Voorpublicatie: ‘De mythe van het rode bastion van de VRT gaat al lang mee, maar de functie is veranderd’

In het boek ‘Debatfiches van de Vlaamse Elite’ (EPO) wordt dieper ingegaan op ‘hoeveel rechtse woorden en slogans de laatste decennia in onze hoofden zijn geslopen’. Dit fragment van Michelle Graus (ACOD) gaat over het verstandshuwelijk tussen N-VA en Christian Van Thillo.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Tijdens een van zijn avonturen botste Don Quichot op een kudde schapen. Hij was ervan overtuigd dat hij een machtig leger zag. “Hoort gij dan niet het briesen der paarden, het schetteren der trompetten en het doffe gedreun der legerpauken?”, riep hij tegen zijn gezel Sancho Panza. “Ik hoor niets dan een ontzettend geblaat, heer!”, verzekerde Sancho. Maar Don Quichot was al ten strijde getrokken en hij hieuw met zijn lans de hulpeloze schapen uitéén. Vierhonderd jaar later trekken de hedendaagse lunatieke ridders ten strijde tegen wat zij het rode bastion van de VRT noemen. De lans hebben ze ingeruild voor moderne wapens: scheldtirades op Twitter, een eindeloze reeks besparingen en de verplichte ‘monitoring van de onpartijdigheid’.

De eerste tekenen van deze waanvoorstelling doken ergens in de jaren 70 en begin jaren 80 op. Bij wat toen nog de CVP heette, bestudeerden ze nauwkeurig de stand van de wenkbrauwen en de intonatie van de nieuwslezers tijdens berichten over hun regeringsleiders en ministers en brachten elke week verslag uit op het politiek bureau van de partij. Toen een BRT-journalist het ook nog eens waagde een kritische vraag te stellen aan premier Wilfried Martens was het hek van de dam. CVP eiste zijn ontslag en de christendemocraten werden de grootste pleitbezorgers van de komst van een commerciële zender. Alleen zo kon de macht van het rode bastion gebroken worden, dacht men daar. Veertig jaar later lijkt de realiteitszin weergekeerd bij de CD&V, maar N-VA nam hun rol over. Toen Theo Francken zich tijdens de recentste verkiezingsavond stoorde aan een vraag, brieste hij dat er “bij de VRT veel linkse journalisten zijn”. Parlementslid Marius Meremans vond dan weer dat de openbare omroep “te links” was. “Met Het journaal of Terzake kunnen we leven. Maar De Afspraak, dat is een probleem”, zei hij toen.

De mythe van het rode bastion van de VRT gaat al lang mee, maar de functie is veranderd.

De mythe van het rode bastion (of het rood-groene bastion, zoals ze dat bij de radicaalrechtse website Doorbraak noemen) gaat dus al heel lang mee, maar dat betekent niet dat de functie van die mythe al die tijd dezelfde is gebleven. Toen de CVP tekeerging tegen linkse journalisten was dat eerder een uiting van hun eigen vertwijfeling over de geëmancipeerde post-68-maatschappij waarin het traditionele gezag aan het wankelen werd gebracht. Wilfried Martens die ziedend reageert op een journalist die zowaar een echte vraag durfde te stellen, is als de professor die plots te maken krijgt met studenten die niet alles slikken of de priester van wie de dogma’s in vraag gesteld worden. Hun diepe wantrouwen tegenover de nieuwsdienst van de openbare omroep was een uiting van hun eigen onmacht en was daardoor een beetje lachwekkend. De constante aanvallen van N-VA zijn perfider. Ze zijn de zelfverzekerde pose van een radicaalrechtse stroming die naar hegemonie streeft in de ideeënstrijd. Als je alles wat ook maar enigszins afwijkt van de radicaalrechtse canon – van Angela Merkel en haar ‘Wir schaffen das‘ tot het Europees Hof van de Mensenrechten – links noemt dan voer je niet alleen oorlog tegen links, maar tegen alle democratische instituten en verworvenheden. N-VA heeft die tactiek afgekeken van de rechterzijde in de VS die al langer van het padje is. Op Fox News werd Obama met een uitgestreken gezicht steevast een socialist genoemd. Voor een commentator van het nieuwsagentschap Forbes ging dat nog niet ver genoeg. ‘Het economisch programma van Obama komt rechtstreeks uit de marxistisch-leninistische leerboeken’, schreef die man zonder een zweem van ironie. Een van zijn argumenten was dat Obama had durven opperen dat het hoger onderwijs goedkoper moest worden. Het zijn de oprispingen van een geradicaliseerde groep die de hele maatschappij wil meeslepen in die radicalisering.

