‘Zeven jaar al teert Djalali weg in een Iraanse gevangenis: dit is onmenselijk en onaanvaardbaar’

Sympathisant met een foto van VUB-gastdocent Djalali. © Belga
Rik Van de Walle Rector Universiteit Gent
Jan Danckaert Rector ad interim van de VUB
Herman Van Goethem Historicus en rector van de UAntwerpen
Bernard Vanheusden Rector Universiteit Hasselt

De vijf rectoren vragen in een gezamenlijk aandacht voor  de uitzichtloze situatie van Ahmadreza Djalali (en anderen) in de gevangenissen van Iran. ‘Het is belangrijk om hier steeds opnieuw de aandacht op te vestigen.’

Vorige week was Vida Mehrannia in ons land. In een volgepakte vijfdaagse holde ze van afspraak naar afspraak. Ze ontmoette politici, deelde haar verhaal met journalisten, woonde solidariteitsacties bij, sprak met rectoren.

Vida Mehrannia is inmiddels goed en wel terug in de Zweedse hoofdstad Stockholm, waar ze woont en werkt. Haar vijfdaagse in ons land zit erop. Maar haar zaak blijft brandend actueel: de zaak van haar 51-jarige echtgenoot Ahmadreza Djalali. Vermaard arts, gespecialiseerd in de rampengeneeskunde, onderzoeker aan het Zweedse Karolinska Instituut, gastprofessor aan onder andere de VUB.

Tijdens een bezoek aan Iran in april 2016, voor een lezingenreeks op uitnodiging van de universiteiten van Teheran en Shiraz, werd Djalali plots opgepakt. Beticht van spionage werd hij na een schijnproces in 2017 ter dood veroordeeld. Zijn executie werd al enkele keren aangekondigd, om vervolgens tot nader order te worden uitgesteld.

Zeven jaar nu al teert Ahmadreza Djalali weg in een Iraanse gevangenis, veelal in eenzame opsluiting.
Zeven jaar nu al leven zijn echtgenote, hun kinderen, zijn familie, vrienden en collega’s met de hoop dat er op een dag eindelijk goed nieuws uit Iran mag komen.
Zeven jaar nu al leven zij met de vrees dat op een dag het nieuws zal komen dat ze hun man, vader, familielid, vriend en collega voorgoed kwijt zijn.

Het is moeilijk te vatten wat die onzekerheid en onrechtvaardigheid precies doen met Ahmadreza Djalali, Vida Mehrannia, hun kinderen en hun naasten. Vast staat wel dat dit onmenselijk en onaanvaardbaar is. Zoals het bijna boven-menselijk is waar Vida Mehrannia na zeven schier uitzichtloze jaren nog altijd de kracht vandaan haalt om op deuren te blijven kloppen, haar verhaal te blijven vertellen en hoop te blijven koesteren.

De confrontatie met zoveel onrecht en willekeur, maar ook met zoveel moed en strijdlust stemt tot nederigheid en nodigt uit tot actie.

Het is belangrijk dat Vida Mehrannia de tijd en de gelegenheid krijgt om haar boodschap steeds opnieuw onder de aandacht te brengen – in tv-studio’s en kantoren, op pleinen en in parlementen.
Het is belangrijk dat wij wij – politici, journalisten, rectoren, middenveldorganisaties, bezorgde burgers, … – die boodschap steeds opnieuw blijven herhalen en haar verhaal kracht bijzetten. Met publieke acties en met gerichte initiatieven die binnen ons bereik liggen, zoals de opschorting van alle nieuwe vormen van academische samenwerking met Iraanse kennisinstellingen zolang Ahmadreza Djalali’s fundamentele mensenrechten niet worden gerespecteerd.
Het is belangrijk dat we dat doen met een heldere stem. Met de moed en volharding waarvan Vida Mehrannia nu al zeven jaar getuigt. Voor haar en voor Ahmadreza Djalali.

Dat geldt eveneens ten aanzien van de familie en vrienden van Olivier Vandecasteele, wiens situatie we net zo goed op de voet blijven volgen.

Overigens is het ons niet enkel te doen om mensen die we van naam en gezicht kennen maar ook om die talloze andere slachtoffers van staatsterreur en willekeur. De strijd voor mensenrechten in Iran werd en wordt gedragen door moedige vrouwen en mannen, studenten en burgers, die ten volle beseffen dat ze een zware prijs betalen in mensenlevens, met wrede represailles die henzelf maar ook hun families kunnen treffen.

Opkomen voor de waarden en principes waar wij voor staan, respect voor de universele mensenrechten uitdragen en verdedigen, maatregelen nemen als die mensenrechten geschonden worden: dat schraagt niet alleen de strijd voor de vrijlating van Ahmadreza Djalali, het versterkt ook de strijd van die talloze andere slachtoffers die we niet altijd een naam en een gezicht kunnen geven maar die óók altijd iemands partner, ouder, kind, familielid, vriend of collega zijn.

Rik Van de Walle (UGent)

Jan Danckaert (VUB)

Luc Sels (KU Leuven)

Herman Van Goethem (UAntwerpen)

Bernard Vanheusden (UHasselt)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content