Jean-Marie Dedecker (LDD)
‘Schoonheidsslager met bot scalpel: het is niet aan de universiteit om te bepalen wat grenzen van het vrije woord zijn’
‘Ik heb geen enkel respect voor de vulgaire schaamteloze uitspraken van Hoeyberghs en dito vuilspuiters, maar zal altijd hun recht verdedigen om hun mening te mogen zeggen’, schrijft Jean-Marie Dedecker naar aanleiding van de reacties op de lezing die Jeff Hoeyberghs gaf voor de studentenvereniging KVHV.
Jeff Hoeyberghs is een plastisch chirurg. Zijn medische biotoop is die van rijkeluiskakkers met aangewaaid geld. De Porsche van een dokter moet ook tanken. Dus ging Jeff snijden en zuigen, werd tietlifter en rimpelvuller van een stoet aan Latemse botoxmaskers die zo strakgetrokken wil worden als de hongermannequins op de catwalk. Beoefenaar van de vrijwillige besnijdenis in de betere kringen. Hun trillende creditkaarten produceren hogere tonen dan het ziekenhuistarief van een verminkte brandwondenpatiënt. Jeff de slankheidsslager geleidt zijn slachtoffers naar de slachtbank van zijn privékliniek, pakt zijn potloodje en begint op bloot vel te tekenen waar hij bijvullittekens kan maken om de boel op te pompen of van een aambei een hazenlip te maken.
Hij luistert ondertussen naar hun gekakel over geldwolverigheid, over het dor en duf werk van de suffe echtgenoten in krijtpak, en over het gestrompel in een seksuele woestijn thuis. Een file van uitgebluste echtparen die het echtelijk bed uitsluitend nog testen om te slapen.
Schoonheidsslager met bot scalpel: het is niet aan de universiteit om te bepalen wat grenzen van het vrije woord zijn.
Onze hufterige misogyne aandachtjunk sprak uit zijn leefwereld – en uit de biecht – op een avondje van het conservatief Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV) in een bijzaaltje aan de Gentse universiteit. Hoeyberghs is geen debater voor steunkousprogramma’s maar een narcistisch aandachtorgel die nooit last heeft van een schaamhaartje wroeging. Zijn hoogmoed is nu uitgegleden over zijn eigen bananenschillen.
Mijn echtgenote zag flarden van zijn tirade op de treurbuis, breed uitgesmeerd aan de deugtafel van allerlei praatprogramma’s. Ze giechelde verbaasd bij zoveel platvloers provocatief cabaret, maar verstomde evenzeer bij de groteske overtrokken reacties van kwetterende kakeldozen. Ze is een vrijgevochten mantelpakje op hoge hakken en boven haar bureau hangt de wijze spreuk ” Wil je de baas spreken of de vrouw die van alles op de hoogte is ?” Ze is rimpelbewust en begiftigd met een gezonde dosis humor en zelfrelativering. Als er nu nog naar haar gefloten wordt gaat ze de bouwvakker persoonlijk bedanken, maar bij een handje krijgt deze een knietje. Ze is mijn maatstaf voor een gezonde dosis feminisme, en houdt me als man – een witte bedreigde diersoort – telkens bij de les als mijn oerinstincten de bovenhand dreigen te halen op galanterie.
De helft van de politiek-correcte #MeToo-brigade heeft nu klacht neergelegd bij Unia, bij het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) en bij de rechtbank, en eist smartengeld van de macho wegens oorvervuiling. Maar waar een opinie een delict wordt, klopt de dictatuur aan de deur, en als men het oordeel over deze opinie doorschuift naar de rechtbank, worden de rechters als vijgenblad gebruikt voor verdoken motieven en belangen. Het bestuurscollege van de UGent en haar gedachtepolitie, het Politiek en Filosofisch Konvent, schorst het KVHV gedurende twee maanden omdat ze de übermacho een micro, een aula en een forum geboden hebben voor zijn onversneden tirade. Het is echter niet aan de universiteit om te bepalen wat de grenzen van het vrije woord zijn. Integendeel. De vrijemeningsuiting is absoluut, en zou in de eerste plaats moeten verdedigd worden in de vrijplaatsen van de intelligentsia: de universiteiten.
