Ivo Victoria – Hoe ik nimmer de ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won

De titel ‘beste debutant van begin september 2009’ kan Ivo Victoria niet ontgaan.

Ivo Victoria – Hoe ik nimmer de ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het me spijt)
Uitgeverij: Anthos, Amsterdam
Aantal pagina’s: 195
ISBN: 978-90-414-1365-9
Internet: Ivo Victoria

Ivo Victoria houdt wel van pose, dat zie je aan de foto van Stephan Vanfleteren op zijn website, dat hoor je aan zijn naam. Rondom die naam is een hypeje in aanbouw. De titel ‘beste debutant van begin september 2009’ kan hem al niet meer ontgaan.

Klinkt dit misschien typisch als het aanloopje voor een (uiteraard louter door bittere jaloezie en azijnzuur ontalent ingegeven) kraakrecensie (u denkt nu bijvoorbeeld spontaan aan een naam als Gwijde Touwhaar) – sta me dan toe u toch enigszins te verrassen.

Een beetje uitsloverige titel is het wel: Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het me spijt) . Maar hij blijft je wél bij. Wat erg helpt, is dat deze roman juist ook over een poseur gáát: Ivo Victoria, geboren in Edegem, die zijn jeugdvriend Dries, een minder dan hoog begaafde klasgenoot op de lagere school, wijsmaakt dat hij, weliswaar bij de min-twaalfjarigen, een echte wielrenner is. Hij traint weleens met Lucien Van Impe en zo.

Maar bij de overgang naar de middelbare school scheiden Ivo’s en Dries’ wegen, waarna Ivo Dries meteen maar, net zo makkelijk, helemaal uit zijn leven schrapt, zoals grote ego’s dat met acolieten plegen te doen. Vele jaren later keert een berouwvolle Ivo terug naar Edegem. Er zijn dingen onafgemaakt gebleven – en waar is Anja Lippenveld, zijn gedroomde geliefde van destijds?

Een en ander resulteert, met name door de af en toe licht manische toon, die uitstekend bij deze hoofdpersoon past, in een niet overdonderend, maar toch boven de doorsnee uitstekend verhaal over betovering en verlies, om het met Lou Reed te zeggen (en ook een beetje over hoe de middenstand het land regeert).

Formuleren kan Victoria – alleen jammer dat zijn taalvastheid niet overhoudt. ‘Verrast kijk ik op vanuit de boezem van mijn moeder.’ ‘Mijn hart klopte in mijn nek.’ Zinnen waarin naar dezelfde persoon met zowel ‘je’ als ‘u’ wordt verwezen zijn weliswaar zeldzaam, maar ze staan erin. Enzovoort. O, wat énig, dat Vlaams, moeten ze in Amsterdam hebben gedacht. Weten zij veel.

Maar iemand die een zin als ‘De kansen lagen in het verleden en ik heb ze op briljante wijze niet benut’ kan schrijven, moet veel worden vergeven.

Herman Jacobs

Partner Content