Geflankeerd door een tiental Vlaamse en internationale experten stelde een glunderende onderwijsminister Zuhal Demir (N-VA) vandaag de nieuwe ‘kennisrijke minimumdoelen’ voor het kleuter- en lager onderwijs voor.
‘De kleuterklas moet weer meer een klas worden, en minder een crèche.’ Met die woorden kondigde onderwijsminister Zuhal Demir eerder al het plan aan om ook kleuters ‘meer kennisrijk’ onderwijs aan te bieden.
Al aan het eind van de derde kleuterklas zouden kleuters een reeks ‘kennisrijke minimumdoelen’ moeten halen. Die kennis moet verder ook worden getest in de vorm van steekproeven in een aantal Vlaamse scholen.
Testen die naar kennis van die minimumdoelen peilen, zouden binnenkort ook georganiseerd worden in het vierde en het laatste jaar van de Vlaamse basisscholen.
Op een persconferentie in de kleuter- en basisschool Ursulinen in Mechelen werd vandaag duidelijk wat die doelen precies inhouden. Heel concreet wordt van kleuters die voor de overstap naar de lagere school staan onder meer verwacht dat ze de telrij van 0 tot en met 20 kennen, ‘water, land en de polen’ kunnen aanduiden op een wereldbol en minimum 15 letters kunnen herkennen door de bijbehorende klank uit te spreken.
De lat wordt daarmee een stuk hoger gelegd dan in de huidige ‘ontwikkelingsdoelen’, waarin bijvoorbeeld is vastgelegd dat een kind aan het eind van de derde kleuterklas enkel ‘het verschil tussen een letter en een niet-letter’ moet kunnen zien. Kinderen die deze nieuwe minimumdoelen niet halen, zullen evenwel niet per definitie het jaar moeten overdoen, zo verzekerde minister Demir. ‘Dat blijft de beslissing van de klassenraad.’
De kleuterklas met weer meer een klas worden, en minder een crèche.
Zuhal Demir (N-VA), onderwijsminister
Fundamenten
De kennisrijke minimumdoelen voor kleuters en scholieren moeten niet enkel het kennisniveau verhogen. Bedoeling is ook de leerinhouden logischer en consistenter op elkaar af te stemmen.
‘Kennis verwerven is als het bouwen van een huis’, zo verklaarde professor Daniel Muijs, de voorzitter van de commissie die, ‘in recordtempo’, voor in totaal tien leerdomeinen minimumdoelen uitwerkte. ‘Je begint met de fundamenten’, aldus Muijs. ‘Als die niet goed gelegd zijn, is de kans groot dat het fout loopt.’
Muijs benadrukte tijdens de persconferentie nog eens waarom een ‘kennisrijk curriculum’ volgens hem zo belangrijk is. ‘Omdat kinderen uit de lagere sociale klasse die kennis thuis doorgaans minder mee krijgen’, is het volgens hem een wapen tegen ‘groeiende ongelijkheid’. Ook benadrukte hij het belang van een ‘gedeelde kennisbasis’ voor de democratie.
Het belang van kennis is volgens Amanda Spielman, voormalig hoofdinspecteur in Engeland en een van de internationale experten die haar medewerking verleende, de jongste decennia sterk onderschat. De herwaardering ervan in Vlaanderen, zo vertelde ze, past in een internationale tendens, die onder meer ook in Engeland, Noorwegen en Australië zichtbaar is.
Kennis verwerven is als het bouwen van een huis. Je begint met de fundamenten, als die niet goed gelegd zijn, is de kans groot dat het fout loopt.
Daniel Muijs, onderwijsprofessor
Professor Muijs anticipeerde tijdens de persconferentie ook op de kritiek dat deze minimumdoelen de autonomie van scholen en leerkrachten zou inperken. Volgens Muijs werd tijdens de samenstelling van de doelen rekening gehouden met de 70-30-regel: ’70 procent van de aandacht moet gaan naar de minimumdoelen, de rest is vrij in te vullen volgens het eigen pedagogische project.’
Heikel punt is verder nog het tempo waarin de minister deze minimumdoelen op het terrein geïmplementeerd wil zien. Na kritiek van onder meer het katholieke onderwijsnet, erkende Demir dat volgend schooljaar voor de meeste scholen onhaalbaar is. ‘Wie er klaar voor is, mag er in september natuurlijk al mee aan de slag’, vertelde ze op de persconferentie.
‘Maar voor de vakken wiskunde, wetenschappen en Nederlands, starten we vanaf 1 september 2026. De andere vakken krijgen nog een jaar langer respijt. Maar de dalende kwaliteit van ons onderwijs is een bijzonder urgent probleem. We gaan geen jaren wachten om hierop in te grijpen.’