‘Vlaanderen moet scholen toelaten om meer vakken in een vreemde taal te geven’

‘Blootstelling aan de taal is cruciaal voor het leren van een nieuwe taal’, schrijft Elke Peters van de KU Leuven. Ze pleit voor een uitbreiding van het systeem waarbij vakken als aardrijkskunde en geschiedenis in het Frans of Engels worden gegeven.

Deze week publiceerde de UCLL-Hogeschool de resultaten van het onderzoek “CLIL in Vlaanderen”. CLIL of Content-and-Language-Integrated-Learning heeft twee doelstellingen, een nieuwe taal aanleren en vakinhoud aanbieden. Aardrijkskunde wordt bijvoorbeeld in het Engels gegeven of geschiedenis in het Frans. De resultaten van dit grootschalige CLIL-onderzoek zijn alvast veelbelovend.

Waarom moet Vlaanderen meer CLIL aanbieden?

CLIL vergroot het taalcontact. Blootstelling aan de taal is cruciaal voor het leren van een nieuwe taal. Uit onderzoek weten we dat CLIL vooral goed is voor de lees- en luistervaardigheid en voor woordenschatverwerving. In Canada hebben onderzoekers kunnen vaststellen dat leerlingen voor lees- en luistervaardigheid zelfs het niveau van een moedertaalspreker halen maar de intensiteit was daar wel veel hoger. Minstens de helft van de lesuren in een week werd in de vreemde taal gegeven. Daar zijn we in Vlaanderen nog lang niet want op dit moment mag niet meer dan 20% van de voorziene lestijd aan CLIL besteed worden. Het toont in elk geval wel het enorme potentieel van CLIL en roept de vraag op of we in het onderwijs niet meer op CLIL moeten inzetten om de taalvaardigheid te bevorderen en meertaligheid te promoten.

Vlaanderen moet scholen toelaten om meer vakken in een vreemde taal te geven.

CLIL heeft het grote voordeel dat het de blootstelling aan de doeltaal vergroot zonder dat er lesuren van andere vakken moeten sneuvelen. Voor Frans biedt CLIL uitgelezen mogelijkheden. Onderzoek van de KU Leuven toonde eerder al aan dat jongeren buiten school nauwelijks contact hebben met Frans. In december trokken 42 docenten van hogescholen en universiteiten nog aan de alarmbel over de verminderde uren Frans in de eerste graad secundair onderwijs en de dalende Franse taalvaardigheid. De opportuniteiten liggen voor het rapen. Ook voor Engels, een taal die deel uitmaakt van de leefwereld van jongeren, kan CLIL nog steeds een meerwaarde bieden. Het brengt leerlingen in contact met een abstractere en academischer taalvariant dan het Engels waarmee ze via tv, internet en games in contact komen.

En de inhoud?

Vaak heerst er angst dat leerlingen de inhoud minder goed onder de knie zullen krijgen als het vak in een andere taal wordt gegeven. Nochtans is daar geen bewijs voor. CLIL-leerlingen en niet-CLIL-leerlingen leren de inhoud even goed. Idem voor het Nederlands. Er zijn -gelukkig maar- geen negatieve effecten voor de onderwijstaal.

Geen of-of verhaal maar én-én

Intensiever taalonderwijs is beter, dat weten we uit onderzoek. Voor taal geldt nu eenmaal, meer is beter. Het kan dus niet de bedoeling zijn om de lesuren Frans, Engels of Duits door CLIL te vervangen. CLIL zal namelijk niet leiden tot een spectaculaire verbetering van de spreek- en schrijfvaardigheid Frans. Omdat leerlingen in de lessen aardrijkskunde of geschiedenis in het Frans vooral het Frans horen en lezen zullen ze in eerste instantie die vaardigheden versterken. De kracht van deze onderwijsaanpak zit namelijk net in de combinatie van taallessen met expliciete aandacht voor woordenschat en grammatica enerzijds en blootstelling aan de taal via CLIL anderzijds.

Ambitie voor meertaligheid

Een aandachtspunt bij CLIL is dat het vooral gemotiveerde leerlingen in aso-richtingen zijn die voor een CLIL-traject kiezen. Meertaligheid is een troef, voor alle leerlingen. Meertaligheid biedt jongeren meer kansen in hun studie, in hun job en voor hun persoonlijke ontwikkeling. Laten we de mogelijkheden van CLIL voor het onderwijs in Vlaanderen nog meer verkennen zodat alle leerlingen hiervan kunnen profiteren en alle leerlingen meertalige burgers kunnen worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content