Marius Meremans (N-VA), de man achter de Vlaamse canon: ‘De VRT moet niet klagen’

Marius Meremans: 'Vlaanderen kan niet zonder leidcultuur.' © Hatim Kaghat
Walter Pauli

Vlaams Parlementslid Marius Meremans (N-VA) is nog geen bekende naam, maar als ondervoorzitter van de Commissie Jeugd, Sport en Media wordt hij dat ongetwijfeld wel. Hij zorgde er mee voor dat er een Vlaamse canon en een museum van de Vlaamse geschiedenis komt, en dat de samenwerking met de VRT wordt herzien.

Binnen de N-VA lijkt Marius Meremans een aparte figuur. In zijn gemeente Dendermonde is hij bestuurslid van de KWB, de culturele tak van Beweging.net (het vroegere ACW). Meremans zette in de vroege jaren negentig zijn eerste politieke stappen in het bestuur van de Volksunie-jongeren, samen met Sven Gatz (nu Open VLD-minister), Geert Lambert (ooit Spirit) en Annelies Storms (SP.A-schepen in Gent). Zijn eerste politieke mandaten – OCMW- en nadien gemeenteraadslid – behaalde hij als kandidaat op een progressieve kartellijst van SP’ers, VLD’ers en VU’ers, met Norbert De Batselier (SP) als lijsttrekker en Marc Verwilghen (VLD) als schepen. Nog altijd heeft hij alleen maar goede woorden over voor De Batselier, die hij ‘een Vlaamsgezinde socialist’ noemt: ‘Politici zoals De Batselier zijn er vandaag niet meer in de SP.A. Ik vind het een groot gemis dat er ter linkerzijde geen flaminganten meer zijn. Misschien is Björn Rzoska de uitzondering op de regel. Mocht ik lid van Groen zijn, ik zou op Rzoska hebben gestemd bij de voorzittersverkiezingen.’ (lacht)

Een samenleving zonder collectief kader en zonder gedeelde waarden zou ons naar een burgeroorlog kunnen brengen.

In het parlement is Meremans de stem van de N-VA in het culturele veld. Dat is geen sinecure. Partijgenoten die zich met economische dossiers inlaten, komen voortdurend in contact met Vlaamse werkgevers. In dat milieu is de sympathie voor een Vlaams-nationalistische partij veel groter dan in de links-progressieve culturele kringen.

Marius Meremans: Ach, ik kan dat wantrouwen intussen wel relativeren. Ik heb al meegemaakt dat er betoogd werd door de sociaal-culturele sector en wij dezelfde dag een e-mail kregen van sommige deelnemers aan dat protest, ‘om eens te praten’. Maar ik geef toe: veel mensen in de culturele sector willen niet gezíén worden in het gezelschap van een N-VA’er. In mijn begindagen als parlementslid ben ik ooit met Siegfried Bracke naar een voorstelling in NTGent geweest. Er was toen enige ruimte tussen ons en de rest van het volk.

Waaraan lag dat? Aan dat volk of aan Siegfried Bracke?

Meremans: (bulderlach) Ik herinner mij ook ook de recente presentatie van de Vlaamse Landschapstekening Kunsten, in een voormalige kerk in Antwerpen. Op het einde mocht een performancekunstenares haar ding komen doen – dat hoorde blijkbaar bij de gebruiken. Zij stak een tirade af tegen… alles: tegen Vlaanderen, tegen een Vlaamse identiteit, tegen de N-VA, tegen de grote cultuurinstellingen, tegen de te mannelijke raden van bestuur. Ik zag dat in het publiek een schare mensen dolenthousiast begon te applaudisseren. Anderen reageerden helemaal niet. Om maar te zeggen: de Vlaamse cultuursector is geen eenheidsworst, al doet de linkerzijde wel haar best om de sfeer te bepalen. Zo was het idee van de Vlaamse canon amper gelanceerd of schrijver Tom Lanoye moest al zijn visie geven – en natuurlijk was hij tégen. Vervolgens begonnen al die andere culturele stemmen die visie bij te treden, alsof ze daartoe verplicht waren ‘om erbij te horen’. En uiteindelijk vinden de politici ter linkerzijde dat zij nog straffer uit de hoek moeten komen dan Lanoye.

In de krant De Morgen waarschuwde socioloog Mark Elchardus ervoor dat het opstellen van een canon altijd een ‘gevechtssport’ is.

Meremans:(zucht) Sommige commentatoren zien er een instrument in van politici die streven naar een totalitair regime. Ik heb tegen mijn vrouw gezegd: ‘Misschien moet ik mijn valies maken en naar Nürnberg vertrekken om mij daar te laten berechten.’

