Chinese auteurs zwijgen liever over censuur en verdrukking

Je kunt Chinese auteurs alles vragen over zelfcensuur, onderdrukking of publicatiemoeilijkheden. Een echt antwoord geven ze alleen niet.

Het is goed dat zo veel Nederlandse auteurs op de Boekenbeurs van Beijing zijn. De Chinese schrijvers Mian Mian en Su Tong zijn daar duidelijk over. Niet om gecensureerde en vervolgde schrijvers te steunen, wat heel Nederland onder druk van Amnesty International van hen lijkt te eisen, maar om hun werk te promoten. ‘Als je in China op internet op “Amsterdam” zoekt’, aldus Su Tong, ‘krijg je als eerste resultaat de film “Amsterdamned” [de commerciële pulpthriller van Dick Maas]. Het zou mooi zijn als dat Cees Nooteboom is.’

Mian Mian en Su Tong spraken gisteren op Manuscripta, de opening van het boekenseizoen in Amsterdam, over de positie van hun werk in eigen land. Beide schrijvers verblijven bij wijze van tegenprestatie voor het Nederlandse gastlandschap in Beijing zes weken in Amsterdam. Ze lieten zich gewillig interviewen door Margot Dijkgraaf, die ook haar best deed door te vragen, maar ze lieten zich niet uit de tent lokken. Zij weten genoeg van China om ook zo ver van huis te zwijgen in het openbaar. De communistische machthebbers luistert overal mee.

De in eigen land zeer gerespecteerde Su Tong was het voorzichtigst. Een politieke vraag speelde hij door aan Mian Mian – onder het motto: waarom krijgen mannen altijd het woord als het over politiek gaat? En gevraagd naar eventuele moeilijkheden om te publiceren vertelde hij alleen maar een anekdote: literaire tijdschriften zochten bijdragen door advertenties op de universiteit op te hangen, hij had wat opgestuurd en dat werd geplaatst. Paste hij dan zelfcensuur toe? ‘De censor vond mijn roman ‘Rijst’ pornografisch, maar dat is alleen maar zijn mening. Ik heb nooit echt schade ondervonden’, antwoordde hij raadselachtig.

Mian Mian heeft wél schade ondervonden van de censuur. Op haar zeventiende werd het haar onmogelijk gemaakt te debuteren. Toen tien jaar later ‘Candy’ toch verscheen, over de losgeslagen jeugd van Shanghai, werd dat na een paar jaar alsnog verboden. Ze weigerde zichzelf als een slachtoffer te zien, maar impliciet gaf ze toe dat wel te zijn. Aanvankelijk had ze zo’n 150.000 lezers, nu volgen nog maar zo’n 20.000 mensen haar werk – via illegale publicaties op internet of haar blog. In China een verwaarloosbaar aantal. ‘Door je werk te verbieden verhindert de partij dat de revolutie die je wilde starten ook van de grond komt. Ik heb helemaal geen invloed meer op de jeugdcultuur.’

De Chinese literatuur heeft een eeuwenoude traditie van sociaal engagement. Veel sterker dan in het Westen. Konden de twee schrijvers nog wel geëngageerd zijn en bijvoorbeeld schrijven over corruptie in de partij? Ook daar gaf Su Tong alleen maar een algemeen antwoord op: ‘Het is onmogelijk niet geëngageerd te zijn. De leven buiten het raam kun je niet negeren, een schrijver probeert altijd een brug te slaan tussen dat leven en zijn eigen schrijven. Iedere schrijver doet dat met zijn eigen thema’s, met zijn eigen stijl, maar álle schrijvers zijn ontevreden over de realiteit van het heden. Zijn schrijven is een manier om die realiteit aan te passen.’

Na afloop van het gesprek met Mian Mian en Su Tong spraken een aantal China-deskundigen op uitnodiging van Amnesty en PEN over hetzelfde probleem. Onder hen Tienchi Martin, voorzitter van het Independent Chinese PEN Center. Zij legde helder uit hoe de machthebbers hun schrijvers aan de leiband houden. Vooral door strikte controle dwingen ze hen tot zelfcensuur. Anders dan Mian Mian gelooft ze echter wel in de bevrijding door internet. Ze citeerde Liu Xiabo instemmend: ‘Internet is een cadeau van de goden. Zelfs met een half miljoen sterke internetpolitie kan de partij niet alle sites blokkeren.’

Sinoloog Maghiel van Crevel, die het werk van tal van verboden dichters heeft vertaald en gepubliceerd, protesteerde juist tegen de eenzijdigheid van de discussie in Nederland. ‘Literatuur en politiek zijn geen synoniemen. Het Chinese literaire landschap is heel breed. Er zijn ook gerespecteerde schrijvers die toch lid zijn van het Chinese schrijverscomité. In Nederland wordt meteen gevraagd: wordt je vervolgd, ben je een underground-schrijver. En als het antwoord ja, kunnen we rustig achterover leunen: jij bent dus een goede schrijver. Maar dat is veel te makkelijk.’

Maarten Dessing

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content