Waarom Jeremie Vaneeckhout (Groen) een nepcitaat van Socrates gebruikte

© Belga

Groen-covoorzitter Jeremie Vaneeckhout nam het met een nepcitaat van Socrates op voor de jeugd. Maar Socrates verdient beter.

Onze jeugd heeft tegenwoordig een sterke hang naar luxe, heeft slechte manieren, minachting voor het gezag en geen eerbied voor ouderen. Ze geven de voorkeur aan kletspraatjes in plaats van training… Jonge mensen staan niet meer op als een oudere de kamer binnenkomt. Zij spreken hun ouders tegen, houden hun mond niet in gezelschap… en tiranniseren hun leraren.’

Allerlei variaties van dat citaat zijn talloze keren terug te vinden op het internet. Het wordt meestal toegeschreven aan de Griekse filosoof Socrates uit de vijfde eeuw voor Christus. Niet dat zo veel mensen geïnteresseerd zijn in Atheense jongeren uit de oudheid: het citaat moet vooral aantonen dat de klacht van ouderen over de vermeende verslapping en onbeleefdheid van de jongere generaties iets van alle tijden is.

Precies dat deed ook Jeremie Vaneeckhout, covoorzitter van Groen, op Twitter eerder deze maand. Hij nam het via de omweg van Socrates op voor de jongeren van vandaag: ‘Ik heb het (weer) gehad met de luie analyses over de jeugd. Er is niks origineels, niks wervends en gefundeerds aan “ze moeten wat meer tegenslagen ervaren” en “de jeugd van tegenwoordig is niet klaar voor de toekomst”. Socrates deed 2500 jaar geleden al zo’n non-analyses’, aldus Vaneeckhout.

Hij plaatste er een powerpointslide bij waarop het citaat over ‘onze jeugd’ aan Socrates werd toegeschreven. De afbeelding kwam uit een oude presentatie van een Nederlandse jeugdwerkspecialist over ‘jongeren en gedrag’. Maar het probleem is: voor zover we weten, heeft Socrates nooit zoiets gezegd.

Triomfantelijke grijns

De herkomst van het citaat was lange tijd een mysterie. Er zijn vele discussiepagina’s op Google Answers en Wikiquote over volgeschreven. De ware toedracht valt – zoals vaak – te lezen op Quote Investigator, een website die de Amerikaanse computerwetenschapper Gregory F. Sullivan in 2010 oprichtte. Quote Investigator probeert de correcte oorsprong te achterhalen van de talloze valse citaten en verkeerd toegewezen quotes die circuleren op internet. De site is een ware schatkist voor factcheckers en historici.

De aanklacht over de klassieke Griekse jeugd en hun vermeende onbeleefdheid, slechte manieren en hang naar luxe circuleert al meer dan een eeuw. Het citaat kreeg pas echt aandacht toen Gijsbert van Hall, burgemeester van Amsterdam, er in 1966 naar verwees in een reactie op een betoging van de anarchistische protestbeweging Provo. The New York Times beschreef hoe Van Hall een blaadje papier nam, het bewuste tekstje voorlas en dan – ‘met een triomfantelijke grijns’, schrijft de krant – onthulde dat het een citaat was ‘van Socrates’, en dat hij die nozems van Provo niet al te ernstig nam.

Diepzinnige quotes van beroemdheden die in werkelijkheid nooit iets dergelijks gezegd hebben, zijn een plaag op het internet.

Het voorval inspireerde Malcolm Forbes, uitgever van het gelijknamige magazine, een week later tot een commentaarstuk over ‘de jeugd van tegenwoordig’ waarin hij eveneens het citaat hanteerde. De factcheckers van Forbes beschrijven in een artikel in diezelfde editie hun vruchteloze zoektocht naar een bron voor de befaamde uitspraak van ‘Socrates’.

