Daan De Zutter

‘Wordt kiezen niet langer verliezen? Pleidooi voor een modulair kiesstelstel in België’

Daan De Zutter Masterstudent EU-studies
Brian Sabbe Masterstudent Conflict & Development

Er zijn maar weinig kiezers die zich volledig herkennen in één partijprogramma. Daarom stellen Daan De Zutter en Brian Sabbe een nieuw en democratischer kiesstelsel voor, gebaseerd op het concept van modulair stemmen.

‘Ik weet niet of we massaal protest zullen krijgen. Wel valt te verwachten dat het politiek vertrouwen verder zal kelderen, wat ervoor zorgt dat mensen zich terugtrekken uit de politiek.’ Het is een voorspelling die politicoloog Silke Goubin van het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA) vorige maand deed in een interview met SamPol-magazine. De resultaten uit een recente RTBF-enquête, treffend getiteld Bye-Bye la démocratie?, lijken haar verwachting alvast kracht bij te zetten. Uit de survey blijkt dat haast driekwart van de Belgen (74,4%) van mening is dat ze niets te zeggen hebben over wat politici doen. Bovendien vindt minder dan een derde van de bevolking (29,5%) het huidige democratisch systeem goed zoals het is.

De gelaten reactie vanuit politieke hoek op deze schreeuw om verandering bevestigt het punt van de ongehoorde burgers en doet de ergernis enkel toenemen. Alle goede bedoelingen ten spijt, is het gewoonweg naïef te denken dat een burgerbevraging (zoals ‘Een land voor de toekomst’) volstaat om de algemene ontevredenheid weg te nemen. Er moet dus dringend ingrijpend gesleuteld worden aan ons democratisch systeem. Zo niet, dan dreigt de politiek-filosofische denkoefening ‘Wat als een meerderheid van de burgers de democratie wil afschaffen?’ op den duur een pertinent maatschappelijk vraagstuk te worden.

Met deze bijdrage willen we dan ook de handschoen opnemen die de politiek steevast laat liggen en stellen we een nieuw en democratischer kiesstelsel voor, gebaseerd op het concept van modulair stemmen van de Nederlander Rudy Van Belkom.

Een modulaire transitie

Modulaire systemen zijn in volle opmars. Geruggesteund door recente technologische ontwikkelingen zien we in de moderne maatschappij steeds vaker vormen van modulariteit. De term wijst op de mate waarin de componenten van een bepaald systeem kunnen worden gescheiden en gecombineerd, vaak met als achterliggend doel de flexibiliteit van het systeem te vergroten. Een voorbeeld van modulair ontwerp vinden we terug bij de auto-industrie, waarbij de consument naar eigen voorkeur modules kan toevoegen aan de basismodellen. Maar ook in publieke sectoren zoals het onderwijs is er een tendens merkbaar richting meer modulaire systemen. Hierbij kunnen studenten steeds vaker hun basispakket aanvullen met diverse modules uit andere vakgebieden om zo hun op maat gemaakte studiepakket samen te stellen.

(Lees verder onder het artikel.)

De flexibiliteit die een modulair systeem genereert, staat in schril contrast met het hedendaagse politieke systeem. Op regionaal en nationaal niveau zweert de politiek nog steeds bij inspraakmechanismen opgesteld aan het begin van de vorige eeuw; een tijd waarin voertuigen nog allemaal stuk voor stuk identiek van de band rolden en er van een geïndividualiseerd traject in het onderwijs nog helemaal geen sprake was. Het verouderde kiesstelsel houdt naar onze mening te weinig rekening met de diverse beleidsvoorkeuren van de kiezer in een steeds complexere maatschappij.

Stel dat fictieve kiezer Leen veel belang hecht aan een sterke sociale zekerheid, waarbij zij zich goed kan vinden in het programma van Vooruit. Op vlak van migratie en ecologie is ze echter een heel andere mening toegedaan dan Vooruit en leunt ze dichter aan bij respectievelijk de N-VA en Groen. Gevolg is dat Leen in het huidige systeem met haar ene stem moet kiezen voor een partij die maar deels tegemoet komt aan haar wensen.

Dit is bovendien geen uitzonderlijke situatie. Bij het vergelijken van kiezersprofielen met die van politieke partijen blijkt dat maar weinig kiezers zich volledig terugvinden in één partijprogramma. Kiezers zijn namelijk ideologisch veel volatieler dan de ideologisch eenduidige partijprogramma’s. Hierdoor voelen veel burgers zich niet langer correct vertegenwoordigd, wat het politiek cynisme verder in de hand werkt.  Wij achten het moment dan ook gekomen om te breken met dit gedateerde kiessysteem en voluit te gaan voor een modulaire transitie van het Belgische politieke systeem.

Een democratische correctie

In een modulair of thematisch kiesstelsel kan de burger een stem uitbrengen per beleidsdomein. Dit is anders dan in het huidige kiessysteem waarbij men zich met één enkele stem dient uit te spreken over het gehele programma van een partij. Een modulair kiesstelsel vergroot met andere woorden de keuzevrijheid bij het stemmen. De kiezer krijgt hierbij de mogelijkheid om per beleidsdomein op de partij te stemmen die zijn belangen het best vertegenwoordigt.