Het Overton-venster

Die radicalisering zit niet alleen in de politiek. Ook in de bedrijfswereld lopen er zo’n types rond. CEO Luc Bertrand van investeerder Ackermans & van Haaren noemde in 2012 Di Rupo I ‘geen socialistische, maar een marxistische regering’. Een regering met liberalen op belangrijke posten die meteen het mes zette in de overheidsdiensten en de pensioenen is dus marxistisch. In diezelfde periode stelde Bertrand ook voor om de werkweek met enkele uren te verlengen, gratis natuurlijk. Een regering die daar niet op ingaat is dan… marxistisch.

Wat N-VA en de Bertrands van deze wereld doen is een ingenieus spel met het Overton-venster. Genoemd naar de politieke analist Joseph Overton staat dat venster of raam voor het spectrum van meningen die door de mainstream als aanvaardbaar en dus niet als extreem worden ervaren. Radicaalrechts heeft een dubbele strategie. Aan de rechterkant het venster verder openkrikken voor radicaalrechtse meningen en voorstellen (Bertrand kreeg veel media-aandacht met zijn voorstel om gratis uren toe te voegen aan de werkweek), maar ook de bewegingsruimte voor progressieve ideeën kleiner maken aan de linkerkant. Als je de liberale partij marxistisch noemt, valt alles links van die partij natuurlijk uit het venster. Hetzelfde geldt voor de kritiek op de VRT: als Ivan De Vadder en co al linkse rakkers zijn, dan maak je de bewegingsruimte voor journalisten wel heel klein. Dan wordt het wel heel moeilijk om eens niet de door rechts gewenste vragen te stellen aan regeringsleden zoals: doet u wel genoeg om mensen langer te laten werken, hoe gaat u de grenzen bewaken en waar gaat u besparen?

En de campagne heeft het gewenste resultaat. Als VB-voorzitter Tom Van Grieken naar aanleiding van het nieuwe schooljaar op Tiktok een intimidatiecampagne tegen ‘linkse leerkrachten’ lanceert (ook hier betekent links trouwens: een leerkracht die correcte informatie geeft over de Tweede Wereldoorlog of het klimaat), dan is de reflex op de nieuwsredactie van VRT meteen: die moeten we in de studio hebben. In de Zevende Dag mocht hij ongestoord zijn provocatie komen relativeren. Als in Washington de extreemrechtse troepen van Trump het Capitool bestormen, dan vinden ze het bij De Afspraak een goed idee om VB-kopstuk Gerolf Annemans uit te nodigen die dan duiding mag geven bij de gewelddadige actie van zijn geestesgenoten. Ook als een extreemrechtse militair artsen en politie dreigt van kant te maken, dan mag je ervan uitgaan dat VB-kopstukken een rode loper krijgen uitgerold bij de VRT. Een van de dieptepunten werd bereikt toen haatbaas Tom Van Grieken de skibidi mocht dansen op Ketnet en hij de vraag voorgeschoteld kreeg of hij vroeger veel succes had bij de meisjes en jongens. Bij de openbare omroep kennen ze nochtans het wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat de media een belangrijke rol spelen in het succes van extreemrechts. In een voorbeschouwing op de verkiezingen van 2019 kon je op de site van de VRT-nieuwsdienst lezen: “Het is de schuld van de media? Het klinkt als een vertrouwd riedeltje, maar een recente studie aan Cambridge University legt wel degelijk een verband tussen toegang tot de media en het electorale succes van rechts-populistische partijen. In Vlaanderen bestaat er niet zoiets als een cordon médiatique, in Wallonië en het Groothertogdom Luxemburg wel, en dat verklaart mee de uiteenlopende scores van rechts-populistische partijen op die plekken.” De VRT erkent dus zelf medeverantwoordelijk te zijn voor het feit dat een extreemrechtse partij in Vlaanderen het politieke landschap domineert. Het is ook een vicieuze cirkel. De VRT maakt extreemrechts mee groot en wanneer het Vlaams Belang daardoor een zitje krijgt in de raad van bestuur van de openbare omroep, laat men toe dat de partij rechtstreeks ingrijpt in de programma’s. Geert Hoste maakte in een satirisch programma één mop over Vlaams Belang en het spel zat op de wagen. Het fragment werd weggeknipt zodat achterafkijkers die het programma volgen via de website de mop niet meer te zien kregen. Rechtse cancelcultuur, het is een ding. Dat journalisten en programmamakers dat zomaar laten passeren, het is helaas ook een ding.

