Ludo Bekkers

‘Brutaal, maar geniaal: Willlam Klein, de vader van de straatfotografie’

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

William Klein is een fotograaf die zich niet bekommert om technische perfectie, schrijft Ludo Bekkers. ‘Zijn modellen zullen waarschijnlijk niet erg gelukkig geweest zijn bij het resultaat.’

Overrompelend is het werk van de Amerikaanse fotograaf Willlam Klein zoals het nu te zien is in Botanique in Brussel. Niet alleen door de grote nieuwe prints maar vooral door zijn manier van fotograferen. Klein (New York, 1928) diende twee jaar in het Amerikaanse leger na zijn universitaire studies en was op het einde gekazerneerd in Parijs waarvan hij gebruik maakte om een jaar aan de Sorbonne te studeren. Nadat zijn legerdienst er op zat wijdde hij zich aan de schilderkunst en was korte tijd in de leer bij Fernand Léger. Alhoewel hij geen professionele opleiding had gehad begon hij, bij zijn terugkeer naar New York, een soort fotografisch dagboek waarin hij zijn haat-liefdeverhouding met zijn geboortestad in beeld bracht.

Korrelige beelden

William Klein wist aanvankelijk niet zoveel van fotografie en negeerde dan ook alle wetmatigheden van het medium. Hij bediende zich bij voorkeur van een groothoeklens wat tamelijk ongebruikelijk is bij het werk dat hij deed, bekommerde zich nauwelijks om zuivere beelden want korrelige beelden stoorden hem niet, hij werkte met hevige, soms té hevige, contrasten, onvoorziene fouten bleven onverbeterd en zijn camera-instellingen zouden van geen enkele foto-amateur getolereerd worden. Maar hij kwam er mee weg en al die mankementen werden als het ware zijn persoonlijke signatuur die hem wereldberoemd zou maken.

Precies door al die zogenaamde fouten bij de opnamen van zijn foto’s hebben die een uniek karakter gekregen. Die komen aanvankelijk brutaal over omdat hij door het gebruik van zijn kleinbeeldtoestel Leica met een vaste 35mm-lens heel dicht bij de personen komt die hij in beeld wil brengen. Hij valt ze als het ware aan met zijn camera en ze zullen waarschijnlijk niet erg gelukkig geweest zijn bij het resultaat.

Nieuwe dimensie

Wanneer hij voor het modetijdschrift Vogue gaat werken laat hij zich niet verleiden tot de gangbare verleidelijke modeshoots maar laat de modellen in het straatbeeld evolueren en verlegt zo voortdurend de grenzen va het genre. Ze gaan deel uitmaken van wat hij in zijn vrije werk als “straatfotograaf” realiseerde. Na New York fotografisch onveilig te hebben gemaakt reisde hij achtereenvolgens naar Rome, Moskou, Tokio en werkte in Parijs, zijn tweede thuis. In al die steden paste hij zijn zelfde techniek toe, de straat op, onbelemmerd door een doorgedreven techniek maar met een oog voor het onverwachte, het ontypische, maar ook het dagelijkse avontuur dat zich op straat afspeelt. Maar Klein is geen voyeur, geen kromme geest, hij ziet wat anderen niet zien en geeft zo een uitermate persoonlijk beeld van de stad die hij bezoekt. Dat kan omdat hij zich blijkbaar niet bekommert om technische perfectie. Het weergeven wat hij ziet is het belangrijkste en al de rest is bijkomstig, zo lijkt het wel. Maar het maakt wel zijn persoonlijkheid uit.

Vanaf de jaren tachtig duikt er plots een andere William Klein op. De aanvankelijke schilder ontwaakt weer. Hij ontwikkelt een procedé waarbij een contactblad, een reeks kleinbeeld negatieven die op één blad fotopapier worden afgedrukt, en vergroot. Op dat nieuwe fotomateriaal zoekt Klein een bepaald beeld op, tussen de andere, en omlijst het met rode, gele of paarse verf. Hij maakt er een nieuw kunstwerk van dat zo persoonlijk is dat niemand het hem ooit nadeed. De foto blijft wel centraal staan tussen andere maar ze krijgt een nieuwe dimensie door het aanbrengen van de kleur. In zekere zin desacraliseerd hij de foto maar maakt er, door het aanbrengen van de verfstrepen, een nieuw kunstwerk van.

Tentoonstelling : “William Klein, 5 Cities”. Brussel, Botanique nog tot 5 februari 2017.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content