Simon Truwant

‘Vivaldi belooft uitspraak VN-rechtbank te aanvaarden: moeten we daar dan trots op zijn?’

Simon Truwant Cultuurfilosoof verbonden aan de KU Leuven

‘Is het zelfs een publiek statement waard, dat je belooft te doen wat je eigenlijk al lang hebt afgesproken en op basis van het internationaal recht nu eenmaal moet?’ vraagt Simon Truwant na de beslissing van de Belgische regering om zich niet aan te sluiten bij de genocide-klacht die Zuid-Afrika indiende tegen Israël. Na veel aarzeling komt hij toch tot een positief antwoord.

Vorige vrijdag besliste de federale regering om zich dan toch niet aan te sluiten bij de genocide-klacht die Zuid-Afrika indiende tegen Israël bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. België verklaarde wel om elke beslissing van de VN-rechtbank te aanvaarden en ondersteunen. Caroline Gennez (minister voor ontwikkelingssamenwerking) en Petra De Sutter (de meest consequente pleitbezorger voor mensenrechten binnen Vivaldi) verkondigden dit vol trots op sociale media, hoewel beiden ongetwijfeld op meer hadden gehoopt.

Nog verrassender, vond ik, was dat ook organisaties zoals 11.11.11 deze politieke stellingname met veel enthousiasme onthaalden. Is het dan niet gewoon het absolute minimum dat je als land de beslissingen van het Internationaal Gerechtshof erkent? Is het zelfs een publiek statement waard, dat je belooft te doen wat je eigenlijk al lang hebt afgesproken en op basis van het internationaal recht nu eenmaal moet?

Ik begrijp natuurlijk dat België zich hier -nog maar eens- moedig onderscheidt van de houding die veel andere Westerse landen innemen ten aanzien van de oorlogsmisdaden in Gaza. Om over de VS en Duitsland nog maar te zwijgen, liet Nederland, waar het Hof is gevestigd, al weten de uitspraak niet zomaar te aanvaarden. (De carrière van Mark Rutte, die topman van de NAVO wil worden, gaat daar nog steeds boven alles.) En ik besef ook, weliswaar tot mijn blijvende verbazing, dat voor velen het conflict in Gaza nog steeds te complex lijkt om een duidelijk politiek of moreel standpunt in te nemen.

(Lees verder onder de preview.)

Beschouwd vanuit die geopolitieke context én het muurvaste publieke debat in België neemt Vivaldi hier dus wel echt een uitgesproken standpunt in. Aangezien we onze beleidsmakers vaak verwijten dat ze de publieke opinie achternahollen in plaats van ze te sturen, mogen we daar alvast blij om zijn.

Maar mijn vraag blijft. Louter zéggen dat je als land de internationale rechtsorde respecteert: is dat nu echt een stellingname, laat staan één om trots op te zijn? Ligt de lat daarmee niet heel erg laag? Want laten we wel wezen, met MR aan boord is het mogelijk dat dit engagement nog altijd leeg zal blijken eens het Gerechtshof Zuid-Afrika zou volgen. Gaan we daar dan gewoon bevestigend akte van nemen, of gaan we ook echt iets ondernemen om een wapenstilstand in Gaza af te dwingen?

Laten we immers ook niet vergeten dat Vivaldi zelf al duizenden rechterlijke beslissingen van nationale en internationale rechtbanken naast zich neerlegde bij monde van Nicole de Moor (‘Respect werkt!’) en met volle steun van premier De Croo (‘Tegen moeten, voor mogen’).

Toch kom ik na veel aarzeling tot een positief antwoord. Als cultuurfilosofisch onderzoeker over desinformatie heb ik geleerd dat de strijd tegen nepnieuws, wetenschapsontkenning en populisme op meerdere niveaus moet worden gevoerd. Concrete onwaarheden moeten met factchecks en kritisch denken worden bestreden in de loopgraven van het publieke debat. Maar deze frontgevechten hebben enkel kans van slagen wanneer er tegelijkertijd op een fundamenteler niveau een positief verhaal wordt uitgedragen over de betekenis en waarde van waarheid en feiten.

Handelaars in desinformatie willen immers niet louter deze of gene onwaarheid verkocht krijgen, maar het hele idee van gedeelde standaarden voor waarheid ondermijnen, zodat ze met alles kunnen wegkomen in een ongereguleerde marktplaats der ideeën.

Ten gronde moet het geloof in waarheidsstandaarden, en de wetenschappelijke, journalistieke en democratische methodes die ze bewaken, dus verdedigd worden.

Op dezelfde manier dient elke discussie over het lot van de Palestijnen, de dynamiek tussen Hamas en het Israëlisch leger, intentieverklaringen van Netanyahu of de proportionaliteit van oorlogsdaden worden gestut door een onvoorwaardelijke bevestiging van de mensenrechten en internationale rechtsafspraken. In de rechtszaak van Zuid-Afrika tegen Israël gaat het dan specifiek over het genocideverdrag dat werd opgesteld na de gruwelen van de tweede Wereldoorlog: de holocaust door de nazi’s maar evenzeer het platbombarderen van Dresden door de geallieerden en de Amerikaanse atoombommen.

(Lees verder onder de preview.)

Ook deze internationale rechtsorde staat onder druk. Net zoals in België politici recent ijverden om uit de Conventie van Genève te stappen, zijn er momenteel Westerse landen die het genocideverdrag actief en luidop ondermijnen door een uitzondering te bepleiten voor Israël. In het licht daarvan is de expliciete steun van België aan het Internationaal Hooggerechtshof en de onvoorwaardelijke erkenning van haar oordeel dus de belangrijkste stellingname die ze kan innemen ter bescherming van (onder andere) het Palestijnse volk.

Persoonlijk vind ik dat desalniettemin (veel) te weinig en wacht ik nog met schrik af of en hoe we een veroordeling van Israël met reële acties kracht zouden durven bijzetten. Maar de erkenning dat er überhaupt nog steeds een internationale rechtsstandaard geldt, in tijden waarin die standaard vanuit vele hoeken wordt bestookt, is wel van onschatbaar belang. En dus toch een stellingname om te koesteren en echoën.

Dat wil niet zeggen dat de politieke en morele strijd om de Palestijnse kwestie staat of valt met deze rechtszaak. De eisen om humanitaire hulpverlening in Gaza, de vrijlating van gijzelaars en politiek gevangenen langs beide zijden, een onmiddellijk staat-het-vuren en uiteindelijk de ontmanteling van het Israëlisch apartheidssysteem moeten hoedanook op alle mogelijk manieren worden opgevoerd: op straat, in de media, aan de universiteit, in de winkelkar en bovenal via politieke druk. Zodat ‘Nooit meer!’ niet de zoveelste holle slogan wordt.

En voor de politici van Vivaldi: mag ik vragen om nu dan ook eindelijk alle rechtbanken die het Belgisch asielbeleid veroordeelden, ten volle te erkennen en ondersteunen?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content