Private druk

Om druk uit te oefenen op de VRT heeft rechts in Vlaanderen nog andere ijzers in het vuur liggen. Alle politici staan graag op een goed blaadje bij de private mediagroepen. Dankzij een aantal consolidaties en fusies is de macht van die groepen de voorbije jaren sterk gegroeid. Ook hier is sprake van een spiraal. Hoe machtiger zij worden, hoe makkelijker ze toegang krijgen tot subsidies zoals de gratis postbedeling of investeringssteun.

In 2006 kreeg De Persgroep zomaar eventjes 4,9 miljoen euro ‘ecologiesteun’ voor de bouw van een drukkerij. Eind 2021, vijftien jaar later, kregen de 78 werknemers van die drukkerij in Lokeren te horen dat ze op straat staan. Een eigen drukkerij past plots niet meer in de strategische plannen van de mediamultinational die ondertussen DPG heet. In 2017 was het de beurt aan Mediahuis om langs de subsidiekassa te passeren. De groep achter De Standaard en Het Nieuwsblad kreeg toen 919.000 euro strategische transformatiesteun om de digitale overstap te maken. Mediahuis had in 2016, een jaar eerder, nochtans 21,7 miljoen euro winst gemaakt. In die paringsdans tussen politici en mediagroepen springt de aantrekkingskracht tussen N-VA en DPG in het oog. Sinds DPG Media naar Antwerpen verkaste en burgemeester Bart De Wever als verwelkoming het Kievitplein tot Mediaplein omdoopte, zet je ’s zondagsmiddags alleen nog je tv aan om te zien welke N-VA’er op de schoot van de nieuwsanker zit.

Maar het cement tussen N-VA en DPG is hun gezamenlijke afkeer van een sterke openbare zender. Voor DPG is de VRT niet meer dan een concurrent die kijkers en lezers kan afsnoepen van de commerciële mediabedrijven en die ook de kwaliteitslat hoger kan leggen. Voor N-VA is de openbare omroep de ideale boksbal in hun strijd tegen alles wat progressief en links is.

(Lees verder onder het coverbeeld.)

Debatfiches van de Vlaamse elite, uitgeverij EPO, 304 p., 24,90 euro
Debatfiches van de Vlaamse elite, uitgeverij EPO, 304 p., 24,90 euro© EPO

