‘Wat covid-19 Europa heeft geleerd over de strijd tegen kanker’

‘De covid-19 pandemie toonde ons reeds de voordelen van meer samenwerking op het vlak van volksgezondheid, maar maakte tegelijk ook de knelpunten en obstakels duidelijk. De lessen die we hieruit trekken, tonen aan wat Europa kan doen om kanker te bestrijden’, schrijven europarlementsleden Cindy Fransen en Manfred Weber.

Op dit moment vielen er in Europa reeds 1,4 miljoen sterfgevallen te betreuren als gevolg van het coronavirus. Kanker veroorzaakt op haar beurt jaarlijks 1,3 miljoen sterfgevallen in Europa, waarvan 6.000 kinderen. Bovendien worden elk jaar 2,7 miljoen levens op hun kop gezet na een kankerdiagnose, waarvan 35.000 kinderen en jong-adolescenten. Naast deze hoge sterftecijfers hebben covid-19 en kanker nog iets gemeen: ze kunnen echt iedereen treffen.

In september 2020 werd er in het Europees Parlement een speciale commissie opgericht met één specifiek doel: onderzoeken wat Europa beter kan doen in de strijd tegen kanker. In deze commissie hebben we het laatste anderhalf jaar onderzocht hoe meer samenwerking op Europees niveau kan helpen deze doelstelling te bereiken. Als Europese wetgevers hebben we de lijnen uitgezet voor een beleid dat echt het verschil kan maken.

De covid-19 pandemie toonde ons reeds de voordelen van meer samenwerking op het vlak van volksgezondheid, maar maakte tegelijk ook de knelpunten en obstakels duidelijk. De lessen die we hieruit trekken, tonen aan wat Europa kan doen om kanker te bestrijden. In de strijd tegen het nieuwe coronavirus moesten we van nul beginnen, maar op gebied van kankerbestrijding beschikken we in de EU al over veel meer kennis en ervaring. We moeten deze krachten dus bundelen.

Kankerbehandelingen en medicijnen zijn bijvoorbeeld vaak zeer duur, zeker als het om zeldzame kankers gaat. Net zoals bij de COVID-19-vaccins moet de Europese Commissie hiervoor een Europees gezamenlijk aankoopsysteem in het leven roepen. Door samen aan te kopen, kunnen we behandelingen en geneesmiddelen betaalbaarder maken voor zowel de patiënten als onze gezondheidszorgstelsels. Europa kan hierdoor een gelijke toegang tot geneesmiddelen bevorderen en baanbrekende innovaties stimuleren, net zoals bij de ontwikkeling van de coronavaccins.

Europa kan ook op vele andere vlakken een grote meerwaarde bieden.

Via structurele financiering uit de 95,5 miljard euro van het Horizon Europe onderzoeksfonds kan de EU echt het verschil maken op het gebied van preventie, vroegtijdige opsporing en behandeling. Tegelijk moeten gegevens over wetenschappelijk onderzoek veel meer en zonder belemmeringen gedeeld kunnen worden op EU-niveau. Alleen zo zullen meer nieuwe en innovatieve behandelingen ontwikkeld worden, die van cruciaal belang zijn om bijvoorbeeld kinderen en jongvolwassenen, of mensen die lijden aan een zeldzame vorm van kanker, weer perspectief en kansen te geven.

Daarom willen we via aangepaste wetgeving onderzoekers en farmaceutische bedrijven stimuleren om te investeren in grensoverschrijdend onderzoek naar geneesmiddelen die specifiek voor kinderen ontwikkeld worden. Om ervoor te zorgen dat al deze jonge patiënten een behandeling op maat kunnen krijgen, zou elke lidstaat over ten minste één gespecialiseerd centrum voor kinderen en jonge adolescenten met kanker moeten beschikken.

De coronacrisis toonde ook het belang van een goede grensoverschrijdende samenwerking. Soms is de best mogelijke behandeling nu eenmaal in een andere lidstaat te vinden. In dat geval moet het voor kankerpatiënten gemakkelijker worden om zich in een ander EU-land te laten behandelen. Alleen uniforme regels voor toelating en vergoeding van behandelingen kunnen dit mogelijk maken. Patiënten hebben nood aan die duidelijkheid. Via meer onderzoek en een platform voor de uitwisseling van beste praktijken in de palliatieve zorg kan de EU ook in deze fase het verschil maken.

Ten slotte moet er een Europees recht om vergeten te worden, komen. Niemand in de EU mag worden gediscrimineerd als het gaat over bijvoorbeeld het afsluiten van een hypothecaire lening, enkel en alleen op grond van zijn verleden als kankerpatiënt.

Dit zijn slechts enkele van de voorbeelden waarin Europa het verschil kan maken. In het Europees Parlement hebben we aanbevelingen uitgewerkt die kankerpatiënten zullen helpen, ongeacht in welke van de 27 lidstaten zij wonen. Op dit moment zijn er nog steeds eerste- en tweederangsburgers, want in Oost-Europa hebben patiënten maar liefst 30 procent minder kans om te genezen tegenover patiënten in West-Europa. Hier willen wij nu komaf mee maken. Je overlevingskansen mogen niet afhankelijk zijn van de plaats waar je woont of van je sociale afkomst.

Europa kan inspanningen, kennis en geld bundelen. Het Europees parlement is reeds overtuigd. Nu moeten ook de lidstaten beseffen dat we samen sterker staan in de strijd tegen kanker, in plaats van elk alleen te vechten tegen deze vreselijke ziekte.

Het Parlement hoopt dan ook dat de 27 lidstaten hun kop niet in het zand zullen steken, maar deze uitdaging zullen aanpakken met een politieke wilskracht die overeenkomt met de vastberadenheid die kankerpatiënten in heel Europa dagdagelijks tonen.

Manfred Weber, Voorzitter EVP-fractie in het Europees Parlement

Cindy Franssen, coördinator voor de EVP-fractie in de strijd tegen kanker en Europees parlementslid voor CD&V

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content