Maar de politiek-correcte linkse pensée unique van onze academici is zover doorgeschoten dat universiteiten volgens mij meer beginnen lijken op safe spaces om de eenheidsdenkers te beschermen tegen diegenen die er een andere mening op nahouden. Het absurde recht om niet beledigd te worden wordt er nu afgedwongen met de paardenbril van de censuur. Wanneer universiteiten en studenten de botsing van ideeën uit de weg gaan, valt het laatste bastion van de vrije gedachten en het vrije onderzoek. Meningen faciliteren is niet hetzelfde als ze legitimeren. Jonge geesten moeten bevrucht worden met alle meningen om zwanger te kunnen worden van een eigen standpunt en een eigen opinie, zonder het knellende condoom van de politieke correctheid. ‘Onwetendheid is de bron van alle kwaad’, zei Socrates 2400 jaar geleden al. Hij moest de gifbeker drinken omdat hij volgens zijn inquisiteur Meletus “een slechte invloed had op de jeugd”. Het kan verkeren. De inquisiteurs van het Gentse Politiek en Filosofisch Konvent zijn zelf aan een volle beker dolle kervel toe. Ze spuwen met hun vonnis immers in het gezicht van de Griekse filosoof.
Niet alleen de universiteit maar de (H)orde der Artsen wil Hoeyberghs nu ook voor een derde keer op de brandstapel i.p.v. aan de snijtafel. In 2005 gaf hij naakt in zijn bad een interview. Hij werd geschorst wegens ongeoorloofde reclame. In 2009 moest hij terug voor de vierschaar komen omdat hij in zijn onderbroek gedanst had, en omdat hij foto’s van patiëntes ongevraagd op zijn website had gepost. Een nar in die aristocratische hofhouding die het botte morele en ethische scalpel hanteert is blijkbaar een gevaarlijk sujet. Maar een 36-jarige tandarts die 16 vrouwen aanrandde mocht afgelopen maand van de Provinciale Geneeskundige Commissie van West-Vlaanderen doodgemoedereerd zijn praktijk blijven uitoefenen. Censuur en beroepsverbod op morele basis is voor die witte kielen belangrijker dan medische blunders en vunzige handtastelijkheden.
Foute en verwerpelijke meningen bestrijd je niet met wetten en verboden, maar met andere meningen.
De beschuldigingen tegen Hoeyberghs zijn al zover doorgeschoten dat zijn uitspraken vereenzelfdigd worden met het demoniseren van voltallig nationalistisch conservatief Vlaanderen als seksistisch. Even grotesk als het geraaskal van de slankheidsslager zelf. Drie verontwaardigde Kamerleden onderbraken de ondraaglijke lichtheid van hun bestaan met een parlementaire vraag aan de minister over de vuilbekkende macho. Twee van hen waren Franstalig en hadden het ‘van horen zeggen’. Een derde was een communiste van de PVDA. De verontwaardiging over seksisme en racisme is bij links altijd selectief. Ze verdedigen hartstochtelijk de hoofddoek, een symbool van de religieuze onderwerping van de vrouw, maar steigeren bij een gore seksistische bak van een dolgedraaide aandachtjunk.
Ik heb geen enkel respect voor de vulgaire schaamteloze uitspraken van Hoeyberghs en dito vuilspuiters, maar zal altijd hun recht verdedigen om hun mening te mogen zeggen. Elk heeft recht op een mening, ook de idioot. Niemand heeft het bijzonder recht om niet te worden beledigd. Kwetsende en polariserende meningen moeten sociaal ontmoedigd worden, maar nooit juridisch verboden. ‘Als we als beschaving willen overleven, moeten we vasthouden aan het recht om te beledigen, anders eindigen we in de tirannie van het zwijgen’, zegt Flemming Rose van Jyllands Posten, die de Mohamedcartoon van Kurt Westergaard in 2005 publiceerde.
Foute en verwerpelijke meningen bestrijd je niet met wetten en verboden, maar met andere meningen. ‘Als bepaalde sentimenten onder de radar blijven omdat ze niet publiekelijk vertolkt kunnen worden, is het onmogelijk om ze te bestrijden.’ Een wijze vrouw die filosofe Alicja Gescinska. Misogyne Jeff geniet ondertussen van wat hij wilde: aandacht en controverse. Hij lacht zich een aambei bovenop zijn taksvrije berg in Andorra, lurkend aan een Cubaanse Cohiba.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier