Migratie toen en nu: Leven op de rails zetten

Soms fantaseer ik over hoe mijn leven er zou uitzien, moest mijn grootvader nooit naar Europa zijn gekomen. Dan denk ik over wat ik zou hebben gestudeerd op school, over waar ik zou hebben gewoond, over mijn toekomst. Maar dan realiseer ik mij dat al die vragen er eigenlijk niet toe doen omdat ik nu in België woon. Dit is mijn thuis.

Soms fantaseer ik over hoe mijn leven er zou uitzien, moest mijn grootvader nooit naar Europa zijn gekomen. Dan denk ik over wat ik zou hebben gestudeerd op school, over waar ik zou hebben gewoond, over mijn toekomst. Maar dan realiseer ik mij dat al die vragen er eigenlijk niet toe doen omdat ik nu in België woon. Dit is mijn thuis. Ik geloof sterk dat ik even Belgisch ben als al de rest. Ik eet graag frieten, ik ben trots op mijn stad en juich als de Rode Duivels scoren. Dit betekent echter niet dat ik niet trots ben op mijn roots. Een overzicht…

Ik ben een van de vele kleinkinderen van mijn grootouders die oorspronkelijk uit Meknes komen, een stad vijftig kilometer ten westen van het bekendere Fès. Mijn vaders ouders zijn Marokko altijd trouw gebleven en hebben nooit in Europa geleefd. Mijn moeders vader daarentegen kwam al vroeg in contact met blanken. Als jonge knaap werkte hij tot de onafhankelijkheid van Marokko voor de Fransen, die het land sinds 1912 in hun greep hadden. Meteen daarna, toen de Fransen het land moesten verlaten, sloot hij een akkoord met zijn Franse (ex-)werkgevers om elk jaar zes maanden in Marokko te werken en zes maanden op het domein dat ze bezaten in Rouffignac, een dorp in de buurt van Bordeaux. Na twaalf keer heen en weer te hebben gereisd, vertelde een van zijn vrienden hem in 1963 dat het erg interessant was om in Duitsland te gaan werken. Hij had er namelijk niets dan goeds over gehoord van zijn zoon die daar al een tijdje werkte.

In datzelfde jaar vertrok mijn grootvader naar Duitsland. Na een lange treinrit maakte hij, samen met zijn vriend, een tussenstop in Brussel waar ze voor een korte periode zouden blijven. In Brussel liep mijn grootvader echter een paar andere vrienden tegen het lijf. Ze probeerden hem te overtuigen om in België te blijven. Het was hier goed leven en de Belgen hadden bovendien een tekort aan mankracht. Na wat wikken en wegen besloot mijn grootvader om in Brussel te blijven. Hij merkte meteen dat zijn vrienden hem niet voor het lapje hielden, want hij vond bijna onmiddelijk een job als tramchauffeur. Na slechts drie maanden kreeg hij via via te horen dat er een bedrijf in Antwerpen was dat werknemers zocht en 4 frank per uur betaalde. Dat aanbod kon hij gewoon niet afslaan, aangezien hij zo één frank per uur meer zou verdienen. Dertig procent meer dan in Brussel! Dat bedrijf was Metallurgie in Hoboken, het huidige Umicore.

Migratie toen en nu: Leven op de rails zetten

Ismail Eddegdag

In de beginperiode pendelde hij elke dag tussen Brussel en Antwerpen. Intussen zocht het bedrijf een woning voor hem en zijn vrienden. Toen hij in Antwerpen ging wonen, leefde hij gedurende een korte periode met wat collega’s samen in een huis. Omdat hij nu niet meer elke dag de trein moest nemen kon hij ook in een ploegensysteem aan de slag, wat aangenamer werken was. Enkele maanden later sloten België en Marokko een bilateraal akkoord. Dit betekende in de eerste plaats dat er Marokkaanse arbeiders naar België konden komen, maar voor mijn opa betekende dit iets anders. Voor hem betekende dit dat hij met zijn vrouw, dochter en drie zonen kon worden herenigd. Je zal het hem nooit horen zeggen -emoties over die periode toont zijn generatie niet snel- , maar het was enorm moeilijk voor hem om 3000 kilometer van zijn gezin te leven. Nadien zou hij de Metallurgie trouw blijven tot aan zijn pensioen.

Zijn 4 kinderen waren allemaal nog relatief jong toen ze naar België kwamen en moesten uiteraard meteen naar school. Zijn oudste dochter ging naar het Sint-Agnes instituut te Borgerhout en was daar ook de allereerste Marokkaanse leerling. Van discriminatie was er nog geen sprake. Ze werd goed opgevangen door de nonnen op school en ik denk dat ik niet overdrijf als ik zeg dat ze een heuse attractie was voor de andere leerlingen. Die belangstelling zou de volgende jaren, vooral in Borgerhout, natuurlijk stilletjes aan uitdoven. In de daaropvolgende jaren kregen mijn grootouders nog vier dochters, waaronder mijn moeder in 1970.

Het was een enorme luxe om tijdens mijn opvoeding van beide culturen te kunnen proeven

Ismail Eddegdag

Zelf ben ik enerzijds een goed ingeburgerde jongeman die de Belgische en Vlaamse cultuur meer dan voldoende begrijpt – en respecteert -, maar anderzijds ook een jongeman die de Marokkaanse cultuur en het darija, het Marokkaans-Arabisch, goed kent. Dit komt respectievelijk omdat mijn moeder in Antwerpen is geboren en mijn vader pas in het begin van de jaren negentig naar België is gekomen. Mijn moeder leerde me de dingen die al mijn klasgenootjes ook aangeleerd kregen: (Nederlands) spreken, tellen, lezen,… Die dingen zou ik namelijk het meest nodig hebben in de toekomst. Mijn vader kon me natuurlijk niet veel leren over de Belgische cultuur aangezien hij die zelf nog moest leren kennen, dus leerde hij me vanalles over Marokko, waar ik hem enorm dankbaar voor ben. Tegenwoordig wijst men zo’n opvoeding, waar de Marokkaanse invloed nog erg prominent aanwezig is, als één van de boosdoeners aan op school. De kinderen zouden hierdoor namelijk een leerachterstand oplopen. Ik heb geen idee of dit klopt, maar voor mij is dit eerder een meerwaarde geweest. Het was ( en is ) een enorme luxe om tijdens mijn opvoeding van beide culturen te kunnen proeven.

Mijn ouders zijn trouwens niet de enigen die me hebben opgevoed want ik heb ook één derde van mijn leven bij mijn grootouders geleefd, die me universele levenslessen hebben meegegeven. Ik geloof sterk dat, hoe simpel die lessen soms ook waren, zij ook een grote rol hebben gespeeld in de vorming van de persoon die ik nu ben. Je mag me naïef noemen, maar ik geloof zelfs dat die ‘Ga eens spelen in het Krugerpark’, wanneer ik het weer eens te bont maakte, me geholpen heeft om een socialer mens te worden.

Ismail Eddegdag
Ismail Eddegdag © .

Ik zou dus graag van de gelegenheid gebruik maken om niet enkel mijn grootouders, maar ook mijn ouders, tantes, nonkels en eigenlijk alle eerste en tweede generatie migranten van alle mogelijke nationaliteiten te eren. Zij zijn namelijk de eerste twee generaties die het hardst geconfronteerd zijn geweest met de cultuurverschillen tussen België en hun vaderland. Zij waren degenen die het pad hebben geëffend voor de komende generaties. Zij zijn degenen die zich hebben opgeofferd voor de toekomst van hun kinderen.

Ismail Eddegdag is 18 jaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content