Sanda Dia en Reuzegom: iedereen had beter verdiend dan dit slechte arrest van het hof van beroep

© Belga
Walter Pauli

Een deel van de publieke opinie aanvaardt de lichte straffen niet voor de Reuzegommers die betrokken zijn bij de dood van Sanda Dia. Knack-redacteur Walter Pauli begrijpt die boosheid en deelt ze ook. Al hebben volgens hem ook de daders een probleem.

Op 26 mei veroordeelde het hof van beroep in Antwerpen achttien voormalige leden van studentenclub Reuzegom tot taakstraffen, boetes, schadevergoedingen en een aantal andere betalingen voor hun aandeel in een doop die in december 2018 leidde tot de dood van hun gekleurde medestudent Sanda Dia. Het openbaar ministerie had nochtans veel strengere straffen geëist, zoals een aantal jaren gevangenis en/of ontzetting uit de rechten. Na het uitspreken van het arrest plaatste ik dit bericht op Twitter: ‘Werkstraffen van 300 uur max, boetes van 400 euro. Er is mild gevonnist in de zaak-Sanda Dia. In een democratie respecteert men het oordeel van de rechtbank. (…) Dat verhindert niet dat ik nu een erg slechte smaak in mijn mond heb.’

Dat ‘respect voor het oordeel van de rechtbank’ was een vrome droom. Op sociale media klonken meteen harde beschuldigingen als ‘klassenjustitie’ en ‘racisme’. Dat lokte andere reacties uit: ‘schandpaaldemocratie’ en ‘trial by Twitter’. Er werd gewaarschuwd voor emojustitie. Inderdaad, de geschiedenis leert het keer op keer: geen grotere en meer onbarmhartige dictator dan het woedende volk. Ik ben geen roeper onder het schavot. Mijn kritiek op het arrest van het hof van beroep is niet emotioneel. Ik ben geen jurist, maar ik heb de 117 pagina’s van het arrest grondig gelezen en herlezen. Die tekst is het voorwerp van mijn kritiek.

Als het fout loopt bij een doop, is dat bijna altijd een vorm van grensoverschrijdend gedrag. Daar wordt vandaag gelukkig zwaarder aan getild dan vroeger, zowel in de publieke opinie als door het gerecht. Het wezenlijke probleem daarbij is dat elke doop een initiatieritueel is, een rite de passage. Het symboliseert per definitie de overschrijding van een bepaalde grens. Koppel dat aan een studentenclub die aan fijnzinnigheid geen boodschap heeft en je krijgt dopen zoals die van Reuzegom: die draaiden al vele jaren lang uit op orgieën van grensoverschrijding. Om die reden ook weigert Reuzegom sinds 2013 om elk doopcharter van de KU Leuven te ondertekenen. Men volhardde zelfs in de boosheid. In 2018 pochte Reuzegom nog dat het opnieuw ‘een gestoord bruut jaar’ zou worden. Als in die context dan toch een dode valt, mag het publiek van een arrest van het hof van beroep verwachten dat ‘grensoverschrijdend gedrag’ een belangrijk dispositief is om het hele gebeuren te beoordelen.

Het arrest gaat gelukkig, en bovendien vrij omstandig, in op het degoutante karakter van Reuzegom en de dopen die deze club organiseert. Vandaar dat het Hof de achttien Reuzegommers veroordeeld heeft voor ‘onterende behandeling’. De doop in Vorselaar, zo staat er, bestond uit ‘ernstige vernederende handelingen die afbreuk doen aan het gevoel van menselijke waardigheid, zoals die door het collectief bewustzijn van een bepaalde samenleving op een bepaald tijdstip wordt ervaren’, en zelfs van aard waren ‘om de menselijke waardigheid van de schachten te krenken en aan te tasten’.

Alleen staat deze passage in het arrest op zichzelf, als antwoord op één schuldvraag. De vaste wil om de schachten onterend te behandelen, wordt niet gezien als een bezwarende (of verklarende) omstandigheid bij de andere beschuldigingen, op kop ‘het toedienen van schadelijke stoffen met de dood tot gevolg’. Dat is, naast ‘schuldig verzuim’, de voornaamste aanklacht. Het heeft namelijk rechtstreeks betrekking op het overlijden van Sanda Dia. En er is ook veel kwalijks gebeurd die dag in Vorselaar. Dia en twee lotgenoten moesten elk een levende goudvis inslikken, en vervolgens vissaus drinken totdat zij de vis en de rest van hun maaginhoud uit moesten braken.

