Minister van Cultuur Joke Schauvliege gaat morgen het Belgisch-Vlaamse luik van het Berlijnse ‘Literaturfestival’ bezoeken: Koenraad Tinel presenteert er dan de Duitse editie van ‘Eindelijk bevrijd’.
In Berlijn is gisteren het dertiende ‘Literaturfestival’ geopend, het grootste boekenfeest van Duitsland. Het gebeuren is ook een Belgische aangelegenheid, want morgenavond wordt in het ‘Haus der Berliner Festspiele’ (Schaperstrasse 24, 10719 Berlijn) de Duitse editie van ‘Eindelijk bevrijd’ (Gronowski/Tinel) in aanwezigheid van Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege gepresenteerd.
Eindelijk vrij
‘Endlich frei’ is een boek van de Belgische jood Simon Gronowski (1931), die 11 jaar was toen hij vanuit de Mechelse Dossin-kazerne in een deportatietrein richting Auschwitz werd gestopt. Simon Gronowski kon ontsnappen. Zijn moeder, die in dezelfde trein zat, zag hij nooit terug.
Gronowski presenteert zijn boek in het gezelschap van de kunstenaar Koenraad Tinel (1934), de zoon van een Vlaamse nazi-sympathisant. Tinel verzorgde de illustraties bij Gronowski’s boek. De twee mannen ontmoetten elkaar in 2012 en sloten toen vriendschap.
Nieuwe Daniel Kehlmann
Het Berlijnse ‘Literaturfestival’ werd gisteren geopend met een optreden van de Duits-Oostenrijkse schrijver Daniel Kehlmann, die geïnterviewd werd door Thomas Brussig (‘Helden zoals wij’). Voor Kehlmann (‘Het meten van de wereld’, ‘Roem’) was dat een gelegenheid om zijn nieuwe roman ‘F’ te presenteren. Brussig liet niets onverlet om de bestseller-schrijver van zijn voetstuk te halen met suggestieve opmerkingen zoals ‘een boek dat naar de massa lonkt, stinkt’.
Het ‘Literaturfestival’ heeft verschillende luiken. Er is de reeks ‘Literatuur achter de tralies’ met voorlezingen van schrijvers in de Berlijnse gevangenissen van Moabit en Tegel. Een ander luik bevat politieke debatten (‘De toekomstperspectieven van het Midden-Oosten’), en nog een ander herinneringsliteratuur (bij Ernst Jüngers ‘In Stahlgewittern’). Er zijn filmvoorstellingen, poetry slams, sessies met kinder- en jeugdliteratuur, oratoria (‘Tristram Shandy’) en nog veel meer.
Coetzee, Rushdie en Mak
De openingsspeech werd gehouden door de West-Afrikaanse schrijfster Taiye Selasi, een in Rome levende Britse van Ghanese afkomst, die vertelde dat ze zich met haar romandebuut ‘Ghana must go’ (2010) liever in de traditie van de ‘dysfunctionele families’ van Thomas Mann en Jonathan Franzen plaatste dan in die van de ‘Afrikaanse literatuur’.
Maandag treedt J.M. Coetzee voor de eerste keer in Berlijn voor het publiek op. Een paar dagen later is Salman Rushdie aan de beurt. Andere gasten waarvoor het grote publiek zeker komt opdagen zijn Per Olov Enquist, Ruth Klüger, Lars Gustafsson, Liao Yiwu, Anne Enright en Geert Mak. Het festival sluit zijn deuren op 15 september.
Piet de Moor
