Premier Bart De Wever (N-VA) was vorige week doelwit van een verijdelde aanslag. De N-VA roept op om het debat proper te houden, want woorden wekken agressie op. Behalve als het gaat om Seppe De Meulder, een linkse jongeman die het aandurfde om eerder die week een kritische vraag te stellen aan de eerste minister.
Bart De Wever is zonder discussie de allerbekendste (en ook allerbelangrijkste) politicus van het land. Hij ontsnapte mogelijk aan een droneaanval. Dat was namelijk het plan van twee jongemannen die de premier te rechts en te migratie-kritisch vinden. Dat valt alleszins af te leiden uit de reactie van de tweede politicus die ze in het vizier hadden, namelijk de Nederlandse PVV-leider Geert Wilders. Prompt greep Wilders de bijna-aanslag aan om uit de Nederlandse verkiezingscampagne te verdwijnen. Zo trok hij natuurlijk net meer aandacht. Nóg meer aandacht: je houdt het amper voor mogelijk. Agressie als verdienmodel, er zitten vele kanten aan.
Seppe De Meulder is schier onbekend, behalve in zeer progressieve milieus en bij mensen die vaak op sociale media vertoeven. Ook schrijft hij met enige regelmaat artikels op De Wereld Morgen, een online platform dat zich, net als journalist De Meulder, helemaal links van de middellijn bevindt.
Deze jongeman werd vorige week plots een nationale bekendheid omdat hij het aandurfde om, na het openingscollege politicologie in Gent, Bart De Wever scherp aan te pakken. Hij deed dat op zijn manier, namelijk hondsbrutaal. Hij verweet De Wever ‘goedkeuring’ van ‘wat daarna is gebeurd’ in Gaza, en dat had hij voordien omschreven als ‘een genocide’. Versta: De Wever heeft sympathie voor de genocidaire acties van het Israëlische leger in Gaza.
De Wever deed zijn best om kalm te antwoorden, al vond hij de vraagstelling duidelijk unfair: ‘Die ondertoon in uw vraag, ik aanvaard die eigenlijk niet. (…) Ik heb een interview gelezen waarin ik hoogst persoonlijk verantwoordelijk wordt gehouden voor de genocide. (Tot De Meulder) Ik zie u voor het eerst ja knikken. Daar bent u het dus mee eens.’ Gelach in de zaal. (Bekijk de discussie in onderstaand YouTube-filmpje vanaf 1.45 uur)
De eerste minister wees er verder op dat België in de schoot van de Europese Unie alle sancties tegen Israël steunt, in verhouding zeer veel steun verleent en, bijvoorbeeld, meer dan de helft van alle Palestijnen opvangt die in Europa asiel aanvragen. De Wever verklaarde woordelijk dat ‘de regering in Israël moreel is ontspoord.’ Als antwoord volstond dat, zou men denken.
De Wever-De Meulder 5-0, in voetbaltermen. Laatstgenoemde schoot de bal over het doel: als De Meulder zijn kritiek zorgvuldiger geformuleerd had, dan had hij een doelpunt kunnen scoren rond de houding van de Arizona-meerderheid tegenover Gaza. Maar zo gaat dat als een activist de kans krijgt om een politicus aan te spreken: die kans wordt nogal eens onbesuisd de nek omgewrongen.
En dan? Wat deed De Meulder anders dan wat de jonge Bart De Wever in zijn studentenjaren ook durfde te doen, zij het aan de rechterzijde en wellicht wat intelligenter? En zoals diezelfde Bart De Wever dat is blijven doen, zelfs toen hij al op middelbare leeftijd kwam. Alleen, sinds hij eerste minister is geworden, is hij merkelijk voorzichtiger. Ook in Gent. Toen hij tijdens zijn betoog over de sociale partners sprak, zette hij Bert Engelaar neer als een wereldvreemde snul, zij het zonder de top-ABVV-’er bij zijn naam te noemen.