In een bijzonder merkwaardige en uitvoerige passage oordeelt het hof van beroep dat de Reuzegommers vooraf onmogelijk konden weten dat de gedwongen consumptie van een afschuwelijk grote hoeveelheid vissaus schadelijk kon zijn, laat staan dodelijk. De cruciale zin staat op pagina 46: ‘Beklaagden wisten niet en hadden ook niet moeten weten dat de overmatige inname van visolie (sic, dat is een totaal ander product dan vissaus, nvdr) schadelijke gevolgen kan hebben. Geen der beklaagden had 1° kennis van het schadelijk karakter van het overmatig toedienen van visolie en 2° de wil om hiermee de persoonlijke integriteit van de schachten aan te tasten.’

Het hof van beroep doet dat op basis van een opmerkelijk argumentatie – mogen we ze ‘naïef’ noemen? We citeren nogmaals: ‘Indien het niet lukte om de goudvis uit te braken werden de schachten door de aanwezige beklaagden aangemoedigd en opgehitst om meer vissaus te drinken, teneinde alsnog de vis uit te braken. Het staat buiten kijf dat de inname van visolie, die gekend staat om zijn vieze geur, diende als braakmiddel en het niet de bedoeling was dat al de ingenomen visolie ook in het lichaam van de schachten zou blijven. Het gebruik van visolie als braakmiddel valt dan ook niet te rijmen met de these dat de visolie werd toegediend met het oogmerk om de persoonlijke integriteit aan te randen. In de gegeven specifieke omstandigheden maakt het kokhalzen en braken op zich geen aantasting van de integriteit uit.’

Alsof elke slok vissaus ineens helemaal uit het lichaam verdwijnt wanneer het slachtoffer uiteindelijk begint te braken. Het Hof gaat ook niet in op wat in werkelijkheid gebeurd is, namelijk dat Sanda Dia zijn goudvis níét kon uitbraken, ook al was dat de bedoeling van de opgehitste troep Reuzegommers om hem heen. En dus bleef die superzoute zwik in zijn lichaam. Meer: hij moest een tweede goudvis inslikken. Maar zelfs dat vindt het hof van beroep niet de fout van de Reuzegommers. Het was de bedoeling om te braken, punt uit.

Het wordt nog vreemder als het Hof in zijn arrest uitlegt dat de Reuzegommers zélf misleid zijn. De echte schuldige is dan… de nalatige producent van de vissaus: ‘Ter zake dient opgemerkt dat visolie vrij te verkrijgen is in de winkel en in casu op de bidon nergens was vermeld dat de inname van visolie ernstige medische gevolgen zou kunnen veroorzaken. Integendeel, op het etiket stond vermeld dat de visolie zoutkristallen bevat die niet schadelijk zijn.’

Zou het? Zouden bijna twintig universiteitsstudenten echt niet beseffen dat het gedwongen zwelgen van vissaus in ongezien grote hoeveelheden – ze hadden zo maar eventjes een bidon van vijf liter gekocht – ernstige schade kan toebrengen aan iemands gezondheid? Is het inderdaad de plicht van producenten om telkens uitdrukkelijk te vermelden dat ostentatief misbruik van hun product mogelijk tot grote problemen kan leiden?

Ik heb in mijn keukenkast gerommeld. Hier, een fles azijn. Het etiket vermeldt: ‘De Blauwe Hand-azijn is voor 100 procent een natuurlijk product. Het wordt gebrouwen op authentieke wijze en ontstaat door omzetting, met natuurlijke kiemen, van alcohol in azijn. Het product kan eventueel lichtjes troebel worden. Dit is een natuurlijk verschijnsel en verandert niets aan de kwaliteit.’ Is dat dus ook een vrijgeleide om bij een doop iemand een fles azijn te laten drinken: ook dit etiket vermeldt niet dat een liter azijn drinken bijzonder schadelijk kan zijn voor maag en darmen? Of hier, het etiket van het flesje tabasco: ‘Tabasco is het geregistreerde handelsmerk voor de pepersaus die de familie McIlhenny op Avery Island sinds meer dan 140 jaar maakt. Probeer Tabasco in uw recepten voor soepen, saus, salad dressings, deegwaren, kip, vlees- en visschotels. Of wees lekkerbek en gebruik Tabasco bij eieren, tomatensap en hamburgers. Geef smaak aan uw gerechten.’ Dus op een volgende doop kan men schachten sloten tabasco opgieten, en vervolgens vreemd opkijken als ze kronkelen van de pijn? Wie had dit kunnen denken van deze uitstekende pepersaus, die al meer dan een eeuw smaak geeft aan onze gerechten?

Natuurlijk hebben de Reuzegommers de dood van Sanda Dia niet gewild. Maar ze hebben hem met veel ijver en ongeziene pret een stof toegediend waarvan ze zelf al eens hadden moeten braken.

