Zou u dat wel doen, werken na uw pensioen?

© Getty
Ewald Pironet

Werken na uw pensioen kan u financieel zuur opbreken. Daarom zet u als gepensioneerde het best alle voor- en nadelen goed op een rijtje voor u opnieuw gaat werken.

Vanaf 31 maart is het opletten voor gepensioneerden die nog een centje willen bijverdienen. Tot dan kunt u onder bepaalde voorwaarden nog werken in de zorg en het onderwijs zonder het risico te lopen dat u een deel van uw pensioen moet terugstorten of, erger nog, dat uw pensioen wordt geschorst. Of her daarna nog kan, blijft onduidelijk. Als u gepensioneerd bent, is het sowieso verstandig om goed na te gaan of en hoeveel u mag bijverdienen.

Er heerst al een tijdje krapte op de arbeidsmarkt, er wordt geschreeuwd om personeel. Dat was vooral zo tijdens de coronacrisis in de zorg en het onderwijs. Om in die sectoren het tekort aan werkkrachten op te vangen, werd toen beslist dat vroeggepensioneerden opnieuw een arbeidscontract konden krijgen zonder dat aan hun pensioen zou worden geraakt. Maar ook in andere sectoren gaan steeds meer gepensioneerden opnieuw aan de slag – zonder recht op die versoepeling. Het zorgt niet alleen voor extra handen, zo wordt ook meer ervaring in huis gehaald.

Voor de gepensioneerde is werken vaak aanlokkelijk. Heel wat mensen voelen zich na hun 65e verjaardag nog fit en willen graag actief blijven. Soms werken gepensioneerden ook uit financiële noodzaak. Het wettelijk pensioen is immers geen vetpot. Het veroorzaakt een serieuze inkomensval: het wettelijk pensioen komt overeen met 46 procent van uw laatst verdiende loon. Om hun levensstandaard te behouden, blijven sommige gepensioneerden graag nog een poos aan de slag.

Toch zet u als gepensioneerde het best alle voor- en nadelen goed op een rijtje voor u opnieuw enthousiast de handen uit de mouwen steekt, want anders kan de financiële afrekening wel eens tegenvallen. Dat geldt zeker voor wie vroeger dan de wettelijke pensioenleeftijd met pensioen gaat. En dat zijn nogal wat mensen, want in Vlaanderen gaat men nu gemiddeld rond 61 jaar met pensioen.

Maximumbedragen

De vuistregel is tegenwoordig eenvoudig: u mag als gepensioneerde bijverdienen. Het inkomen dat u daarmee verdient, kunt u gewoon combineren met het wettelijk pensioen dat maandelijks op uw rekening wordt gestort. Maar bij deze vuistregel zijn er belangrijke bemerkingen, want niet alle gepensioneerden mogen onbeperkt bijverdienen.

U mag als gepensioneerde onbeperkt bijverdienen als u aan een van de volgende voorwaarden voldoet:

  • U bent 65 jaar of ouder. Tot en met 2024 mag u vanaf de 1e januari van het jaar dat u 65 wordt ongelimiteerd bijverdienen. Daarna wordt dat tot en met 2029 66 jaar en dan verhoogt de leeftijdsgrens tot 67 jaar.
  • U had 45 jaren gewerkt bij aanvang van uw pensioen.
  • U ontvangt een overgangsuitkering. Zo’n overgangsuitkering is een tijdelijke uitkering als u weduwe/weduwnaar wordt en niet aan de voorwaarden voldoet om een overlevingspensioen te ontvangen.

In alle andere gevallen mag u als gepensioneerde ook bijverdienen, maar niet onbeperkt. U moet dan binnen de vastgelegde grenzen blijven, of het kost u geld. Bent u jonger dan 65 en hebt u minder dan 45 jaren gewerkt bij aanvang van uw eerste rustpensioen, dan mag u als werknemer of ambtenaar in 2023 maximaal 9236 euro bijverdienen. Als u zelfstandige bent of de statuten werknemer en zelfstandige combineert, is dat maximaal 7389 euro. Alle precieze bedragen vindt u in een handige tabel op de website van de Federale Pensioendienst, sfpd.fgov.be .