Wat zou Bart De Wever eigenlijk geworden zijn zonder zijn scherpe aanvallen, vaak op de man of de vrouw, zonder zijn vileine portretteringen van tegenstanders, zonder zijn forse kritiek op al wie hem voor de voeten loopt, in de politiek, de media, het middenveld, de academische wereld? Juist omdat Bart De Wever zo cassant kan zijn, heeft hij de N-VA niet alleen de smoel gegeven die de partij nodig had en heeft, maar bepaalt hij ook de toon. En die is haast onveranderlijk aanvallend. Daarom houdt zijn achterban zo van hem, daarom luistert ook iedereen die het niet eens is naar hem: zijn discours is zijn wapen en hij weet dat doorgaans meesterlijk te gebruiken.
Maar zelf aangevallen worden, dat is weer een andere kant van de medaille. De Vlaamse Beweging heeft vaak iets calimero-achtig – men voelt zich zo snel aangevallen en tekortgedaan – en de N-VA is daarop geen uitzondering. Seppe De Meulder heeft het geweten. Vrijdag in Terzake mocht N-VA-voorzitster Valerie Van Peel commentaar geven op de verijdelde aanslag op Bart De Wever. Ze hield daarvoor met ‘een studen, duidelijk een PVDA’er verantwoordelijk. Seppe De Meulder dus, al laat hij op sociale media weten dat hij al een paar jaar geen PVDA-lid meer is. Wegens de vraag die de jongeman had gesteld, door de N-VA-voorzitster samengevat alsof hij De Wever persoonlijk verantwoordelijk had gesteld voor de gruwel in Gaza. Zo vond dat mensen oppoken en dan kunnen die ‘heel gevaarlijke’ zaken doen. Zoals een aanslag voorbereiden. Dat was op haar beurt een foute, want zeer overdreven samenvatting.
Maar het zette wel een ongeziene agressie in gang op sociale media. Op X kreeg De Meulder een hoop kritiek en beledigingen over zich. Een goed deel daarvan hoort onder de noemer hatemail, of gewoon drek. De agressie, de minachting, de beledigingen, samengevat: het spuug droop ervanaf. Iemand sprak hem aan met ‘goorlinks onbeleefd dom antifa hoertje’. Dat waren zijn woorden om De Meulder erop te wijzen dat hij voortaan beleefder moest zijn. En dat dus honderdmaal, of meer.
In zijn antwoord op sociale media gaf De Meulder toe dat hij zich ‘onnodig brutaal’ had gedragen in Gent. Maar hij vond dat hij een kritische vraag mocht stellen over Gaza. En verder gaf hij de eerste minister ‘en zijn familie alle steun’ nadat het nieuws van de verijdelde aanslag was uitgelekt. ‘We mogen nooit toestaan dat terreur het democratische debat stillegt.’
Zo gaat dat. Iedereen roept op tot een minder hard en vulgair debat. Tot het ook voor hem- of haarzelf even te veel wordt en men zich toch laat gaan. In het beste geval volgen excuses. In het slechtste geval doet men door. De N-VA is niet de enige partij die zich eraan bezondigt, en het is evenmin een euvel waaraan alleen radicale Vlaams-nationalisten zich bezondigen. Maar men speelt dat spel wel voortdurend mee. Zelfs Valerie Van Peel, van wie geweten is dat ze op een andere, meer ‘propere’ manier aan politiek wil doen, laat zich toch maar even gaan. Ze vindt – terecht – dat er grenzen zijn aan de manier waarop de kritiek op politici verwoord wordt, zeker als het persoonlijk wordt. En vervolgens zet ze een jonge linkse activist aan de schandpaal.
Maar gelukkig hebben Van Peel en De Meulder ten gronde allebei groot gelijk: we moeten op onze taal en onze woorden letten, en natuurlijk heeft terreur geen plaats. Nu dat nog zelf in de praktijk brengen en we zijn op de goede weg.