Natuurlijk staat dat er niet op. Iedereen wéét dat. En zeker als het gaat om een arrest over een misselijkmakende doop met de dood van een jonge deelnemer tot gevolg. Zeker, vissaus is in deze contreien een minder bekende smaakoppepper dan keukenazijn of tabasco. Maar in elke stad groeit het aantal Aziatische winkels waar je tientallen varianten vindt, de Vietnamese naast de Cambodjaanse naast een of andere Chinese variant. En zeker de anciens van Reuzegom kenden het product maar al te goed, want het was al jaren vaste prik bij hun dopen. Maar nu stelt het hof van beroep plots in zijn arrest dat de Reuzegommers blijkbaar naïeve studenten zijn. Ze konden blijkbaar onmogelijk beseffen dat een goedje dat ze al jaren als braakmiddel gebruiken, in nog grotere hoeveelheden wel eens uitzonderlijk gevaarlijk zou kunnen zijn. Dat is de wereld op z’n kop zetten, de waarheid geweld aandoen zelfs. Natuurlijk hebben de Reuzegommers de dood van Sanda Dia niet gewild. Maar ze hebben hem met veel ijver en ongeziene pret een stof toegediend waarvan ze allemaal zelf eerder al hadden moeten braken. In nog grotere hoeveelheden is die stof Sanda Dia fataal geworden. Het is bijna letterlijk een antwoord op de aanklacht ‘een gevaarlijk product toedienen zonder het oogmerk te doden, maar met de dood tot gevolg’. Schonden de Reuzegommers in één moeite het voorzorgsbeginsel? Het lijkt erop. Ook al omdat ze zichzelf aan het volgieten waren met bier en alcohol. Al wordt dat in het arrest nergens in rekening gebracht.

Er zijn nog twee andere opmerkingen in het arrest die bijzonder storen. Het gaat om verzachtende omstandigheden in het bepalen van de strafmaat.

Eén. Het arrest verwijst expliciet naar de trial by media. Is dat zo? Sinds de dood van Sanda Dia zijn bijna vijf jaar verstreken. Er is in die tijd inderdaad onwaarschijnlijk veel over geschreven en gezegd. Onderzoeksjournalisten gingen aan het werk, er zijn boeken verschenen. En als er een enkele keer een deontologische fout werd gemaakt, trad de Raad voor Journalistiek op. Vandaar ook dat zo veel mensen zich ‘goed geïnformeerde waarnemers’ mogen noemen – ik reken mezelf daar ook bij. Het was trouwens de taak van de media om over ‘de zaak-Dia’ te berichten en dat te blijven doen. Hadden we dan moeten zwijgen over de opeenvolgende fases – in 2019, 2020 en 2021 van de veel besproken tuchtprocedure van de KU Leuven, of bij de vele zittingen voor de raadkamers van Antwerpen en Hasselt, de correctionele rechtbank van Hasselt en het hof van beroep van Antwerpen, en niet het minst over de actieve rol die de advocaten van zowel de Reuzegommers als de familie van Sanda Dia daarbij speelden?

Mediabelangstelling is een wezenlijk onderdeel in elke democratie. Ja, soms klinkt de vox populi overweldigend door, nog voor de rechter zich heeft uitgesproken. Dat kan ook niet anders. Moesten de rechters die Marc Dutroux vonnisten milder oordelen over de man omdat er al een Witte Mars door de straten van Brussel was getrokken, met honderdduizenden deelnemers die bijzonder vooringenomen reageerden telkens als de naam van Dutroux viel?

Het arrest van het hof van beroep erkent dat de pers haar werk heeft gedaan en zegt dat die verzamelde berichtgeving geen invloed heeft op de onpartijdigheid van het Hof zelf. Om vervolgens een subtiel onderscheid te maken: het Hof erkent wel dat het een vorm van publieke bestraffing geweest is van de Reuzegommers. Vandaar dat de persaandacht in rekening werd gebracht bij het bepalen – het milderen – van de strafmaat.

De sancties van de KU Leuven zijn voor het Hof een reden tot een mildere gerechtelijke veroordeling. Staan het tuchtreglement van een private instelling en het strafwetboek niet volkomen los van elkaar?

Twee. Het Hof van Beroep riep als ‘overweging’ – versta: verzachtende omstandigheid – ook de straffen in die sommige Reuzegommers gekregen hadden in het kader van bovenvermelde tuchtprocedure bij de KU Leuven. Pardon? De Leuvense rector Luc Sels heeft spitsroeden moeten lopen omdat zijn universiteit te veel begrip zou hebben opgebracht voor de daders. De KU Leuven had Reuzegom te mild gestraft, zo kon men een paar jaar geleden overal lezen. De Reuzegommers kwamen toen weg met een taakstraf, een verplicht groepsgesprek en het schrijven van een paper. Pas later, toen steeds meer gruwelijke details bekend raakten, begon men zich in het Leuvense rectoraat te realiseren dat strengere straffen gepast waren. Die strengere universitaire sancties zijn voor het Antwerpse hof van beroep vervolgens een reden tot een mildere gerechtelijke veroordeling. Staan het tuchtreglement van een private instelling en het strafwetboek niet volkomen los van elkaar?