Die grensbedragen (die jaarlijks kunnen stijgen met de index) moet u goed in het oog houden, want als u te veel bijverdient, zal de Pensioendienst uw pensioen verminderen of zelfs volledig schorsen. De vermindering of schorsing van uw pensioen hangt af van het percentage van de overschrijding, het bedrag dat u te veel verdient. Als u het grensbedrag met minder dan 100 procent overschrijdt, wordt uw pensioen met een gelijk percentage verminderd. Dus als de overschrijding 35 procent bedraagt, moet u het volgende jaar 35 procent terugbetalen. Als de overschrijding 100 procent of meer bedraagt, dan wordt uw pensioen voor het volledige kalenderjaar geschorst. U zult dan uw pensioen helemaal moeten terugbetalen.

Personeelsschaarste

Tijdens de coronacrisis was er zoals gezegd een groot tekort aan werkkrachten in de gezondheidssector en het onderwijs. Daarom werd toen de regeling voor vroeggepensioneerden (die geen 65 jaar waren of geen loopbaan van 45 jaar hadden) in de zorg en in het onderwijs versoepeld: zij mochten onbeperkt bijverdienen naast het pensioen, ongeacht de leeftijd en de gepresteerde loopbaan.

Na corona werd die versoepeling verlengd, zowel voor de zorg als voor het onderwijs, om de personeelsschaarste op te vangen. Bij de Federale Pensioendienst specificeren ze dat ‘het enkel geldt voor het onderwijzend personeel in het kleuter, lager en secundair onderwijs en enkel voor onderwijstaken. Voor de zorgsector gaat het om alle private en openbare diensten en organisaties voor zorg, opvang en bijstand voor personen, oudere personen, minderjarigen, mindervalide personen en kwetsbare personen en alle private en openbare instellingen en centra die belast zijn met de strijd tegen het coronavirus.’

Een belangrijke opmerking daarbij is dat u als vroeggepensioneerde niet onmiddellijk na uw pensionering opnieuw aan de slag mag gaan in de zorg of het onderwijs om van de versoepeling te kunnen genieten. U moet ‘even’ niet werken en volledig met pensioen zijn, voor u opnieuw begint met werken. Hoelang dat ‘even’ precies moet duren, is niet duidelijk, maar u kunt dus niet vervroegd met pensioen gaan en meteen als vroeggepensioneerde onbeperkt gaan bijverdienen in de zorg of het onderwijs.

Verlenging of niet?

Op 31 maart 2023 loopt de versoepeling voor de zorg en het onderwijs af. Tenzij de federale regering alsnog beslist om ze te verlengen. Of die verlenging er komt? Wat de zorg betreft, is op het kabinet van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) te horen dat ze ‘nog niets kunnen zeggen over een mogelijke verlenging. Er loopt namelijk een evaluatie met de verschillende actoren over de impact van die maatregelen.’ Een timing wanneer er wel duidelijkheid komt, kan ook niet worden gegeven.

Voor het onderwijs ligt die verlenging blijkbaar moeilijk. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) dringt aan op een verlenging en wil de versoepeling in het onderwijs zelfs een permanent karakter geven. Hij ziet het als deel van de oplossing om iets te doen aan het tekort aan onderwijzend personeel. Maar pensioen is een federale materie en de verantwoordelijke minister, Karine Lalieux (PS), lijkt niet geneigd om een verlenging voor het onderwijs toe te staan.

Eén maand voor er een eind komt aan het gunstregime is het dus nog steeds onduidelijk of de versoepelingen in de zorg en het onderwijs opnieuw worden verlengd. Wat ook nog zou kunnen, is dat de versoepeling retroactief wordt verlengd, dus met terugwerkende kracht. Dat is in het verleden nog gebeurd. Hoe dan ook, de onzekerheid is zowel voor de betrokken gepensioneerden als voor hun werkgevers geen ideale situatie, dat spreekt. Zij weten niet waar ze straks aan toe zijn.