Daar het noch functioneel, noch overzichtelijk is om voor elk van de talloze beleidsdomeinen een stem uit te brengen, introduceert Van Belkom zogenaamde ‘Themakamers’. Deze themakamers vervangen niet alleen de huidige parlementaire commissies, maar vormen tevens het nieuwe strijdtoneel voor een zitje in het parlement. Toegepast op het Belgische federale niveau groepeerden we vijf federale themakamers (zie tabel).

Concreet zal Leen in het stemhokje nu 5 stemmen kunnen uitbrengen, een voor elke themakamer. Daarmee kan ze zowel op Vooruit stemmen (bv. voor de Welvaartskamer), als op Groen (bv. Welzijnskamer) en N-VA (bv. Interne kamer). Daarnaast kan ze ook nog voor de Externe kamer stemmen en de Kamer Grondwet & Justitie, naargelang welke partij haar op deze thema’s het best vertegenwoordigt.

Voor kiezers die wel volledig op dezelfde golflengte zitten als hun voorkeurspartij verandert er eigenlijk niets. Zij kunnen nog steeds één stem uitbrengen zoals in het huidige systeem. Daarmee geven zij de goedkeuring dat die partij hem of haar voor alle themakamers mag vertegenwoordigen.

Modulair stemmen biedt met andere woorden een democratische correctie voor kiezers die zich niet volledig terugvinden in hun geprefereerde partij en hierdoor de waarde van hun stem zien afnemen.

Vertrouwen herwinnen

Het modulair kiesstelsel creëert bovendien enkele positieve effecten op het vertrouwen in de politiek. Het kiesstelsel heeft bijvoorbeeld een gunstige invloed op de samenstelling van de kieslijsten. Met vijf verschillende lijsten wordt dit voor partijen meer dan ooit een oefening van de juiste persoon op de juiste plaats te zetten. Kandideren op een van de lijsten vereist namelijk een bepaalde expertise over de thema’s behandeld door die themakamer. Partijen moeten deze kans aangrijpen om elke kandidaat uit te spelen op dat thema waar die persoon het best tot zijn recht komt. Meer doordachte kieslijsten met kandidaten die vooraf kenbaar maken rond welke thema’s ze de burger wensen te vertegenwoordigen, moeten leiden tot een verhoogde geloofwaardigheid van de politici.

(Lees verder onder het artikel.)

Een positief gevolg daarvan is dat dit de kwaliteit van verkiezingsdebatten verhoogt. Tegenwoordig zijn we al te vaak toeschouwer van schijndebatten tussen de partijkopstukken die, door een teveel aan thema’s in te weinig tijd, zich willen onderscheiden met voorspelbare oneliners, politieke clichés, onderbrekingen en verwijten. De vijf themakamers lenen zich perfect tot vijf inhoudelijk afgebakende debatten. Hierbij is deelname niet langer het prerogatief van de partijvoorzitters, maar voorbehouden voor kandidaten die op de thematische kieslijst staan. Door deze thematische focus in het debat krijgen de deelnemers meer spreektijd om hun voorstellen toe te lichten. Bovendien treden thema’s die bij de afgelopen verkiezingen haast volledig ondergesneeuwd geraakten, zoals de communautaire kwestie, landsverdediging, digitalisering, etc. prominenter op de voorgrond. Dit alles moet leiden tot inhoudelijkere debatten tussen een meer representatief staal aan kandidaat-volksvertegenwoordigers.

Tot slot verwachten we dat burgers zich meer gaan informeren over de diverse thema’s, doordat ze de mogelijkheid krijgen om zich uit te spreken over de vijf themakamers. Hierdoor zal het stemmen op basis van een allesbepalend thema afnemen, omdat die ene belangrijke stem nagenoeg losstaat van de andere vier themastemmen waarover de kiezer beschikt.  

Renovatiewerken

Naast een democratische correctie en positieve effecten op het vertrouwen in de politiek, biedt het modulair stemmen ook een kans om enkele constructiefouten van ons democratisch huis te corrigeren. Via enkele werven, waarvan we er hier twee verder uitlichten, trachten we de Belgische parlementaire democratie op constructieve wijze op te knappen. Het modulair stemmen moet daarbij gezien worden als een reeks renovatiewerken, eerder dan een sloopkogel die het hele systeem wil afbreken.

Een eerste werf betreft het opschalen van onze kieskringen. De combinatie van de huidige provinciale kieskringen met het modulaire kiesstelsel zou namelijk resulteren in suboptimale kieslijsten. Indien een partij voor alle themakamers in de vijf Vlaamse provincies wil opkomen, dan zou zij maar liefst 25 aparte kieslijsten moeten opstellen. Daarnaast kan het voorvallen dat de beste kandidaten voor een themakamer geconcentreerd zijn in één provincie en partijen dus hun beste kandidaten moeten inzetten voor een klein deel van het totale electoraat.