Het was een uitleg van niemand minder dan Bart De Wever uit 2002: vooral autoritaire regimes bedienen zich van een gecanoniseerde geschiedenis.

Meremans:Natuurlijk kan een canon misbruikt worden. In Turkije leert geen enkel geschiedenisboek wat er gebeurd is met de Armeniërs of met de Pontische Grieken. Bart De Wever heeft het omgekeerde gedaan. Als burgemeester heeft hij de foute rol van de Antwerpse politie bij de Jodenvervolging onder de aandacht gebracht.

Kijk, zo’n canon leert ons wat onze collectieve achtergrond is, wat wij met z’n allen uit het verleden meeslepen, de goede maar ook de slechte zaken. Onder de kolonialen in Belgisch Congo had je ook heel wat Vlamingen. En het zou ondenkbaar zijn om voorbij te gaan aan wat in de jaren dertig en veertig is gebeurd. Daarnaast zijn er natuurlijk ook positieve zaken, zoals de geschiedenis van de sociale ontvoogding.

De politiek moet de geschiedenis niet willen herschrijven. De samenstelling van zo’n canon laten we dus over aan een onafhankelijk comité.

Het inherente gevaar van zulke lijsten is dat de geschiedenis bijna altijd gebruikt of misbruikt wordt voor het heden.

Meremans: Dat hoeft zo toch niet te zijn? Een paar jaar geleden heeft de eerbiedwaardige Vlaamse Academie voor Nederlandse Taal en Letteren, op verzoek van het Vlaams Fonds voor de Letteren, een literaire canon opgesteld. Ook toen was er kritiek. Yamila Idrissi (ex-SP.A) vond het een lijst van ‘dode blanke mannen.’ Inderdaad, Stijn Streuvels en Hugo Claus zijn overleden, daar kan ook ik niets aan veranderen.

De politiek moet de geschiedenis niet willen herschrijven. De samenstelling van zo’n canon laten we dus over aan een onafhankelijk comité. Tegelijk dwingt een canon ons om na te denken en te discussiëren over onze gemeenschappelijke identiteit en een gedeeld verleden. Dat geldt ook voor nieuwkomers. De Vlaamse samenleving is geen wit blad papier dat iedereen mag invullen naar eigen smaak. Een samenleving zonder collectief kader en zonder gedeelde waarden zou ons naar een burgeroorlog kunnen brengen. Daarom focust dit regeerakkoord op het inclusieve karakter van de Vlaamse samenleving. Dat is trouwens het wezenlijke verschil tussen het Vlaams Belang en de N-VA. Het VB zegt: ‘Moslims kunnen geen Vlamingen zijn’ of ‘Met de islam niets dan last’. Dat zegt het VB, niet de N-VA.

Nee? Het regeerakkoord zegt op neutrale toon dat het veel moeilijker wordt om nieuwe scholen op te richten. Daarop tweette N-VA-parlementslid Nadia Sminate wat de echte bedoeling is van deze maatregel: ‘Vlaamse regering wil geen islamscholen’.

Meremans: Nadia Sminate heeft gelijk. Moslims kunnen vandaag toch al hun godsdienst belijden in onze scholen?

Hoe kan de Vlaamse overheid aan de moslims van dit land uitleggen dat elke Vlaming gelijk is voor de wet als er wel katholieke scholen mogen bestaan maar geen islamitische?

Meremans: Het bestaan van katholieke scholen betekent toch niet dat de leerlingen daar elke dag het kruis moeten groeten? Ik ben geen voorstander van moslimscholen. In Nederland bestaan die wel, en er zijn voortdurend problemen. Wat is eigenlijk de bedoeling van mensen die per se islamitische scholen willen oprichten? Willen ze louter en alleen beter onderwijs geven? Komen ze echt nergens aan hun trekken in het bestaande onderwijs? Dat is voor mij de cruciale vraag: zijn moslimscholen segregerend of integrerend? Zorgen ze voor beter onderwijs voor die kinderen? Leiden ze betere burgers op voor de Vlaamse samenleving? We moeten niet flauw doen: de wil tot integratie van een aantal allochtonen ligt te laag. Ik zou hen dus niet graag extra instrumenten geven om nog minder deel te nemen aan onze samenleving. Het standpunt van de N-VA is duidelijk: moslimkinderen moeten naar onze scholen komen.

Het Vlaamse regeerakkoord ademt inderdaad een grote onvrede uit met de resultaten van het integratiebeleid zoals dat tot nu toe werd gevoerd.

