Jean-Marie Dedecker (LDD)
‘Al jaren tonen onderzoeken de vrije val aan van ons onderwijs, maar we blijven volharden in de boosheid’
‘Diversiteit en gelijke kansen werden twee evidenties die politiek werden gepromoveerd tot speerpunten van het onderwijsbeleid’, schrijft Jean-Marie Dedecker. ‘Daar dragen we nu de gevolgen van.’
Bart De Wever veroverde de Vlaamse harten met zijn zegetocht in De Slimste Mens en Conner Rousseau deed de bakvishartjes sneller slaan in de Masked Singer. De ene met zijn hersenen, de andere met zijn de looks en de zangkunsten van een groot konijn met een oorbel. De ene tracht de kiezers te overtuigen, de andere te verleiden. Mediagenieke Conner wordt door de pretletterbrigade op het schild gehesen en staat zelfs op het testbeeld van de VRT: op vrijdag 20 januari zat hij in De Afspraak, op zondag 22 januari in de Zevende Dag, (op maandag 23 januari ging het even richting De Tafel van Vier op VIER), dinsdag 24 januari debatteerde hij in Terzake en op woensdag 25 januari stond hij ook voor de microfoon van Villa Politica…
Praatprogramma’s die aan hun deugtafels om de dag wisselen van altijd dezelfde gasten. Bij die schooltelevisie claimde Conner voor zijn partij met onmiddellijke ingang de job van onderwijsminister. Hij wil dan in eerste instantie het probleem van de lege brooddozen aanpakken. Minister van Sociale Zaken Hilde Crevits schoot in een kramp en gaf prompt 150.000 euro aan de Gentse Universiteit om te onderzoeken waarom die gamellekes leeg zijn. Tsjevengedrag en geldverspilling. Met dit bedrag zou ze evenveel kindermondjes kunnen vullen. Elk kind krijgt minimum 169,79 euro kinderbijslag per maand. Hoeveel brood, beslag en fruit kan je daarmee kopen? Het is een vorm van kindermishandeling om de koters met een lege brooddoos of een zakje chips naar school te sturen. De ouders moeten daarvoor op de strafbank, niet de school.
Rousseau zou beter eerst een les politieke geschiedenis volgen. Dan zou hij weten dat zijn socialistische partij (toen de SP.A, nu Vooruit), op een interimpje van Marleen Vanderpoorten (Open VLD) na, alle ministers van Onderwijs leverde van 1992 en 2014: van Luc Van den Bossche, Eddy Baldewijns, en Frank Vandenbroucke tot Pascal Smet. Vanaf 2014 tot 2019 stond CD&V’er Hilde Crevits voor de klas, tot meerdere genoegdoening van de katholieke zuil die de doorstroom- , dialoog- en domeinscholen propageerde. Multiculturele capitulatie met het recht op godsdienstige achterlijkheid. Van God los. De school was door jarenlange socialistische bevoogding al een factor van sociale politiek geworden ten koste van het onderwijs. Ze werd een speelplein voor multiculturele promotie en politieke correctheid.
Op een kwarteeuw tijd zijn we daardoor van wereldlijke koploper in kwaliteitsonderwijs afgezakt tot een meelopertje. Diversiteit en gelijke kansen werden twee evidenties die politiek werden gepromoveerd tot speerpunten van het onderwijsbeleid. Het gelijkheidstotalitarisme haalde de onderwijsnivellering omlaag, onder meer om tegemoet te komen aan de achterstand van buitenlandse nieuwkomers. Prestatiegericht onderwijs werd zo niet een vloek, in elk geval een bedreiging voor het welzijn van iedereen die betrokken was bij onze pedagogische industrie. Kwaliteitsbewaking werd afgezwakt tot het containerbegrip gelijkekansenbeleid. Gelijke kansen werden dan gelijke uitkomsten.
(Lees verder onder het artikel.)
Professor Zonnebloem Frank Vandenbroucke werd de peetvader van de outputfinanciering en allerhande multiculturele financiële parameters. Hoe meer diploma’s er afgeleverd werden, hoe meer geld de onderwijsinstelling kreeg. Kwaliteit werd kwantiteit, met pretpedagogie als heilsleer. Huidig Onderwijsminister Ben Weyts daarentegen propageert nu ‘kennis en excelleren’. Hij vloekt daarmee niet alleen in de socialistische logetempels maar ook in de katholieke onderwijskerk, waar Lieven Boeve de nieuwe eindtermen eerst mee onderhandelde en goedkeurde om ze vervolgens als een volleerd Farizeeër te laten vernietigen door het Grondwettelijk Hof.