Het modulaire stemmen gaat in onze visie dan ook samen met een regionale of federale kieskring. Hierbij hoeven partijen die aan alle thema’s wensen deel te nemen slechts vijf kieslijsten op te stellen, namelijk een per themakamer. Een uitgebreidere kieskring maakt het voor partijen eenvoudiger om voldoende bekwame kandidaten te vinden voor hun lijsten én biedt tegelijk een antwoord op het democratisch deficit van de provinciale kieskringen. In het huidig kiessysteem is het namelijk onmogelijk om te kiezen voor een kandidaat uit een andere provincie. Zo kan een Antwerpse kiezer geen Limburgs parlementslid afstraffen of kan een Luxemburger geen Luiks parlementslid belonen. Op welk niveau de kieskringen dienen te worden opgeschaald, regionaal ofwel federaal, maakt voor de invoering van het modulair kiesstelsel weinig verschil uit. Om die reden laten we dit debat hier even buiten beschouwing.

(Lees verder onder het artikel.)

De tweede werf beoogt het terugdringen van de particratie. Elke themakamer bestaat uit veertig verkozen volksvertegenwoordigers. Zodra de resultaten bekend zijn, worden de verkozenen rechtstreeks toegewezen aan de themakamer waarin zij een zetel veroverden. Deze rechtstreekse toewijzing verschilt met de huidige gang van zaken waarbij de partijtop haar verkozenen naar eigen goeddunken verdeeld over de commissies. Dit is weinig transparant voor de kiezer. Bovendien ontstaat er een soort favoritisme waarbij loyale partijleden, anders dan hun meer kritische collega’s, belangrijke en mediagenieke commissies krijgen toegewezen. Het modulair kiesstelsel verplicht de partijtop om op voorhand bekend te maken wie er voor welke themakamer opkomt. Daarbij heeft ze alle belang om de meest geschikte kandidaat te kiezen, ongeacht of dit een loyale partijsoldaat is of eerder een luis in de pels. Partijen hebben hun beste kandidaten namelijk nodig om zoveel mogelijk themakamers te winnen.

Steunpilaren

Het inbedden van het modulaire kiesstelsel en de vijf themakamers in onze parlementaire democratie resulteert echter in twee nieuwe problemen, zijnde verkokering en technocratisering. Verkokering houdt in dat elke themakamer zich enkel focust op de haar toegewezen taken en daarbij geen rekening houdt met andere themakamers. Wat als de Welzijnskamer bijvoorbeeld een voorstel stemt dat haaks staat op een voorstel van de Welvaartskamer? Daarnaast bestaat het risico dat een beperkt aantal verkozenen met grote beslissingsbevoegdheden leidt tot een soort technocratie. Hierbij zouden amper veertig volksvertegenwoordigers uit één themakamer beslissingen kunnen nemen voor meer dan 11 miljoen Belgen.

Om de risico’s op verkokering en technocratisering van het parlement tegen te gaan, ontwikkelden we enkele steunpilaren die de democratie in het nieuwe systeem moet vrijwaren. Zo kunnen themakamers elkaars beleid beïnvloeden door middel van amendementen. Dit vergroot de democratische legitimiteit, daar alle parlementsleden de kans hebben om het beleid te beïnvloeden in plaats van enkel de bevoegde themakamer. Daarnaast blijft het finaal stemmen van wetten het prerogatief van de plenaire vergadering. Het belang van de plenaire vergadering dient bijgevolg als controleorgaan op de individuele themakamers. Dit moet tevens vermijden dat een themakamer die gedomineerd wordt door één partij haar macht misbruikt om bedenkelijke beleidsvoorstellen door te voeren.

Conclusie

Zo’n anderhalf jaar voor de volgende verkiezingen worden we geconfronteerd met een harde realiteit: terwijl de politiek ter plaatse blijft trappelen, gaat het vertrouwen van de burger steeds verder achteruit. Wanneer bijna driekwart van de Belgen zich niet gehoord voelen, zouden alle alarmbellen moeten afgaan. Een grondige hervorming van onze huidige parlementaire democratie dient zich dus op. De aanpassing van het gedateerde kiessysteem naar een modulair kiesstelsel is daarbij volgens ons een belangrijke stap in de goede richting.

In essentie draait het modulair stemmen om een democratische correctie, waarbij het kiesstelsel tegemoetkomt aan de diverse beleidspreferenties van de burger. Daarbovenop biedt het stelsel de burger meer duidelijkheid over wie hen wenst te vertegenwoordigen op welke thema’s; lossen uitgebreidere kieskringen een democratisch deficit op; en wordt ook de particratie mee aangepakt. Kortom, via het modulaire kiesstelsel trachten we een duurzaam alternatief te bieden, opdat het failliet van het Belgisch kiessysteem niet het failliet van onze parlementaire democratie hoeft te betekenen.

Daan De Zutter studeerde EU-studies aan de UGent.

Brian Sabbe (1999) is recent afgestudeerd in de master Conflict and Development aan de Universiteit Gent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content