Meremans: Dat is inderdaad zo. Dat aanvoelen leeft niet alleen bij de N-VA. Dit Vlaamse regeerakkoord wordt gesteund door drie partijen, die alle drie voorstander zijn van een strenger integratiebeleid. Deze afspraken werden door drie ledencongressen goedgekeurd, dus het beleid heeft een ruim draagvlak.

Het is toch niet logisch dat er hier strengere kledingregels gelden dan in de herkomstlanden?

‘Oude’ en ‘nieuwe’ Vlamingen komen elkaar veel te weinig tegen, behalve in de voetbalclubs. In onze cultuurcentra zie ik bijna nooit mensen van allochtone origine. Nochtans zijn er goedkope formules, zoals de Uitpas. Geldgebrek kan dus geen beletsel zijn. We doen alle moeite van de wereld om die mensen erbij te betrekken. Er ligt een zware verantwoordelijkheid bij de leiders van en de opiniemakers binnen die gemeenschappen. Als zij niet zeggen: ‘Stuur je kinderen naar de Chiro en de KSA, laat de meisjes naar het jeugdhuis gaan’, dan gebeurt het ook niet. Ik heb de indruk dat sommige allochtone leidersfiguren liever de rol opnemen van onze onderpastoors een paar decennia geleden. In de allochtone gemeenschap wordt nog te krampachtig geprobeerd om de moderne tijd tegen te houden. Het is toch niet logisch dat er hier strengere kledingregels gelden dan in de herkomstlanden?

Tegelijk vind ik dat je omzichtig moet omspringen met die mensen. Wij mogen hen niet stigmatiseren, we moeten hun de hand reiken. Maar dan hebben zij die plicht om in te gaan op die uitgestoken hand.

Wat betekent dat concreet?

Meremans: De N-VA wil een leidcultuur voor Vlaanderen. Elke inwoner van Vlaanderen schrijft zich in in eenzelfde maatschappelijk kader, ondanks onze verschillende inzichten of een andere afkomst.

De jonge moslimfilosoof Othman El Hammouchi wil niet weten van abortus of euthanasie. Bij de abortusdiscussie in 1990 was VU-voorzitter Jaak Gabriels ook tegen abortus, bij het euthanasiedebat in 2002 stemde N-VA-voorzitter Geert Bourgeois tegen. Waarom zou El Hammouchi niet mogen denken en zeggen wat uw oud-voorzitters wel mochten?

Meremans: Ik vind El Hammouchi een waardevolle stem in het Vlaamse debat, hij schrijft soms voor Doorbraak.(lacht) Natuurlijk mag hij in alle vrijheid zijn mening verkondigen. Maar als hij een dossier zou indienen voor betoelaging van een sociaal-culturele organisatie met statuten die zeggen dat gehuwde homoseksuelen niet welkom zijn, dan zal de Vlaamse overheid die organisatie niet subsidiëren.

U wilt ook een museum van de Vlaamse geschiedenis. Moet dat in Antwerpen of in Brussel komen?

Meremans: Dat is een heikel punt. Er zijn nog andere gegadigden: Vincent Van Quickenborne (Open VLD) wil dat museum graag naar Kortrijk halen, ‘de stad van de Guldensporenslag in 1302’. Ook Aalst is vragende partij.(grinnikt)

Volgens het regeerakkoord moet ook de VRT de Vlaamse identiteit anders gaan uitdragen.

Meremans: Volgens haar eigen webstek wil de VRT ‘alle Vlamingen informeren, inspireren en verbinden, en zo de Vlaamse samenleving versterken’. In de praktijk hinkt de openbare omroep te veel op twee benen. Ik zou graag zien dat de VRT duidelijker meewerkt aan de bewustwording dat iedereen deel uitmaakt van dezelfde Vlaamse Gemeenschap. Dat betekent natuurlijk niet dat elke ochtend de Vlaamse Leeuw gehesen moet worden of het volkslied moet weerklinken, zoals dat in de VS op school gebeurt. We gaan de openbare omroep niet eenzijdig opleggen hoe dat moet gebeuren: dat zal in dialoog gebeuren. Maar bij de VRT hebben ze het regeerakkoord ook gelezen. Ze weten dus dat wij hen een nieuwe beheersovereenkomst zullen voorleggen.

Ik zie geen ‘afslachting’ van de VRT gebeuren, naar de grote woorden van Jos D’Haese, die jongeman van de PVDA.

Ze zijn vooral geschrokken. Niemand had een besparing van 44 miljoen euro verwacht.

Meremans: De VRT moet niet klagen. Inderdaad, de openbare omroep moet inleveren, maar minder dan andere organisaties. We kunnen moeilijk Welzijn zwaardere inspanningen laten leveren, puur om de VRT te ontzien. Iedereen moet een bijdrage leveren. Bovendien hebben we met de vorige Vlaamse regering extra geld voorzien voor het nieuwe VRT-gebouw. Ik zie dus geen ‘afslachting’ van de VRT gebeuren, naar de grote woorden van Jos D’Haese, die jongeman van de PVDA.