De vraag blijft waarom het Hof van beroep, ook en vooral na lectuur van het arrest, echt elk argument uit de kast heeft willen halen om de Reuzegommers zo licht mogelijk te kunnen straffen. Er hadden toch ook gevangenisstraffen kunnen uitgesproken worden – zolang die onder de twee jaar effectief blijven, hoeven ze in België niet te worden uitgezeten. Gevangenisstraffen kunnen ook voorwaardelijk zijn. Men kan dat al te ‘symbolische’ straffen noemen en ze daarom afwijzen. Het had nochtans een werkelijk verschil gemaakt voor het collectieve gevoel van rechtvaardigheid en billijkheid. Zeker in een almaar diversere samenleving, waar gerecht en politie vaak de handen vol hebben met boefjes van kleur en de roep om repressie niet van de lucht is, wordt elk vonnis naast het andere gelegd en met het vergrootglas bekeken. ‘Alle Belgen zijn gelijk voor de wet’, nietwaar – ook voor de strafwet, ook de nieuwe en oude Belgen. Vandaar dat een groot deel van de publieke opinie deze ongewoon milde straf voor de Reuzegommers, jonge daders die nu eenmaal kinderen zijn uit geprivilegieerde, rijkere families, aanvoelt als hemeltergend. Zeker omdat het enige slachtoffer een eenvoudige jongen van kleur was. Wie herinnert zich niet de nieuwsberichten dat in de Verenigde Staten blank en rijk meer kans op vrijspraak hebben dan zwart en arm? Verwondert het echt dat een boze groep #JusticeForSanda een even rechtvaardige strijd vindt als #BlackLivesMatter?

Je krijgt weliswaar amper straf, maar helemaal geen vergiffenis. Kom zo maar in het reine met jezelf.

Maar goed. Het hof van beroep heeft geoordeeld, het arrest is geveld. De Reuzegommers zijn er afgekomen met milde straffen. Zeker de vader van Sanda Dia blijft bitter achter. De samenleving reageert sterk gepolariseerd. Er is geen heling bij de vader, geen heling voor het land, en vandaar ook weinig kans op heling bij de jonge daders zelf. Je krijgt weliswaar amper straf, maar helemaal geen vergiffenis. Kom zo maar in het reine met jezelf.

Tot ergens in de eerste jaren van deze eeuw, toen het land nog leefde volgens klassieke ‘geplogenheden’, zou deze uitspraak onthaald zijn als een reusachtig succes voor de advocaten van de Reuzegommers. Ook al leek dat vlak na de uitspraak van het arrest nog altijd zo te zijn, toch is die tijd voorbij. Dat maakt het protest wel duidelijk. Vandaag werkt dit opvallend milde arrest vooral contraproductief. Ook voor de Reuzegommers zou het wel eens een slechte zaak kunnen zijn.

Zij zijn ergens in de twintig en plots moeten ze al beschermd worden voor de woede van de anonieme maar alomtegenwoordige publieke opinie. Vooral hun namen moeten verborgen blijven. Wat doet het met iemands identiteit, als men herleid wordt tot zijn initialen? Een Reuzegommer heet vanaf nu ‘J.J.’. Ga zo maar door het leven. Was voor de Reuzegommers een iets voller strafblad niet beter geweest dan hoon en haat te moeten ondergaan, en een stigma mee te dragen waarvan ze alleszins de eerstvolgende jaren niet makkelijk af zullen raken?

Hun advocaten hebben er in de feiten voor gezorgd dat de achttien Reuzegommers een vorm van effectieve vrijheidsberoving hebben gekregen. Hopelijk voor hun cliënten wordt die niet levenslang. Maar voorlopig moeten ze vooral behoedzaam zijn, op het werk, in de buurt, tegenover nieuwe vrienden, in de sportvereniging, mogelijk zelfs in de beleggersclub.

Het moet een nachtmerrie zijn, de wetenschap dat ze voorlopig alleen onbewaakt zichzelf kunnen zijn als ze als een soort Alte Kameraden in een zaaltje samenkomen. Tijdens zo’n Reuzegom-reünie kunnen ze dan samen kniezen over zoveel onbegrip, samen lachen om hun oude stoutigheden — de cantussen, de zuippartijen, en, ach ja, de dopen. En natuurlijk zullen zo ook samen hun Reuzenlied zingen: ‘Sa Moeder stop al ras het vat, al ras het vat. De reus is zat! Keere weerom, Reuske Reuske, Keere Weerom. Reuzegom.’

Wat een tristesse. Wat een gemiste kans, voor iedereen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content