Marc Thys

‘Het politieke centrum moet opnieuw de taal van macht leren spreken’

Marc Thys Senior Associate Fellow van Egmont en Senior Advisor bij Growth-Inc

‘Als men iets wil veranderen ten goede, heeft men macht nodig. En vandaag is macht opnieuw de taal van de internationale politiek geworden. Een taal die we dus beter goed begrijpen maar ook opnieuw durven spreken’, schrijft Marc Thys.

Het aantal waarschuwingen van Westerse topmilitairen en politieke verantwoordelijken voor een nakende oorlog zijn niet meer te tellen. In de publieke opinie wordt dan steeds snel de sprong gemaakt naar “we moeten onze defensie versterken” of in het slechtste geval “ze pleiten voor hun eigen kerk”. Deze reactie is symptomatisch voor het feit dat we in het bijzonder in de West-Europese maatschappijen de taal van macht verleerd zijn.

Macht, en in het bijzonder de Amerikaanse veiligheidsparaplu waaronder we steeds leven, was en is voor Westerse landen transparant. Zo transparant dat we als West-Europeanen dachten dat die situatie vanzelfsprekend was en onze veiligheid en positie in de wereld een onomkeerbare zekerheid zijn. Ons maatschappijmodel was “superieur” en het zou altijd zo blijven. Met als gevolg dat de taal van macht “Chinees” is geworden voor heel veel West-Europese politici, en zeker voor de bevolking in het algemeen.

Macht is geen vies woord. Maar zo werd het echter in onze maatschappij veelal aangevoeld en geduid. Macht kon men alleen misbruiken. Maar als men iets wil veranderen ten goede, heeft men macht nodig. En vandaag is macht opnieuw de taal van de internationale politiek geworden. Een taal die we dus beter goed begrijpen maar ook opnieuw durven spreken. Om dingen te veranderen ten goede, om kerntaak van een overheid, de veiligheid van zijn burgers garanderen, zo goed als mogelijk uit te voeren.

Als je macht wil gebruiken, moet je je machtsinstrumenten kennen en gecoördineerd inzetten. Maar bij de kennis van die machtsinstrumenten loopt het al fout.

Een sterke weerbare maatschappij beschikt voor alle duidelijkheid niet alleen over een sterk militair machtsinstrument.

(Lees verder onder de preview.)

De eenvoudigste theorie rond machtsinstrumenten spreekt over 4 stuks: diplomatie, informationeel, militair en economisch. Makkelijk te onthouden via de afkorting DIME.

Als we de analyse maken voor Europa en de EU in het bijzonder is die niet rooskleurig. Op diplomatiek vlak is het niet eenvoudig om met één stem te spreken. We worstelen dagelijks met aanvallen van desinformatie, kunnen geen sterke repliek geven en constateren een zeer lage bereidheid bij de West-Europese bevolking om onze welvaart te verdedigen. Militair zijn we niet geloofwaardig – onder andere door onze zeer beperkte logistieke diepgang en beperkte middelen – maar we zijn gelukkig (nog) een economische reus.

Macht is echter het product van al deze factoren. Onze basiskennis wiskunde leert ons dat, als in een product één van de factoren nul of quasi nul is, het product dat ook is. Idem voor macht. De geroemde Europese Soft Power heeft weinig effect als ze geen fundament heeft van Hard Power.  

Voor een continent dat wereldwijd belangen heeft en zijn vrede en welvaart wil beschermen, moet een militair machtsinstrument niet alleen geloofwaardig zijn, maar ook waar nodig inzetbaar. Daarnaast heeft het een sterke diplomatie nodig die met één stem spreekt en wereldwijd allianties kan smeden, een door de eigen bevolking gedragen en zelfzekere boodschap over waar we voor staan, én een economie die op zichzelf autonoom en onafhankelijk is zonder in isolationisme te vervallen.

Strikt genomen is het versterken van het militaire machtsinstrument nog het eenvoudigste van de vier. Dit kan relatief makkelijk vertaald worden in mensen en middelen. Het gaat over tastbare acties. Net zoals bij change management ligt de uitdaging bij het niet-tastbare. Denk maar aan de noodzakelijke cultuurverandering die nodig is om het inzicht te laten doorsijpelen dat we al deze machtsinstrumenten moeten versterken.

(Lees verder onder de preview.)

Dat is politieke uitdaging waar we nu voor staan, los van lokale agenda’s die onze verkiezingsprogramma’s kenmerken. Het gaat om het vrijwaren van de fundamenten van onze welvaartsstaat, en het vrijwaren van de inclusieve politieke en economische instituties die we kennen. Op economisch vlak gaat het om de bescherming van privé-eigendom, een onpartijdig rechtssysteem, en publieke diensten die mensen gelijke kansen geven bij het afsluiten van contracten.

Op politiek vlak gaat het over een parlementaire traditie in ere houden die de deling van de macht respecteert, en een controlemechanisme vormt die misbruik en toe-eigening van macht tegengaat en zodoende voor elke burger een gelijk speelveld creëert.

Akkoord dat dit een ideaalbeeld is, waar ook binnen ons eigen staatsbestel nog werk aan is. Maar het vereren door sommigen van het Russische model dat gelijkstaat met een religieus-fascistische kleptocratie en het voorspiegelen daarvan als de stralende toekomst, is verbijsterend. Het is nochtans wat de extremen in ons politiek landschap, van welke oriëntatie dan ook, ten gronde doen.

Maar de geschiedenis leert ons dat we welvaart en vrede niet zullen vinden bij de extremen van religie, klasse en natie. Extremen delen de maatschappij altijd in in twee kampen waarvan er ééntje, in het beste geval, moet “heropgevoed” worden: gelovigen en ongelovigen, rijk en arm, volkseigen en vreemd. Tweedracht en het verdelen van de maatschappij is inherent aan deze ideologieën. Het is een recept voor angst voor zijn medeburger en overheid, met het verkruimelen van ons maatschappelijk weefsel als gevolg.

Het is dus aan het politieke centrum om opnieuw de taal van macht te leren en te spreken, om deze extremen de pas af te snijden. Die macht moet gebaseerd zijn op een morele autoriteit, die aanvaard wordt door de bevolking, en met een visie die perspectief geeft.

Waar macht en de beschikbare instrumenten ten goede wordt gebruikt van de ganse gemeenschap, bestaat ook de zekerheid dat het nooit perfect zal zijn. En dat is niet zoals macht gebruikt wordt zoals in autoritaire regimes, al naargelang je geloof, afkomst of positie in de maatschappij.

In de wereldgeschiedenis is er geen maatschappij die zolang vrede gekend heeft en zulk een niveau van welvaart heeft bereikt als de Europese. We hebben heel wat te beschermen. Laat ons dat goed beseffen. Anders zullen ook wij de ijzeren wet van de oligarchie ondergaan, waar nieuwe leiders oude regimes omver werpen met beloftes, maar uiteindelijk niets van deze beloftes waarmaken.

Marc Thys is Senior Associate Fellow van Egmont, Senior Advisor bij Growth-Inc en in een vorig professioneel leven Vice Chef Defensie en commandant van de Belgische Landcomponent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content