Het hoofdstuk over de VRT in het regeerakkoord is opvallend gedetailleerd: de nieuwe Vlaamse meerderheid eist heel concrete bijsturingen.

Meremans: Meer aandacht voor het Standaardnederlands is inderdaad een belangrijk aandachtspunt voor mijn partij. Ik wil niet terug naar het Zwaard van Ardoewaan-Nederlands uit de vroege jaren zeventig, en ik begrijp natuurlijk dat Frank Bomans in Thuis niet ineens Standaardnederlands kan spreken. Maar wij horen van voormalige journalisten en ook van stemmen binnen de omroep dat er meer aandacht mag worden geschonken aan correcte taalbeheersing. Alleen op Ketnet gebruikt men in alle programma’s Standaardnederlands. Is men dan van mening dat dertienplussers geen behoefte meer hebben aan een verzorgde taal? Ik ben geen puritein, hè. Een gastcommentator zoals Eddy Planckaert kan natuurlijk zijn eigen sappige taal blijven spreken. Maar ik begrijp niet dat een vaste cocommentator die een heel wielerseizoen meedraait, zich blijft uitdrukken in een slordige tussentaal.

U wilt de VRT ‘slanker’ maken. Minder geld voor dure uitzendrechten bij sport, de kijkcijfers hoeven niet meer allesbepalend te zijn, en toch wilt u een breed publiek aanspreken. Hoe moet de VRT die klus klaren?

Meremans: Door het verschil te maken met kwaliteit, en door te focussen op haar kerntaken: informatie, fictiereeksen van eigen makelij… Daar lusten de Vlamingen pap van. Ontspanningsprogramma’s horen daar minder bij. Een organisatie die over minder middelen beschikt, moet die toch zuinig besteden? En dus niet aan megacontracten met bekende schermgezichten.

VRT-ceo Paul Lembrechts waarschuwde voor de afbouw van zijn omroep: ‘De ondergrens is bereikt.’

Meremans: Natuurlijk zal de VRT minder kunnen doen dan vroeger: hoe meer geld je hebt, hoe meer je in je mars hebt. Maar ook met het nieuwe budget kan de VRT nog altijd een moderne, slanke, kwaliteitsvolle omroep zijn. Men kan toch nog altijd geweldige programma’s blijven maken als Die Huis, De Slapelozen,Radio 2 Zomerhit of De Lage Landenlijst? Samen met mij vinden veel Vlamingen de aandacht voor het Nederlandstalige lied geweldig. Er is een tijd geweest dat de VRT neerkeek op Vlaamse zangers: we moesten zelfs quota opleggen, en die werden maar gehaald in programma’s die na middernacht werden uitgezonden. Dat was de bedoeling niet.

Is dat niet de inzet van dit hele regeerakkoord: de regering-Jambon wil werk maken van een Vlaamser Vlaanderen?

Meremans: Ik zou willen dat we tot een Vlaanderen komen waarin iedereen zich Vlaming voelt. Dat elke inwoner, ongeacht zijn roots, zich een deel voelt van de Vlaamse natie. Weet u, veel kritiek op het regeerakkoord is het gevolg van een andere lezing van dezelfde tekst. Je kunt er één lange riedel van plichten in zien. Je kunt er ook een brede uitnodiging in zien om deel te nemen aan de Vlaamse samenleving. Dat betekent niet dat iedereen het over alles eens moet zijn, maar wel dat iedereen zich inschrijft in de Vlaamse publieke cultuur. Ik herinner mij dat de Franse president Nicolas Sarkozy zich na rellen in de banlieues richtte tot de aanstokers, vaak jongeren van Maghrebijnse origine. Hij sprak hen aan als: ‘Françaises et Français’. Zo zouden ook wij allemaal aangesproken moeten willen worden: als ‘Vlamingen’.

Marius Meremans

1967: geboren in Dendermonde

1985-1988: regent Latijn-Frans-Engels-geschiedenis (Sint-Thomas, Brussel)

1991-2012: leraar

1995-1997: OCMW-raadslid voor VU in Dendermonde

1997-2000 en 2019-nu: gemeenteraadslid (eerst VU, dan N-VA) in Dendermonde

2007-2012: schepen van Cultuur en Jeugd (N-VA) in Dendermonde

2013-nu: Vlaams Parlementslid (N-VA)

2019-nu: schepen van Stadsontwikkeling (N-VA)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content