Ieder huisje zijn cipier

Peter Terrin schreef een brief aan Els Clottemans.

Beste Els Clottemans,

U bent schuldig bevonden. Het volk heeft beslist. Wij straffen u met 30 jaar opsluiting. Er is veel inkt én speeksel gevloeid over uw zaak. Nu de mediastorm is gaan liggen, zit u eenzaam in uw cel uit het hoge raampje te staren. U hebt, zo stel ik me voor, heel wat vragen. Ik stel me voor dat u het bepaald druk hebt dezer dagen. In uw hoofd.

Wij, het volk, houden van mooie mensen. Ze worden op ons afgevuurd uit alle hoeken van de moderne samenleving. Ze hebben alles netjes op orde, en is dat niet het geval, dan blijven ze nog altijd mooi. Hoe kwam u, als u mij toestaat, in godsnaam op het idee om de rode trui aan te trekken bij aanvang van uw proces? Ging u bewust de confrontatie aan met het volk en haar talloze illusies omtrent de liefde en het bijbehorende fysieke spel? Hebt u die vormeloze trui alleen maar aangetrokken om stilzwijgend te schreeuwen, te tieren: ja, dit is mijn lichaam? Wist u op voorhand dat uw afwijkende schoonheid het enige harde bewijs zou zijn in deze rechtszaak? Dat u als het ware afgerekend zou worden op uw body mass index? Op de brutaliteit waarmee u zoals iedereen bepaalde genoegens heb nagestreefd?

Ik betwijfel het.

Het ontbreekt u, ondanks het rood, aan theatraliteit. In de schouwburg van onze rechtspraak gaf u de indruk van een verdwaalde grimeuse – een meisje dat haar hele jeugd ervan droomde om later mooi te worden. Plots bevond u zich op de bühne, verlamd als een konijn in de schijnwerpers van het naderende onheil. U staarde het publiek onaangenaam in de ogen. Met uw angst kaatste u de bal terug. U toonde ons hoe het is om gezien te worden. Betrapt. Ongeacht de misdaad.

Daar boet u voor met dertig jaar gevangenschap. U zal de meeste tijd doorbrengen in uw cel. Ik hoop dat u die niet met iemand moet delen. Ik hoop van harte dat u alleen bent. Ik hoop dat u ongestoord kan nadenken. Over uw belevenissen met uw minnaar, bijvoorbeeld. Ik sluit, samen met u, niet uit dat hij zich vuriger verstrengelde met u dan met u verscheiden rivale. Niet gehinderd door de onzekerheden van de hartstochtelijke liefde wekt de macht over een gewillige vrouw onvermoede lusten op bij zelfs de braafste hendrik die men onder het volk kan vinden. En u was meer dan nederig. U was bereid tot alles. Wellicht ervoer u zijn ‘vernederingen’ als de ultieme aandacht.

Het is maar een vermoeden. Zoals ik sterk vermoed dat uw rivale, mocht u zijn neergestort, door de jury zou worden vrijsproken. Of dat u bij vrijspraak en een indringend gesprek bij TerZake, en volgend jaar uw memoires, uiteindelijk ten onder zou gaan aan het vermoeden van schuld dat u altijd zou aankleven. Nu zit u tenminste veilig in uw cel, veroordeeld weliswaar zonder harde bewijzen, maar in het bezit van een schijn van onschuld en een steungroep op Facebook.

Een zee van tijd strekt zich voor u uit. U bent ontslagen van alle sociale verplichtingen en andere verantwoordelijkheden. U moet dertig jaar lang niets meer. Een bevoorrechte situatie, waar anderen steeds langer moeten voor werken. Vrijheid wordt bovendien zwaar overschat. U ondervond aan den lijve de dwingelandij van de begeerte. En zo heeft ieder huisje zijn cipier, neem het van mij aan. De Amerikaan Jonathan Franzen schreef

er naar verluidt een roman over, ‘Freedom’. Ik heb nog niet de tijd gevonden om het boek te lezen. Wacht niet te lang om een aanvraag in te dienen bij de bibliotheek. Een boek met dergelijke titel heeft het in zich om in uw omgeving ongemeen populair te worden.

Vergeef me mijn vrijpostigheid. Ik tik maar wat op deze zonovergoten maandagmorgen. Uit een ander boek, dit beeld: dat we samen, u ginds, ik hier, naar dezelfde zon kijken.

Ik wens u sterkte.

Peter Terrin.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content