Gehoorzaamheid

In werkelijkheid is het citaat gebaseerd op enkele passages uit Schools of Hellas, de publicatie van een scriptie uit 1907 van Cambridge-hellenist Kenneth John Freeman. Het werk van Freeman is een droge analyse van de visies op onderwijs in het klassieke Griekenland. Het bevat talloze citaten van tijdgenoten van Socrates: uit toneelstukken van de oud-Griekse komedieschrijver Aristophanes en uit teksten van Plato en Xenophon, allebei leerlingen en bewonderaars van Socrates. Maar het zogenaamde ‘citaat van Socrates’ bestaat integraal uit zinnen die Freeman zelf schreef. Hij vertelt hoe ze in de late vijfde en vierde eeuw voor Christus tegenover ‘de jeugd’ stonden: met een nostalgie naar een vermeende verloren gegane gehoorzaamheid en moraliteit uit vorige eeuwen.

Groen-covoorzitter Jeremie Vaneeckhout gebruikte een nepcitaat van Socrates om de jeugd een hart onder de riem te steken.
Groen-covoorzitter Jeremie Vaneeckhout gebruikte een nepcitaat van Socrates om de jeugd een hart onder de riem te steken. © belga image

Enkele passages uit Freemans werk werden geciteerd in een speech van James J. Walsh voor de Schoolmasters’ Club of New York in 1911. Een decennium later drukte een tijdschrift delen van die speech af, en werden de zinnen verkeerdelijk toegewezen aan Walsh zelf. Nog een jaar later vinden we voor de eerste keer een publicatie waarin de zinnen van Freeman plots aan Socrates worden toegeschreven. En vervolgens was het hek van de dam.

Waarom, zou je denken, heeft Freeman zich nooit verzet tegen het misbruik van de passages uit zijn eigen boek? Daar bestaat een eenvoudige uitleg voor: hij was al overleden toen het verscheen. Freeman had een zwakke gezondheid, stierf jong en zijn Schools of Hellas verscheen postuum, uitgegeven door enkele van zijn collega’s van Cambridge en Winchester College, de Engelse school waar hij zelf lesgaf.

Nepcitaten

Het neppe Socrates-citaat is maar één voorbeeld van wat is uitgegroeid tot een ware plaag op het internet: diepzinnige quotes van wereldberoemde filosofen, wetenschappers of auteurs die in werkelijkheid nooit iets dergelijks gezegd hebben. De praktijk blijkt onweerstaanbaar in internetdiscussies: wie zulke citaten hanteert, komt belezen en intellectueel over en kan bovendien aantonen dat zijn of haar standpunt in het verleden al gedeeld werd door notoire slimmeriken of genieën. Mark Twain, Albert Einstein, Winston Churchill en Abraham Lincoln zijn enkele beroemdheden die bijzonder vaak fake quotes toegeschreven krijgen. Al ligt het bij Vaneeckhout en Socrates eigenlijk omgekeerd: de Groen-covoorzitter noemt het net een ‘non-analyse’ waar we geen rekening mee moeten houden.

Socrates lijkt door de quote een banale oude zeur die kankerde op de jeugd.

Ook al kwam het citaat dan niet van Socrates, het klopt wel degelijk dat al in het Athene van de vijfde eeuw voor Christus een beeld leefde van een lamlendige ‘jeugd van tegenwoordig’ die er de kantjes afliep. Maar wat Socrates écht dacht over die jongelui? Dat zullen we nooit met zekerheid weten. Van zijn eigen hand zijn helemaal geen geschriften overgebleven. Het beeld dat we van de filosoof hebben, is gebaseerd op getuigenissen van tijdgenoten. Die zijn soms zo tegenstrijdig dat we van de filosofie van de historische Socrates eigenlijk geen coherent idee kunnen vormen.

En daarin schuilt het echte gevaar van nepcitaten: dat we in de 21e eeuw een compleet verkeerd beeld krijgen van de historische figuren aan wie ze worden toegeschreven. Socrates, die algemeen beschouwd wordt als de grondlegger van de westerse filosofie, lijkt door de quote een banale oude zeur die kankerde op de ‘jeugd van tegenwoordig’. Dat is wel bijzonder ironisch, omdat – en dat weten we wél met zekerheid – de filosoof in 399 voor Christus de doodstraf kreeg na, onder andere, de beschuldiging van het ‘moreel corrumperen van de jeugd’.

De arbiter houdt elke week een internetclaim tegen het licht.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content