Als de versoepeling in de zorg en/of onderwijs niet wordt verlengd, kan iedereen die daar vandaag als vroeggepensioneerde aan de slag is (of van plan was om daar binnenkort te starten) maar beter nagaan wat de gevolgen zijn voor zijn pensioen. U moet er dan voor uitkijken dat u niet meer verdient dan het grensbedrag dat voor u van toepassing is, anders kan dat nare financiële gevolgen hebben.

Nog dit: in veel sectoren raken de vacatures moeilijk ingevuld. Hier en daar is dan ook te horen dat de versoepeling die nu geldt voor de zorg en het onderwijs moet worden uitgebreid naar andere sectoren. Dat zal niet gebeuren. De regering wil op geen enkele manier stimuleren dat mensen vervroegd met pensioen zouden gaan. En dan past het natuurlijk niet dat men aan vroeggepensioneerden de kans zou geven om daarna zonder financiële consequenties opnieuw aan de slag te gaan en bij te verdienen.

Juiste oordeel

Werken als gepensioneerde kan dus nogal wat financiële consequenties hebben voor uw pensioen. Het is niet makkelijk om zelf uit te pluizen wat voor u de concrete gevolgen zullen zijn. De regels zijn zeer ingewikkeld en niet transparant. Zoals heel ons pensioensysteem. Samen met VRT-journalist Michaël Van Droogenbroeck hebben we gepoogd om alles helder uit de doeken te doen in het boek Investeren in de derde helft van je leven.

Voor uw concrete dossier kunt u vast te rade gaan bij de personeelsdienst van uw werkgever. Maar u kunt ook vooraf contact opnemen met de Federale Pensioendienst en daar uw situatie voorleggen. Dat kan via het gratis telefoonnummer 1765 of per mail (zie site sfpd.fgov.be). Als u niet akkoord gaat met wat u bij de Federale Pensioendienst hoort, kunt u zich wenden tot de ombudsman Pensioenen, Tony Van Der Steen, via ombudsmanpensioenen.be

Als u werkt als gepensioneerde, heeft dat ook gevolgen voor uw belastingen. U zult belastingen moeten betalen op uw pensioen én op uw extra inkomsten. Hoeveel die belastingen precies bedragen, hangt af van de hoogte van uw pensioen en uw bijverdiensten. Hoe meer u verdient, hoe meer belastingen u zult moeten betalen, maar de bijverdienste zal nooit helemaal worden wegbelast, dus werken loont. Ook als u als vrijwilliger actief bent, kan het zijn dat u belastingen moet betalen als de vergoedingen die u ontvangt bepaalde grenzen overschrijden. Ook dat is allemaal vrij ingewikkeld, maar ook daaraan wordt in Investeren in de derde helft van je leven aandacht besteed.

Als u de fiscale consequenties voor uw concreet geval wilt kennen, kunt u uw licht opsteken bij de FOD Financiën, via 02 572 57 57. Indien nodig kan er dan een afspraak worden gemaakt op een regionaal belastingkantoor. U komt er op hun website financien.belgium.be/nl/contact meer over te weten. Als u het niet eens bent met de FOD Financiën, kunt u contact opnemen met de federale ombudsman op het telefoonnummer 0800 99 961 of via e-mail: contact@federaalombudsman.be.

U hebt het gemerkt: de regels over werken na het pensioen zijn best ingewikkeld, de grensbedragen worden geregeld aangepast en de politieke beslissingen laten niet zelden lang op zich wachten. Onduidelijkheid is troef. Daarom is het uiterst belangrijk dat u zich tijdig zo goed mogelijk informeert zodat u achteraf niet onverwacht een rekening gepresenteerd krijgt omdat u als gepensioneerde nog zo goed was om de handen uit de mouwen steken. Dat maakt u zeker als gepensioneerde liever niet mee.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content