In het hoofdstuk over media van het Vlaamse regeerakkoord zie je die twee stromingen mooi samenvloeien. De VRT wordt in een financieel keurslijf gestopt. In het regeerakkoord staat dat de VRT een ‘slanke mediaorganisatie’ moet zijn. Met een jaarlijkse bijdrage van 41,2 euro per Vlaming krijgt de VRT nu al beduidend minder geld dan andere Europese openbare omroepen: het Europees gemiddelde bedraagt 63 euro. De openbare omroep wordt ook verplicht om mee te stappen in het commerciële initiatief Streamz waardoor de uitbouw van het eigen digitale aanbod geremd wordt. De VRT krijgt ook het verbod om langere teksten te plaatsen op de website. De passage daarover in het regeerakkoord lijkt wel geschreven door DPG: “De nieuwswebsite van de VRT onderscheidt zich van de websites van de private nieuwsmedia en focust enkel op het audiovisueel aanbod. Geschreven tekst dient enkel ter ondersteuning van het audiovisuele (korte informatieve verslaggeving en geen longreads).” Zo zijn er nog stukken tekst die duidelijk nagelezen zijn door de juristen van DPG: de VRT moet zich “nog meer dan voorheen terughoudend opstellen op de advertentiemarkt” en mag ook niet langer bieden op internationale sportwedstrijden en schermgezichten.

De N-VA-passages in het regeerakkoord over de VRT (en later in de nieuwe beheersovereenkomst) zijn even zorgwekkend. De programmamakers moeten voortaan “betrokken zijn bij Vlaanderen” en zij moeten de “mediagebruikers dichter bij Vlaanderen en elkaar brengen en Vlaanderen dichter bij haar burgers”. De VRT krijgt ook een “duidelijke rol op vlak van de Vlaamse cultuur en geschiedenis” die een “prominente plek in haar aanbod” moet krijgen. Daarbij moet de aandacht gaan naar “Vlaamse verhalen, gezichten, stemmen en vertellers”. Er wordt zelfs een cijfer opgeplakt. De openbare omroep moet 10 maal per jaar stilstaan bij belangrijke gebeurtenissen uit “onze Vlaamse geschiedenis”. De VRT wordt dus gewoon ingeschakeld in de Vlaamse natievorming. In de vorige beheersovereenkomsten werd de VRT aangemaand om onpartijdig te zijn, maar de omroep mocht dat zelf inschatten en meten. Nu zal de Vlaamse regering die onpartijdigheid monitoren. Een toevallige politieke meerderheid in het Vlaamse gewest zal dus de berichtgeving in de gaten houden en op een weegschaaltje leggen. Voor het eerst duikt ook het woord ‘neutraal’ op in een beheersovereenkomst. “Elke mening telt. De VRT laat een breed palet aan opinies van externen aan bod komen (…) De VRT stelt zich hierbij neutraal op, dit wil zeggen: onpartijdig, onafhankelijk en handelend vanuit haar redactionele autonomie.” Deze passage gaat bijzonder ver en ondermijnt de journalistieke onafhankelijkheid. Journalistiek begint altijd bij keuzes maken. Elke dag moet een redactie een hiërarchische selectie maken uit de duizenden mogelijke nieuwsberichten van over de hele wereld. Wanneer de Vlaamse regering stelt dat “elke mening telt” en dat journalisten volstrekt neutraal moeten staan tegenover die ‘meningen’, dan wordt journalistiek onmogelijk gemaakt. Oud-VRT-journalist Peter Verlinden merkt terecht op dat deze benadering haaks staat op de eigen deontologische code van de VRT. “Daarin wordt het begrip ‘onpartijdigheid’ begrensd: de standpunten die aan bod dienen te komen moeten ‘relevant’ zijn”, schrijft Verlinden. Zijn conclusie is raak: “Niet langer de vrije baan voor een kritische journalistieke blik door een open venster op de wereld, op zoek naar open en verdoken machten die ons leven bepalen – truth-seeking (‘waarheidszoekend’) naar een oud journalistiek jargon – maar eerder pieren door het Vlaamse sleutelgat. En nog liefst veilig binnen de grenzen van dat kleine Vlaanderen”, aldus Verlinden.

Het verstandshuwelijk tussen N-VA en DPG creëert op die manier een onmachtige openbare omroep die geen tegenwicht meer kan vormen voor de eenheidsworst en het monopolie van de commerciële groepen. De toenemende verrechtsing die daarvan het gevolg is de levensverzekering van N-VA en Vlaams Belang.

Michelle Graus is regisseur en voorzitter van ACOD VRT.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content