schuldig was aan de eenzame dood van een bewoonster die besmet was met covid-19. Nu concentreren we ons op de gevolgen voor een kind wanneer een moeder moeite heeft om voor haar kind te zorgen. Het proces speelt zich af in de jeugdrechtbank. De imposante scène van het Théâtre National biedt de perfecte setting.

Zijn er echte advocaten onder de acteurs?

Lievens: Jazeker. Er wordt gepleit door twee advocaten die gespecialiseerd zijn in zulke zaken. Ook een kinderrechtenspecialist en een vrouw die verbonden is aan La Flèche, een Brussels opvangcentrum voor kinderen en jongeren, komen aan het woord. Zij schreven hun eigen tekst. Waarom zou ik hen woorden in de mond leggen? Ze zijn sterke vertellers en alles wat ze zeggen, is waargebeurd.

De tekst van de andere rollen – zoals de ouders en de kinderen – heb ik geschreven. Omdat kinderrecht niet mijn specialisatie is – dat is het vreemdelingenrecht – deed ik veel research en sprak ik ook met kinderen die in een instelling geplaatst zijn. Tijdens die gesprekken dacht ik vaak aan de zesjarige Claire-Marie. Wat als ik – een meisje dat in een geprivilegieerde omgeving opgroeide – geplaatst zou zijn? Mensen die zulke kinderen begeleiden, hebben een moed die ik niet bezit. Maar ik beschik over het recht én over mijn pen.

Wat hoopt u te bereiken?

Lievens: Dat je tot in je buik de emotie en spanning voelt die elke jeugdrechter elke dag voelt. Jeugdrecht voel je in je buik. Elke toeschouwer krijgt een groen en een rood kaartje. Wanneer iedereen gesproken heeft, beslist het publiek of een kind geplaatst wordt. Dat is een loodzware beslissing, wat je door het stuk veel beter zult begrijpen.

On va où, Maman? speelt op maandag 17/10 tijdens het Festival van de Vrijheid in het Théâtre National te Brussel. festivaldeslibertes.be

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content