Marcel Möring – Louteringsberg

Louteringsberg heeft een heel ander karakter dan Dis, het boek waarop het een vervolg is. Niet weer een experiment dat de lezer afstoot, maar een subtiel verslag van de geleidelijke loutering die Marcel Mörings hoofdpersoon ondergaat.

Marcel Möring – Louteringsberg

Uitgeverij: De Bezige Bij, Amsterdam

Aantal pagina’s: 506

Prijs: 19,90 euro

ISBN: 978-90-234-5904-0

Marcel Mörings vorige roman, in 2006 opgewacht als zijn grote magnum opus, riep veel weerstand op. Hij wilde met Dis te veel tegelijk. Laten zien waar hij als schrijver vandaan kwam door al zijn literaire invloeden in het boek te verwerken: de monologue intérieur van James Joyce, de strips uit zijn jeugd, de hoofse liefdeslyriek.

Maar ook een tragisch verhaal vertellen over de heimelijk niet gewenste Joden in de anus mundi na de Tweede Wereldoorlog: het onooglijke Drentse stadje Assen. De cerebraliteit van het experiment, die je kon bewonderen, stond ontroering om het lot van Jacob Noach en Marcus Kolpa, de hoofdpersonen van Dis, in de weg.

Uitgerekend dit boek bleek het eerste deel van een trilogie te zijn. Wat moest dat in godsnaam worden? Wilde Möring van zijn reputatie af als intellectuele schrijver voor een groot publiek?

In Louteringsberg is Marcus Kolpa vijfentwintig jaar ouder. Hij heeft zich teruggetrokken in een kapitaal huis op een afgelegen, bosrijke berg. Onbereikbaar voor iedereen. Onaantastbaar. Hij bemoeit zich niet met de dorpelingen in de omgeving, hij leest geen kranten en na het ene succesboek dat hem twee decennia eerder onvoorstelbare welstand heeft gebracht, schrijft hij niet meer.

Maar dan overlijdt zijn moeder met wie hij na haar immigratie naar Israël nauwelijks contact heeft gehad. Namens een onbekende man bleek zij een paar ton voor Marcus te beheren. Dat roept opnieuw de vragen op naar zijn afkomst. Is die man soms zijn vader?

Möring beschrijft het veranderingsproces van Kolpa volstrekt anders dan in Dis. In Louteringsberg geen experiment, geen nadruk op vorm, maar een subtiel, over vijfhonderd pagina’s uitgesmeerd verslag van de loutering van Kolpa’s ziel. Vergeleken met Dis is het tweede deel van de trilogie zelfs traditioneel te noemen.

Möring lijkt dat te onderstrepen door de lezer de eerste tachtig pagina’s in een kabbelend tempo bij te praten over de tussenliggende jaren. Er gebeurt genoeg. Kolpa trekt in het huis, voedt zijn dochter Rebecca op, neemt een huishoudster aan. Maar niets dramatisch. Het is allemaal inleiding op wat komen gaat.

Vanaf het moment dat het testament van Kolpa’s moeder wordt geopenbaard, grijpt Möring de lezer vast. Scherpe dialogen, heldere beschrijvingen, peinzende herinneringen – Möring zet zijn niet geringe talent volledig in om een in alle opzichten levendig proces te beschrijven.

Hij zuigt je helemaal op in het leven van zijn hoofdpersoon. Dat is juist zo knap als je bedenkt dat hij de lezer meekrijgt met uitsluitend literaire middelen. Kolpa’s leven is te uitzonderlijk om de gemiddelde lezer herkenning te bieden.

Behalve de onthulling uit het testament doet Kolpa nog meer ontdekkingen. Soms behoorlijk onwaarschijnlijk. Zijn vrouw Chaja blijkt meer dan twintig jaar na haar spoorloze verdwijning te vegeteren in een Israëlische inrichting.

Maar het zijn niet de onthullingen over zijn verleden waardoor Kolpa een catharsis ondergaat. Sterker: achter de oplossing van de geheimen blijken nieuwe geheimen schuil te gaan. Een antwoord op de vraag wat er gebeurd is, krijgt hij niet.

Het zijn eerder de mensen om hem heen waardoor Kolpa ontdooit. De aanhoudende zorgen van zijn dochter bijvoorbeeld die erop aandringt dat hij eens ophoudt zijn huishoudster zo afstandelijk te benaderen.

Bij Möring schemert de structuur van de roman niet door de tekst zoals bij zo veel andere romans over een loutering. Nergens komt Kolpa met een klap tot een verhelderend inzicht. Hij piekert, hij tast, hij laat zich beïnvloeden door de mensen die hij in zijn nabijheid toelaat.

Alleen aan kleine details merk je dat hij zijn verzet opgeeft en weer aan het leven gaat deel-nemen. Als zijn huishoudster niet meer mevrouw Sanders maar Ada heet. Of als zijn dochter vraagt of zijn boek al af is. Kennelijk is Kolpa weer gaan schrijven. En niet alleen dat. Dankzij Lila kan hij ook weer liefhebben.

Het is voor het eerst dat een personage van Möring tot de conclusie komt dat het leven de moeite waard is om door aangeraakt te worden. Dat maakt Louteringsberg tot een breuk met zijn eerdere oeuvre. Een breuk die de schrijver benadrukt door de afkeer die Kolpa voor zijn succesboek voelt.

Zo moet Möring over zijn eerdere werk denken – al heeft hij in interviews verteld dat het derde deel van de trilogie het grote Joodse sprookjesboek is waarmee Kolpa zo’n immens succes had.

Paradoxaal bevestigt Möring juist met Louteringsberg zijn reputatie als intellectueel schrijver die dankzij zijn talent een groot publiek weet te boeien.

Maarten Dessing

Marcel Möring

In 1957 geboren in Enschede. Hij groeide op in Assen en woont nu in Rotterdam.

Debuteerde in 1990 met Mendels erfenis.

Won in 1992 de AKO Literatuurprijs voor Het grote verlangen.

Kreeg in 1998 voor In Babylon de Gouden Uil.

Werkt sindsdien aan zijn trilogie.

Partner Content