Bert Bultinck

‘Met de lastenverlaging hebben de bedrijven géén extra jobs gecreëerd. Dat is ontstellend’

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

‘Wat bedoeld was om meer welvaart voor élke Belg te creëren, is grotendeels in de prijsverhogingen van de ondernemingen blijven steken’, schrijft Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck.

Het is een klein bommetje dat Gert Peersman laat vallen in de laatste weken van de campagne. Zoals u deze week in Knack kunt lezen, heeft de Gentse econoom na grondige vergelijking van de situatie in de buurlanden berekend dat de loonlastenverlaging van de regering-Michel niet voor extra jobs heeft gezorgd. Daarentegen blijkt dat de winstmarges van de bedrijven wél flink zijn verhoogd. Het is bekend dat de Zweedse regering, die sterk heeft ingezet op de sanering van de overheidsfinanciën, een flink gat in de begroting achterlaat. Het is ook bekend dat ‘jobs, jobs, jobs’ nóg belangrijker was voor de Zweedse coalitie dan een gezonde begroting. Maar ook daarin is ze tekortgeschoten.

Met de lastenverlaging hebben de bedrijven géén extra jobs gecreëerd. Dat is ontstellend.

Volgens het onderzoek van Peersman is het geld dat voor die extra jobs bedoeld was in dankbaarheid door de bedrijven aanvaard, maar hebben diezelfde bedrijven daarna géén extra jobs gecreëerd. Veel ondernemingen hebben de prijzen juist verhoogd in plaats van verlaagd. Een prijsverlaging zou de logica zelve zijn: de consument mag hopen dat een lastenverlaging wordt doorgerekend in de prijzen. Dat is allerminst het geval: ‘De brutowinstmarge nam in België bijna dubbel zoveel toe als in onze buurlanden,’ zegt Peersman, ‘en dan krijg je het omgekeerde effect van een loonmatiging: de economische groei en jobcreatie worden afgeremd.’ Het is een ontstellende vaststelling. Wat bedoeld was om meer welvaart voor élke Belg te creëren, is grotendeels in de prijsverhogingen van de ondernemingen blijven steken.

De veelgeroemde taxshift, waarvan de verdedigers de laatste maanden toegeven dat het een taxcut was, moet nog op kruissnelheid komen. Hij zal nog véél meer geld kosten dan tot nog toe al het geval was. In de economische logica die de regering-Michel in 2014 met veel bravoure verkondigde, zou dat allemaal nog te verdedigen zijn: minder loonlasten, zo ging het verhaal, betekent meer zuurstof voor de economie en meer banen. Die lastenverlaging moest zowat alles oplossen: ze zou de competitiviteit met de buurlanden herstellen, ze zou voor meer groei zorgen en ze zou, last but not least, ook de onderklasse van de samenleving van een uitkering naar zinvolle arbeid leiden. Nu blijkt dat allemaal toch een beetje anders te zijn uitgedraaid. Met de taxshift is de middenklasse flink bij de neus genomen: de maatregel is ondergefinancierd, hij heeft geen extra jobs opgeleverd, en de burger moet meer betalen.

Het zou politici sieren als ze wat bescheidener zouden zijn.

Het klopt dat er tussen 2015 en 2018 een dikke 200.000 jobs bij zijn gekomen, zoals blauwe en geel-zwarte leden van Michel I niet ophouden te benadrukken. Maar de grootspraak is grotendeels ijdelheid. De ene studie na de andere toont aan dat die extra banen er zijn gekomen door de internationale economische rugwind. De veelgeroemde jobcreatie is er dus niet gekomen door het beleid, maar is voor een groot deel een meevaller – een gelukje. Om vermogensbeheerder Geert Noels te citeren: ‘Politici creëren geen jobs, ze kunnen hoogstens faciliteren dat we geen jobkansen missen.’ Maar ook daar is de regering-Michel dus in gefaald. De merites van de regering verschillen naar gelang van de bron: het Vives-instituut (KU Leuven) schat de jobs die erbij zijn gekomen dankzij het beleid op 73.000, de IRES-denktank van de de Franstalige UCL op slechts 30.000. Volgens Peersman heeft de regering zelfs te wéínig jobs gecreëerd in vergelijking met het buitenland. In plaats van alle jobkansen te grijpen, hebben we de jobcreatie in België de laatste jaren juist afgeremd. Geschoten en gemist.

Natuurlijk overdrijven zowat alle politieke partijen in zowat elke regering hun daadkracht. Zeker politici die de motor willen aanzwengelen in een open economie als de onze dreigen al eens te veel macht aan zichzelf toe te schrijven. Internationale handelsoorlogen, het rentebeleid van de Europese Centrale Bank of zelfs het humeur van de Duitse consument zijn doorgaans even belangrijk voor de Belgische economie als een binnenlandse lastenverlaging. In de vrije markt treffen de voor- en rampspoed van de boom-and-bust-cyclus de burger niet zelden als een noodlot, en in een onvrije markt is het nog erger. Maar het zou politici sieren als ze wat bescheidener zouden zijn – voor deze regering geldt dat zeker ook. En misschien moet centrumrechts toch nog eens naar die al te simpele economische recepten kijken. Ergens onderweg is er iets grondig fout gelopen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content