In onze pampermaatschappij werd de evolutionaire druk om slim te zijn door de onderwijsegalitairen afgenomen. De zesjescultuur werd de algemeen erkende resultaatnorm. De socialistische onderwijsminister Pascal Smet werd de doodgraver van de intellectuele ontwikkeling. Geen punten meer maar sterretjes, zittenblijven traumatiseerde, dictee werd te belastend, grammatica vervelend en feitjes werden weetjes… Intellectuele smetvrees en kennisrelativisme. Welbevinden en vaardigheden werden gepropageerd door de linkse pretpedagogen ten koste van kennis en autoriteit. De kolder in de kop. Alle onderzoeken, van de PISA-studie bij 15-jarigen, de LVS-toetsen bij basisschoolkinderen, de PIMMS-peiling over wiskunde en wetenschappen tot de PIRLS-studie over leesvaardigheid- tonen al jaren de vrije val van ons onderwijs aan, maar we blijven volharden in de boosheid.
Zo pochten twee taalleraren van het Sint-Janscollege in Gent onlangs nog dat ze geen punten meer geven om stress bij hun leerlingen weg te nemen. Boeve schrapte een uur Nederlands uit het lessenpakket van het eerste jaar secundair onderwijs. Hersenspinsels van academische halve zolen. Zo’n 20% van de leerlingen in het secundair onderwijs, 24% in het Lager Onderwijs en 27% van onze kleuters spreken thuis geen Nederlands zodat één op zeven dreumesen geen talenkennis genoeg heeft om het eerste leerjaar aan te vatten. Op 15-jarige leeftijd hebben ze gemiddeld 50 PISA-punten achterstand, met als gevolg dat 20% van de leerlingen het onderwijs als functioneel analfabeet verlaat. In leesvaardigheid zijn onze tieners ondertussen de vierde slechtste van Europa geworden (nog net voor Malta en Georgië ). Op onze universiteiten komen studenten moeilijker tot redeneren en ze kennen vaak het academisch taalgebruik niet. Stop daarom die multiculturele traumagevoeligheid als het over taalkennis gaat. Stuur de fopspeentjes vanaf hun derde naar de kleuterklas. Stuur die ideologische dogmaboeren, die beweren dat anderstaligen hun moedertaal mogen spreken in de klas en op de speelkoer, van school. De speeltijd is voorbij. Taal is meer dan een communicatiemiddel. Het is niet alleen de basis van ons denken maar ook van onze cultuur en beschaving.
(Lees verder onder het artikel.)
De onderwijsverstrekkers (GO, Katholiek Onderwijs…) zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor het lerarentekort. Stop het zwartepieten. Het loon van onze leerkrachten ligt hoger dan het OESO-gemiddelde, maar ze bedienen dertig procent minder kinderen, en daarvan geven ze per leraar nog 15% minder les. In ons secundair onderwijs zitten er gemiddeld 8,4 leerlingen per klas, nagenoeg het laagste aantal van alle industrielanden. Bij onderwijskampioen Finland zijn het er zelfs dertien. Als leraars zich meer zouden kunnen bezighouden met lesgeven in plaats van te verdrinken in planlasten en leerlingenvervolgverslagen zou hun frustratie al een stuk getemperd worden. Stop ook de juridisering van het onderwijs en geef het terug aan de leerkrachten. Leg de bemoeizucht van oudercomités en schoolraden met bemoeizieke helikopterouders ook aan banden.
Op één puntje moet ik Rousseau gelijk geven: het handhaven van de leerplicht tot 18 jaar is een achterhaald dogma. Het werd indertijd niet ingevoerd om de geesten langer intellectueel te trainen, maar uit plat politiek opportunisme: om jongeren zo lang mogelijk uit de werkloosheidsstatistieken te houden. Het kan verkeren. De schoolplicht in het Technisch en het Beroepsonderwijs tot 16 jaar beperken zou veel schoolmoeheid voorkomen en bedrijven schreeuwen vandaag om technisch onderlegde werkkrachten. Dubbele winst.
Hopelijk zal Rousseau zijn onderwijsmosterd niet halen in het socialistisch paradijs Wallonië. Zelfs met drie onderwijsministers (Caroline Désir, Valérie Glatigny en Frédéric Daerden) is de toestand onder de taalgrens nog belabberder dan erboven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier