Jan Wostyn

‘Het kan niet dat banken enkel kunnen rekenen op burgers, maar burgers niet kunnen rekenen op hun banken’

Jan Wostyn Co-voorzitter van Vista

‘Het huidige beleid van de banken zorgt voor een sluikse afbrokkeling van de koopkracht van alle spaarders’, schrijft Jan Wostyn van Vista. Om uit de huidige impasse te geraken, ziet hij een oplossing in een tijdelijke verhoging van de minimumrente.

We zitten opnieuw met een bankenprobleem. Deze keer niet omwille van ongebreidelde hebzucht in het najagen van winsten door investeringen in allerlei kaduke producten op de internationale markten. Neen, deze keer hebben we een bankenprobleem omdat er onvoldoende concurrentie lijkt te bestaan tussen de grootbanken in België, waardoor de spaarrente nauwelijks stijgt.

De afgelopen 9 maanden steeg de rente die banken zelf krijgen bij de ECB van -0,5% naar 3,25%. De rentes die de banken aanrekenen op kredieten stegen navenant, in lijn met de stijging van alle referentie-indexen. De wettelijke minimale spaarrente blijft intussen staan op een belachelijke 0,11%. Enkel bankiers kunnen met een uitgestreken gezicht burgers uitleggen dat dit vandaag nog een redelijke minimale vergoeding is voor spaargeld dat hen wordt toevertrouwd. Intussen is er wel wat beweging gekomen en wordt hier en daar schoorvoetend de spaarrente opgetrokken, zoals bij grootbank Belfius. Het zijn echter verhogingen met veel mitsen en maren en voor slechts een paar tienden van een procent.

Het feit dat de spaarrente vandaag zo weinig beweegt toont aan dat er op dit moment geen ernstige concurrentie tussen de banken bestaat en dat willen zij liefst nog wel even zo houden. De druk die vanuit de politiek wordt opgevoerd is verdienstelijk maar volstrekt ontoereikend. Een strenge brief van de Minister van Financiën is een nobele poging, maar brengt onvoldoende zoden aan de dijk. Een dreigement van een liberale Minister van Begroting dat de regering wel eens zelf de minimumrente zou durven verhogen, maakt ook maar weinig indruk. Iedereen voelt dat de fragiele Vivaldi-regering een permanente verhoging van de minimumrente niet aandurft.

(Lees verder hieronder.)

Toch moet er dringend iets ondernomen worden want de situatie zoals ze nu is, is eigenlijk volstrekt obsceen. Het huidige beleid van de banken zorgt namelijk voor een sluikse reductie van de koopkracht van alle spaarders. Momenteel staat er zo´n 300 miljard euro op de Belgische spaarboekjes. Een stijging van de gemiddelde spaarrente met 1% zou dus een injectie van 3 miljard euro per jaar geven aan de Belgische gezinnen. Meer dan welkom na een winter van torenhoge energiefacturen en de inflatie die elk gezinsbudget de afgelopen maanden te verwerken kreeg.

Vorige week gaf de Nationale Bank nog negatief advies op het voorstel om Vooruit om de minimale spaarrente te koppelen aan de rente van de ECB. Toch ziet de Nationale Bank ook wel dat er marge is om de spaarrente te verhogen. Gouverneur Wunsch kaartte dit trouwens reeds begin maart aan, zonder noemenswaardige reactie van de banken. Een tussenoplossing kan er daarom in bestaan in om tijdelijk een verhoogde minimumrente op te leggen bij wijze van strafmaatregel wegens een gebrek aan concurrentie in de sector. Deze “boete” wordt dan rechtstreeks betaald aan de gedupeerden zelf: de spaarders.

Zo zou de regering vandaag al kunnen beslissen dat de minimumrente gedurende 3 maanden op 1,50% komt te staan. Uitgaande van een gemiddelde rente van 0,5% vandaag, impliceert dit een “boete” van 750 miljoen euro aan de verzamelde bankensector in ons land. Banken die hun rente al ernstig hebben opgetrokken, zullen dit nauwelijks voelen. Banken die achterblijven wel. In september kan de minimumrente dan terug op 0,11% gezet worden en krijgen de banken een nieuwe kans om te tonen dat hun sector wél aan voldoende concurrentie onderhevig is, door zelf de rentes te verhogen om spaarders aan te trekken, naar eigen inzicht en capaciteit. Of willen de banken zelf dat spaarders in meer risicovolle producten gaan beleggen?

Het tegenargument dat een dergelijke maatregel de stabiliteit van onze financiële sector in het gedrang zouden brengen, lijkt volstrekt overroepen. Met een gezamenlijke winst van bijna 10 miljard euro in 2022 is de sector meer dan winstgevend genoeg. Meer zelfs, met een gemiddeld rendement op eigen vermogen van om en bij de 10%, zit de sector ver boven het Europese gemiddeld van 6%. Deze cijfers tonen eigenlijk gewoon zwart op wit het probleem aan. Kort door de bocht zou je kunnen zeggen dat de Belgische banken 4 miljard euro winst te veel maken en dat dit bedrag eigenlijk minstens deel gehaald wordt bij de Belgische spaarders.

Zo betaalt de gewone burger opnieuw het gelag. De energiesector maakte gigawinsten, maar de overheid bleek machteloos. De prijzen in onze Belgische supermarkten liggen opmerkelijk hoger dan in Frankrijk, maar ook hier slikt de consument de pil. Voor telecommunicatie liggen de prijzen bijna nergens hoger dan in ons land, door het de facto duopolie van Telenet en Proximus, en ga zo maar door. En straks, in de volgende legislatuur, volgt onvermijdelijk nog een zware saneringsoperatie bij de overheid zelf, die de burger ook zal meebetalen, omdat de huidige regering niet bij machte bleek het begrotingstekort van 30 miljard maar enigszins terug te brengen naar normale proporties. De burger kan niet altijd aan het kortste eind blijven trekken.

(Lees verder hieronder.)

Het is volstrekt immoreel dat een sector die nog geen 15 jaar geleden door overheden, en dus burgers, gered werd van de totale ondergang, vandaag niet de minste inspanning levert om spaarders correct te vergoeden. Burgers kunnen niet langer toezien hoe grootbanken die met de voeten slepen in ons land de koopkracht van de hele bevolking verder beknotten. Het kan niet dat banken wél kunnen rekenen op burgers, maar burgers niet kunnen rekenen op hun banken.

Het bankwezen speelt een vitale rol in onze economie, maar na de graaizucht van de afgelopen decennia heeft het ook meer dan ooit een maatschappelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van elke burger met tegoeden op de bank. Een sector die zich daar niet van bewust is en daar geen rekening mee houdt, moet niet verwonderd zijn dat ontmoedigde burgers opnieuw gecharmeerd geraken door extreemlinkse betogen om de hele sector te nationaliseren. Dat zou nefast zijn voor de algemene welvaart, maar wanneer burgers de indruk krijgen dat zij sowieso altijd op de laatste plaats komen, hebben ze ook niets meer te verliezen.

Jan Wostyn is co-voorzitter van Vista.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content